De perikelen rond het ouder worden

Ik was met vrienden wat vakantiehuisjes aan het bekijken. De verhuurder hield zijn praatje. Bij een van de huisjes legde hij speciaal de nadruk op het woord senioren. Hij zei: “En dit is een bungalow voor seniorenburgers. Natuurlijk vroeg ik me af waarom hij speciaal dit exemplaar een senioren bungalow noemde. Ik keek rond en verwachtte wat extra faciliteiten te zien die het leven van een bejaarde wat zouden vergemakkelijken zoals handgrepen bij de toiletten. Ik zag echter niets extra’s. Deze bungalow was een kopie van de anderen. Tijdens zijn verdere uitleg, viel het kwartje, in deze slaapruimte stond er geen tweepersoonsbed maar twee afzonderlijke bedden. Deze man had dus verzonnen dat echtparen die de 60 zijn gepasseerd niet meer de behoefte hebben om samen in een bed te slapen. Ik kon erom lachen en deed het idee schouderophalend af als belachelijk. Toen ik echter op een dag een fiets wilde huren werd ik geconfronteerd met nog zo’n vooroordeel: Ik heb jarenlang gefietst en plots werd mij aangeraden het mezelf gemakkelijk te maken en een elektronische fiets te huren. De verhuurder keek slechts naar mijn leeftijd en besliste op dat moment dat een gewone fiets te vermoeiend voor mij zou zijn. Dat was best irritant. Een van de vrouwen ging op een ochtend naar de dokter. Op mijn vraag hoe het doktersbezoek was verlopen, barstte ze los:” O vrouw, het was weer hetzelfde liedje. Weer kreeg ik als seniorenburger een behandeling alsof ik al met een been in het graf lag. Mijn klachten werden niet zo serieus genomen als die van een jongere. Ik werd snel afgescheept met een recept en met de zin ‘ach dat is bot slijtage, u zult er mee moeten leren leven.’ Na deze voorvallen ging ik er bewuster op letten en langzaam begon het tot me door te dringen dat veel mensen rare ideeën hebben over het ouder worden en over de wensen en verlangens van senioren burgers. Met andere woorden een 60-plusser krijgt automatisch het stempel op gedrukt van is zwak, kan minder, heeft minder nodig, heeft geen behoefte meer aan knuffelen en vrijen.
Verschil in behandeling.
Dit fenomeen zie je regelmatig in de samenleving. Zodra mensen de zestig zijn gepasseerd, worden ze anders behandeld. Ze worden vaker ontzien en men probeert het leven wat gemakkelijker voor ze te maken. Een voorbeeld is het bordje dat bij vele loketten aangeeft dat de 60-plusser een voorkeursbehandeling krijgt. Dit is een sociaal gebaar van de samenleving naar de bejaarde toe. Er zijn echter ook mensen die de bejaarde ruw en respectloos behandelen. Een bejaarde krijgt bijvoorbeeld vaak geen voorrang meer als ze in de bus stapt. Ze wordt ruw aan de kant geschoven omdat een jongere een zitplaats wil bemachtigen. Ze worden vaak overvallen en mishandeld. De vraag rijst waarom het verschil in behandeling van een seniorenburger. De seniorenburger van toen werd gezien als wijs, als iemand waar je van kon leren. Er was respect. In hun jonge jaren werd het fatsoen ze met de moedermelk gevoerd dus als bejaarde zat het fatsoen er automatisch goed in. Ze straalden het uit naar de samenleving en als een boemerang kregen ze het terug. In de huidige samenleving echter zijn fatsoen, waarden en normen ver te zoeken Als deze groep dan oud wordt, zit het fatsoen er dan ook niet in. En wat er niet in zit, kan niet uitgedragen worden. Misschien wordt daarom de seniorenburger van nu vaak niet met respect behandeld. Het is zoiets als wat je zaait zal je oogsten.
Dat een bejaarde wordt ontzien, is een prettige gedachte en velen vinden het fijn dat er rekening met ze wordt gehouden. Het gaat er echter om hoe het wordt gebracht. Is de benadering vriendelijk, oprecht en waardig of onoprecht en ongeduldig? (ik hou rekening met je omdat je oud bent maar prettig vind ik het niet).
De andere kant van de medaille is de reactie van de bejaarde zelf. De ene senioren burger vindt al die aandacht heerlijk en maakt er vaak zelfs misbruik van (ik ben pas 61 maar ga lekker in de zestig plus rij staan dan word ik eerder geholpen). En de andere bejaarde reageert geïrriteerd: ‘behandel me niet alsof ik niet volwaardig meer ben of al met een been in het graf lig.’ De een vindt het dus niet erg om voor bejaard te worden aan gezien en de ander wil het ‘ik ben nog jong’ proces zo lang mogelijk rekken.
Dan is er ook een groep in de samenleving die de seniorenburger misbruikt:
– Bijvoorbeeld de politiek. Toen er in Nederland bezuinigd moest worden om de begrotingen rond te krijgen, heeft men het op de bejaarden verhaald. ‘Ach de kinderen zijn de deur uit, werd er geredeneerd, dus de lasten voor de seniorenburger zijn wat minder, dus mogen ze best meer belasting betalen.
– De bejaardentehuizen en de thuishulp kregen geen subsidie meer en de tehuizen die het financieel niet konden trekken, werden gesloten.
– Ook sommige kinderen maken misbruik van hun bejaarde moeder. Vele seniorenburgers worden gebombardeerd tot oppas voor de kleinkinderen. Nadat ze zoveel tijd en energie hebben gestopt in het opvoeden van hun eigen kinderen, kunnen ze het hele proces weer doorlopen met kleinkinderen.
Een gezegde luidt: ‘ouderdom komt met gebreken.’ De seniorenburgers zitten inderdaad in een fase van hun leven dat niet alles meer vanzelfsprekend is. De klussen die ze vroeger nog even tussendoor deden, kosten nu wat meer moeite. Ze ontdekken spieren waarvan ze het bestaan nooit geweten hadden. Het is inderdaad ook de fase waarin zij zichzelf iets meer in acht moeten nemen. Toch zou ik ervoor willen pleiten om ze niet allen over een kam te scheren. Een zestiger kan zich erg afhankelijk opstellen terwijl een negentigjarige nog flink en onafhankelijk kan functioneren. Elk mens is een individu (jong of oud) en wil ook als een individu worden gerespecteerd en gewaardeerd. Wat wij vooral niet moeten vergeten, is dat we allemaal eens een zestigplusser worden. Wat je niet voor jezelf wilt, doe het dan een ander niet aan.
“Granma koto ben grati, bifo a fesi kon proi proi, ma no prefoeroe foe teki
mi woron bro froitie! Hatsjee!!!!
Josta Vaseur

error: Kopiëren mag niet!