OM ontkent handelen in strijd met goede procesorde in ‘houtblokken’zaak’

Het Openbaar Ministerie (OM) is van oordeel dat er geen sprake is van vormfouten met betrekking tot de rechtmatigheid van de detentie van de verdachten in de zogeheten “Houtblokken zaak”, zo laat het OM donderdagmiddag 24 juni in een uitgebracht persbericht weten. Dit naar aanleiding van het volgende:  

  • De inverzekeringstelling van de verdachten is verlengd voor de duur van 30 dagen ex. art. 50 Wetboek van Strafvordering. De laatste dag van de verlenging inverzekeringstelling is op 17 juni 2021 gesteld.
  • Daar er ernstige bezwaren aanwezig zijn tegen de verdachten heeft het Openbaar Minister een vordering tot bewaring ingediend bij de Rechter Commissaris ex. art. 55 lid 1 Wetboek van Strafvordering. Voormelde vordering is op 16 juni 2021 in behandeling genomen door de Rechter Commissaris. Het bevel tot bewaring is verleend aan het Openbaar Ministerie met ingangsdatum 18 juni 2021 en wel voor de duur van 30 dagen.
  • Het strafdossier is op het Parket op maandag 21 juni 2021 retour ontvangen van het Kabinet van de Rechter Commissaris. Het Openbaar Ministerie werd op 22 juni 2021 in de ochtend in kennis gesteld door Parketwacht dat de beschikkingen betreffende de verleende bewaringen niet zijn uitgereikt, vanwege het feit dat hun vervoer defect was.
  • Het Openbaar Ministerie heeft vervolgens de nodige inspanningen op 22 juni 2021 gepleegd en zijn alle beschikkingen op voormelde dag uitgereikt aan de verdachten.

Het niet of niet tijdig uitreiken van beschikkingen van bewaring heeft volgens het Wetboek van Strafvordering geen juridische consequenties. Het Openbaar Ministerie verwijst naar artikel 68 lid 5 Wetboek van Strafvordering. De wetgever heeft niet uitdrukkelijk vermeld binnen welke periode de beschikking moet worden uitgereikt, ook is niet vermeld dat de beschikking onverwijld moet worden uitgereikt.

De raadslieden van de verdachten hebben een verzoek tot vrijlating bij de Kortgedingrechter ingediend. Het Openbaar Ministerie heeft bovengenoemd standpunt kenbaar gemaakt bij de behandeling van het Kort Geding, namelijk dat de verdachten in de zogeheten “Houtblokken zaak” rechtmatig in voorlopige hechtenis zitten. De beslissing van de Kort Geding-rechter wordt afgewacht, aldus het OM.

error: Kopiëren mag niet!