Keti Koti 2020: “Het gaat niet goed met de creool”

De herdenking van Keti Koti, een beroemde dag uit de geschiedenis van Suriname, staat voor de deur. De voorvaders hebben gestreden om een einde te maken aan het koloniale juk. De betekenis van deze datum heeft te maken met vrijheid en zelfstandigheid.

Ras

De ervaring heeft geleerd dat praten over rassenkwesties, zich op glad ijs begeven inhoudt. “Iedereen is als de dood om voor racist uitgemaakt te worden. Maar men hoeft het oor maar te luister te leggen om hier en daar en overal uitingen van raciale vooroordelen op te vangen”, werd opgemerkt tijdens een politieke vergadering.

Fel antiracist

“Iedereen is verbaal fel antiracist, maar in de praktijk is de optelsom raciaal. Niet alleen in de politiek, maar ook op het persoonlijk vlak speelt ras een rol. Wij hebben het niet over iets kwaadaardigs. Rasbewustzijn, het eigene, is onlosmakelijk verbonden aan de mens. Doet er niet toe tot welke etnische groep je behoort. Het goede van een multi-etnische samenleving hangt in belangrijke mate af van hoe ermee wordt omgegaan. ”

Nakomelingen van slaven

“Door de jaren heen heeft menig burger zich uitgesproken. Het gaat niet goed met de creool. Het is een arme bevolkingsgroep om niet te spreken van de armste. De nazaten van de slaven verkeren anno 2020 in een zwakke tot zeer zwakke sociaaleconomische positie.”

Creolen voelen zich gekweld

“Een laag inkomen, jeugdwerkloosheid en gebrek aan huisvesting kwellen de Creool. In vergelijking met de inheemsen, de marron, de hindoestaan en de javaan is de creool onderling het meest verdeeld, ook in de politiek. Daarom heb je zoveel politieke partijen met een creoolse origine.”

Dankbaar, maar allerminst voldaan

Politicus Johan Adolf Pengel tijdens de herdenking van 100 jaar Keti Koti in 1963: “Dankbaar zijn wij, maar allerminst voldaan. Er moet huisvesting, voeding, werk en onderwijs zijn voor allen zonder uitzondering. En die ‘allen’ in Suriname zijn geëmancipeerden. Zij hebben recht op een menswaardig leven, een menswaardig bestaan.”

Volwaardigheid

“Zij hebben allen zonder uitzondering recht op passend onderdak, volwaardige voeding, voldoende werkgelegenheid voor arbeid tegen een redelijk loon en genoegzaam grond om te bewerken. Geen van hun kinderen mag deugdelijk onderwijs, goede medische verzorging en een hoopvolle kans op de toekomst tekortkomen.”

Plicht

“Het is een recht dat bij de voortgeschreden emancipatie hoort, een emancipatie die ons tevens de plicht oplegt, met alle kracht te streven naar de verwerkelijking van deze grondrechten van de vrije mens. Wij zijn dankbaar maar niet voldaan. En ook nog niet moe’, aldus Pengel in 1963.

HD

error: Kopiëren mag niet!