Voortzetting onlineonderwijs in nieuw schooljaar vergt integrale aanpak en kapitaal

De voorbereidingen van het Onderwijsministerie om de scholen op 1 oktober te starten, zijn in volle gang. Wat daarbij zeer vaag is, is in welke mate online onderwijs deel zal uitmaken van het geheel. De onderwijskundige, Soenderpersad Hanoeman, heeft eerder gesteld dat afstandsonderwijs een heel ingewikkelde aangelegenheid is, en niet te vergelijken is met tv-onderwijs. Naar zijn mening kampt het onderwijs met een afwijkende situatie waar Suriname nog niet zover is om afstandsonderwijs adequaat vorm te geven.

Dat is ook gebleken in de praktijk. Doordat afstandsonderwijs voor Suriname een nieuwigheid is en Covid-19 abrupt heeft toegeslagen, zijn de scholen en het Onderwijsministerie niet erin geslaagd om goed digitaal onderwijs tot stand te brengen. De scholen hebben voornamelijk via Whatsapp en Zoom contact onderhouden met hun leerlingen. Dat is echter een druppel op een gloeiende plaat; digitaal onderwijs omvat veel meer dan alleen videobellen. Vanuit het ministerie is er geen specifieke educatieve software opgezet/ingehuurd om de leerstof bij alle vakken digitaal mogelijk te maken. Dat vergt bovendien kapitaal. Het verwijt is dat er niet eens voldoende lesmateriaal is om in de klassen te gebruiken, laat staan richting modernisering te gaan.

De niet-examenstudenten van Havo 2, Lyco I en II, VWO 4, SGK en SPI hadden publiekelijk kenbaar gemaakt dat de gap in leerstof alleen maar groter is geworden doordat de leraren, in de periode dat de scholen gesloten moesten worden door Covid-19, geen enkele vorm van onderwijs hebben verzorgd. De vraag is dus welk model de Onderwijsminister, Marie Levens, zal hanteren om het komend schooljaar vlot te laten verlopen. De klok tikt en er is veel werk aan de winkel.

KSR

error: Kopiëren mag niet!