Doodstraf officieel geschrapt uit Militair Strafrecht

De doodstraf is nu officieel geschrapt uit het Wetboek van Militair Strafrecht. De Nationale Assemblee heeft donderdag 12 augustus met 37  algemene stemmen de wetswijziging hiertoe goedgekeurd. Met de goedkeuring van deze wetswijziging is Suriname officieel toegetreden tot het 2e Facultatief Protocol van het BUPO Verdrag (internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten). Dit protocol heeft als doel volledige afschaffing van de doodstraf. Suriname heeft op 28 december 1976 het BUPO Verdag geratificeerd.

Het ministerie van Justitie en Politie heeft de minister van Defensie erop gewezen, dat Suriname binnenkort geevalueerd wordt. Daarom is actie ondernomen om de wetgeving in overeenstemming te brengen met het verdrag. Ruim 140 landen hebben de doodstraf uit hun nationale wetgeving geschrapt. In 2015 is met de wijziging van het Surinaams Wetboek van Strafrecht de doodstraf reeds geschrapt. Toen werd er al op gewezen dat dit ook uit het Militair Strafrecht moet worden geschrapt.

Achtergrond

Het VN Comité heeft in haar 3e ICCPR rapport van 2015 (International Covenant on Civil and Political Rights, ICCPR, ook wel BUPO) de Republiek Suriname aangemoedigd al het nodige te verrichten, teneinde de doodstraf uit het Wetboek van Militair Strafrecht te schrappen en toe te treden tot het 2e Facultatief Protocol van het BUPO Verdrag. Dit protocol heeft als doel volledige afschaffing van de doodstraf. Om volledig te kunnen voldoen aan de BUPO verdragsverplichtingen en om toe te kunnen treden tot het 2e Facultatief Protocol, heeft Suriname en met name het ministerie van Defensie besloten de afschaffing van de doodstraf te actualiseren.

De keuze voor het verwijderen van deze bepaling uit het Militair Strafrecht is overeenkomstig de redenen als genoemd in de toelichting op artikel 9 van Wet van 30 maart 2015, houdende nadere wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met herziening van het Wetboek van Strafrecht.

Het Assembleelid Cherryl Dijksteel (VHP) die de Commissie van Rapporteurs van het wetsontwerp voorzat, noemde de drie belangrijkste redenen waarom de doodstraf uit de wet geschrapt moet worden. Op de eerste plaats, omdat het een dode letter is in de wet. In de praktijk wordt de doodstraf sinds 1927 niet meer toegepast. Ten tweede gaat het om principiele redenen, waarbij de overheid zich niet het recht kan toeeigenen om deze ultieme straf ten uitvoer te brengen. En het derde argument betreft praktische redenenen, namelijk dat de doodstraf absoluut en onomkeerbaar is. Eenmaal een ten uitvoer gebrachte doodstraf kan niet middels een herziening van het vonnis worden hersteld.

Assembleevoorzitter Marinus Bee heeft na de stemming een ieder gefeliciteerd die gewerkt heeft aan de wetswijziging. “Wij hebben samen ervoor gezorgd dat een belangrijk artikel uit het Wetboek van Militaire Strafrecht is geschrapt.”

error: Kopiëren mag niet!