Sterke instituten

Een veel gehoord adagium van de huidige President is, dat de door de vorige regering uitgeholde instituten versterkt dienen te worden. Volgens hem een voorwaarde om de ontwikkeling van het land op spoor te brengen.

Elke burger, die het algemeen belang prioriteit geeft, zal deze intentie van de President toejuichen. Daarom wordt de fysieke versterking van de Rechterlijke Macht alom geprezen. Echter zijn voor een evenwichtige ontwikkeling van de samenleving alleen sterke instituten niet voldoende. Naast de bemensing met integere en bekwame personen, moeten de instituten met wetgeving en/ of regelgeving ondersteund worden. De instituten moeten gezag uitstralen en het vertrouwen van de burgers genieten.

Wij vragen ons af of dit vertrouwen aanwezig is als het instituut van de VP zo vaak bekritiseerd wordt. Recentelijk zagen we in een lokaal dagblad een spotprent waarbij 400 gegadigden worden opgeroepen om te solliciteren naar de functie van beleidsmedewerker. Voor de kritische lezer is het duidelijk dat er spot wordt gedreven met de benoeming van de heer Bordo tot beleidsmedewerker. Bovendien wordt geïnsinueerd dat de jeugd niet hoeft te studeren om topfuncties bij de overheid te bekleden. Terwijl er gesproken wordt het fenomeen dubbele functies bij de overheid bespreekbaar te maken, wordt de heer Bordo ook directeur van NIS. De geloofwaardigheid wordt op de proef gesteld.

Wij plaatsen grote vraagtekens achter de realisatie van het streven van de President. Te meer als we de perikelen rondom de beëdiging van de rekruten bij de politie in beschouwing nemen.

De President deelt het Parlement mede dat 70% van de rekruten van een bepaalde lichting niet aan de gestelde toelatingseisen voldoet. De President verwacht een ferme houding  van het Parlement. Maar wat doet het Parlement met die informatie? Zowel de minister van Juspol als de PG wordt door de politiebond onder druk gezet, terwijl zij de nodige ondersteuning door het Parlement moesten ontberen. Dit instituut durft om politiek opportunisme soms geen hard standpunt in te nemen.

Het is denkbaar dat bij een sollicitatie oproep enkele kandidaten zich aandienen, die niet aan de gestelde eisen voldoen. Maar als het percentage van sollicitanten, die niet aan de gestelde criteria voldoen, deze hoogte bereikt, dan lijkt er sprake te zijn van opzettelijke manipulatie. Wij kijken niet naar kandidaten die enkele centimeters korter  en/of enkele maanden ouder zijn. Wij letten wel op hun vooropleiding en het antecedentenonderzoek.

De politie heeft in de samenleving een bijzondere taak te vervullen. Politie agenten moeten voldoende uitgerust zijn met kennis en kunde, en van onbesproken gedrag zijn.

Het Parlement vraagt zich blijkbaar niet af hoe dit gekomen zou kunnen zijn en of er wettelijke regelingen getroffen moeten worden om in de toekomst zulks te voorkomen.

Is er sprake van versterking van het desbetreffende instituut, indien er geen maatregelen worden getroffen tegen de selectiecommissie, die compleet heeft gefaald en in strijd met de regelgeving heeft gehandeld?

Nu gebleken is dat al die kandidaten geslaagd zijn ( ook die met een lagere vooropleiding ), rijst de vraag of de toelatingseisen op de schop moeten. Of moeten we stellen dat ook bij het afnemen van het examen er gemanipuleerd is ? Hoe is het mogelijk dat een kandidaat met een lagere school getuigschrift het eindexamen haalt ? Uitzondering daargelaten. Wat als bv een schooldirecteur van het Havo de toelatingseis tot dit schooltype niet in acht neemt en leerlingen, die niet geslaagd zijn voor het toelatingsexamen, toch inschrijft op het Havo?

Toelatingseisen tot elke opleiding zijn door ter zake deskundigen geformuleerd en door het bevoegd gezag vastgesteld, en mogen niet eigendunkelijk door een selectiecommissie terzijde worden geschoven.

We moeten helaas vaststellen dat de President een lange weg te gaan heeft alvorens de Instituten met gezag gaan handelen en het vertrouwen van de samenleving zullen genieten.

Soerdj Badrising & Jack Mohanlal

error: Kopiëren mag niet!