Strafzaak tegen Hoefdraad verdaagd naar 22 december

Procureur-generaal (pg) Roy Baidjnath Panday vindt dat aan alle wettelijke eisen voldaan is om de dagvaarding te betekenen aan de verdachte ex-minister van Financiën, Gillmore Hoefdraad. Hij vroeg de rechters van het Hof van Justitie vrijdag daarom om de opgeworpen excepties van de drie advocaten Irene Lalji, Murvin Dubois en Frank Truideman te verwerpen en vervolgens over te gaan tot behandeling van de zaak. De zaak is verdaagd naar dinsdag 22 december. Volgens de pg is aan de griffier, door medewerking van de parketwacht, een akte van uitreiking van de dagvaarding verstrekt waaruit blijkt dat er aan de wettelijke termijn van vier dagen voor de uitreiking is voldaan. Hij geeft dat een medewerker van de parketwacht op 27 november naar het woonadres van Hoefdraad was geweest om de dagvaarding bestemd voor Hoefdraad aan hem uit te reiken. Op zijn woonadres is Hoefdraad niet aangetroffen. De politiefunctionaris werd door een beveiligingsmedewerker te woord gestaan die geen huisgenoot is. Daarom kon de dagvaarding niet op het woonadres van de verdachte worden uitgereikt. De dagvaarding is op 27 november uitgereikt aan districtscommissaris van Paramaribo-Noordoost, omdat het woonadres van Hoefdraad onder dit ressort valt.

FR

error: Kopiëren mag niet!