Wereldvoedseldag – Geen gebrek aan voedsel in het binnenland

De binnenlandbewoners zijn van oudsher landbouwers en in het binnenland wonen duizenden boerinnen. Nagenoeg elk gezin in het binnenland heeft een kostgrondje, dat bewerkt en beplant wordt om zo brood op tafel te kunnen leggen. 

Bij het planten in het binnenland gaat het vooral om aardvruchten zoals napi, chinese tayer, cassave, pinda, watermeloen, pomtayer, gember, banaan, ananas, peper en hoogland rijst. Verschillende soorten groenten worden ook geplant, maar in mindere mate. Daarnaast zijn er ook bosbijproducten die tot het menu behoren van de binnenlandbewoners. Veel mannen zijn jagers en vissers. Op die manier wordt er gezorgd voor voldoende eiwitbronnen. 

Er worden wel voldoende voedselproducten geproduceerd voor eigen gebruik. Dus van voedselgebrek is geen sprake in het binnenland. “Na grond njang kweki unu” (“We zijn opgevoed met aardvruchten”), zegt een man. 

Productieverhoging en afzet

De productie van voedsel is meestal wel gering om goed eraan te kunnen verdienen. De landbouwers in het binnenland moeten de nodige ondersteuning krijgen van het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij om de productie te verbeteren en te verhogen. 

Afzet is ook een van de grote uitdagingen voor de ontwikkeling van de agrarische sector in het binnenland. Volgens Jack Leeroy, gewezen directeur van het Directoraat Agrarische Ontwikkeling Binnenland. moeten de agrariërs in het binnenland zich focussen op producten met een hogere waarde en waarvoor afzet is. In dit geval gaat het om producten zoals gember, cassave, kokos en rijst. Deze landbouwers in het binnenland kunnen dan ook verdienen, maar tegelijkertijd een wezenlijke bijdrage leveren aan het garanderen van de voedselzekerheid in Suriname. 

VP

error: Kopiëren mag niet!