Verklaring Bouterse in rechtszaal heeft geen juridische relevantie

Ex-legerleider Desi Bouterse heeft maandag tijdens de behandeling van zijn verzetzaak bij de Krijgsraad verklaard dat gelet op de complexiteit en de gebeurtenissen tijdens het 8 Decemberstrafproces er helaas nooit aan waarheidsvinding is gedaan en dat de Krijgsraad talrijke voor hem en anderen ontlastende verklaringen niet heeft meegenomen bij het wijzen van het vonnis eind vorig jaar, alwaar hij voor 20 jaar cel is veroordeeld voor de moord van 15 mannen op 8 december 1982. Kennelijk was er volgens Bouterse geen ander oogmerk dat om de a priori gedoodverfde moordenaars in de ogen van de samenleving nog een extra onnodig smet te bezorgen door af te gaan op de lastercampagnes van de kolonisator. De ex-president is ervan overtuigd dat de geschiedenis ook hem zal vrijspreken van alle schuld aan het trieste, traumatische gebeuren van 8 december 1982. Hugo Essed, advocaat van de nabestaanden, vindt dat Bouterse een sterk politiek statement heeft afgelegd, maar dat dit statement verder niet van juridische relevantie is. Belangrijk zijn de excepties opgeworpen door Irvan Kanhai, de advocaat van Bouterse. Op 29 januari 2021 zal de auditeur-militair aan het woord komen.

Excepties Kanhai: Dagvaarding nietig; Krijgsraad mocht Amnestiewet niet buiten toepassing laten

Wat volgens Essed wel relevant is, zijn de excepties opgeworpen door Kanhai. Eén van deze excepties heeft betrekking op de vraag of Bouterse op de juiste wijze is gedagvaard voor de behandeling van dit verzet. Kanhai is van mening dat een onbevoegde de dagvaarding heeft getekend. Ook heeft de dagvaarding niet binnen de wettelijk gestelde termijnen plaatsgevonden en dat de dagvaarding ook niet de juiste informatie bevat. Hierdoor zou deze dagvaarding van Bouterse naar mening van Kanhai nietig moeten zijn. De tweede exceptie van Kanhai is dat de Krijgsraad helemaal onbevoegd is geweest om überhaupt een vonnis te wijzen in deze zaak door de Amnestiewet buiten toepassing te laten. Naar mening van de advocaat van Bouterse komt die bevoegdheid alleen de burgerlijke rechter toe en niet de strafrechter.

Reden over 12 jaren niet in rechtszaal verschijnen niet geloofwaardig

Bouterse stelde in de rechtszaal dat hij nu pas beseft dat hij een denkfout heeft gemaakt door 12 jaren, vanaf 2007, niet lijfelijk te verschijnen in de rechtszaal gedurende de behandeling van het 8 decemberstrafproces. De hoofdverdachte ging al die tijd ervan uit dat aangezien zijn advocaat, Kanhai, namens hem het woord voerde, hij daarmee automatisch ook aanwezig werd geacht. Vooral gezien het feit dat hij tijdens het gerechtelijk vooronderzoek persoonlijk nog zijn bijdrage heeft geleverd bij de rechter-commissaris. Hij bood daarvoor zijn verontschuldigingen aan. Essed vindt deze verklaring niet echt geloofwaardig. “Het is een simpele, maar niet echt een geloofwaardige verklaring”, aldus Essed. 

Niet in militair tenue, maar donker kostuum

In tegenstelling tot januari dit jaar verscheen Bouterse niet in militair tenue, maar in een donker kostuum. Een groot aantal NDP-aanhangers was aanwezig om hun steun aan de partijleider te betuigen. Ook zijn vrouw Ingrid Bouterse-Waldring was aanwezig. Al tegen kwart voor acht stond een groepje sympathisanten op hem te wachten in de omgeving van de Palmentuin.  Een van de aanwezigen was de activist Sibrano Pique, die diverse keren met een handjevol aanhangers tegen het beleid van de regering Santokhi-Brunswijk heeft gedemonstreerd. Bouterse heeft even met hem gesproken alvorens het gerechtsgebouw binnen te gaan. Ook aanwezig waren ex-parlementariërs Rajiv Ramsahai, Amzad Abdoel, Rossellie Cotino, Daniella Sumter en de NDP-assembleeleden Rabin Parmessar en Stephen Tsang. Grote afwezige was NDP-kopstuk Ashwin Adhin tegen wie een vordering in een andere strafzaak is ingesteld door het Openbaar Ministerie.

Ook verdwenen bewijsmateriaal meenemen

Bouterse sprak de hoop uit dat de Krijgsraad bij deze verzetzaak zijn verzoek tot het doen van onderzoek een dag na de traumatische gebeurtenissen, waaronder het verhoor van inspecteur Herman Doorson, het opbergen van de resultaten van dit onderzoek in de kluizen van de Surinaamsche Bank en de mysterieuze verdwijning daarvan en alle andere genegeerde aspecten in deze complexe zaak, meeneemt. Hij stelde in verzet te zijn gekomen, niet alleen om het onrecht dat hem en de andere veroordeelden is aangedaan gecorrigeerd te krijgen, maar ook ter vermijding c.q. ter mitigering van de gevaarlijke consequentie van het gevoerde strafproces en de opgelegde vonnissen.

FR

error: Kopiëren mag niet!