In verband met 146 jaar Hindoestaanse Immigratie werden bloemen gelegd bij het Baba en Mai-monument. Gister was het precies 146 jaar geleden dat de Hindostaanse immigranten voet aan wal zetten in Suriname, maar ook de dag waarbij Eid-Ul-Fitre door de moslimbroeders en -zusters werd gevierd. Op 5 juni wordt in Suriname jaarlijks de Hindoestaanse Immigratie herdacht. Na de afschaffing van de slavernij in 1863 en het aflopen van de periode van het Staatstoezicht in 1873, was het koloniale Bestuur in Suriname genoodzaakt nieuwe arbeidskrachten te rekruteren uit Azië. Zo kwamen de contractarbeiders uit India in Suriname aan in 1873.
Bij de viering van dit heugelijk feit gisteren werden verschillende toespraken gehouden. Ook waren verschillende hoogwaardigheidsbekleders aanwezig, onder wie de vicepresident van de Republiek Suriname, Ashwin Adhin, de ambassadeur van India in Suriname, Mahender Singh Kanyal, en de voorzitter van de Culturele Unie Suriname (CUS), Anil Manorath. In zijn toespraak gaf vicepresident Ashwin Adhin een korte geschiedenis over de voorouders. “Wij moeten tevreden en dankbaar zijn. Als wij dankbaar zijn, moeten wij ook terugdenken aan onze voorouders, dat ze gekomen zijn en wat ze gedaan hebben voor ons.” Ook dankte de vicepresident de verschillende organisaties die de cultuur promoten. “De organisaties die onze unieke schoonheid aan elkaar wijzen en onze culturele verscheidenheid promoten.”
TM
