In DNA is door de minister van Onderwijs geprobeerd om de instelling van een trainingsautoriteit te verdedigen. De SNTA is lang aan de orde en is de laatste tijd vaak aangehaald tijdens de begrotingsbehandelingen. Door enkele leden van het parlement en ook de voorzitter is aangegeven dat dit instituut in principe thuis hoort bij het departement, dat belast is met de vakscholing en het departement dat belast is met de arbeidsmarkt. Op deze opmerkingen is niet afdoende antwoord gegeven door de minister van Onderwijs. Ook is tijdens de behandeling aan de orde gekomen de behoorlijke lening die zal worden genomen door de regering om het instituut op te zetten. Inmiddels zijn er al behoorlijke bedragen uitgegeven aan trainingen, maar het is niet bekend wie allemaal zijn getraind en waarvoor ze zijn getraind. Ook is onduidelijk of met de trainingen het bestaande capaciteitsgebrek al is opgegeven. Het doel van de Suriname National Training Authority zal zijn om het technisch en beroepsonderwijs en trainingen in Suriname te verbeteren en beter te laten aansturen op de behoefte van de arbeidsmarkt, om zo onze werknemers beter te ontwikkelen, “employability” te vergroten en de economie van ons land een extra stimulans te geven. Hier komen belangrijke zaken aan de orde. De opleiding van burgers moet in twee richtingen worden aangestuurd. Ten eerste moeten wij weten welke soort werknemers de economie van ons in de toekomst nodig zal hebben en in welke aantallen. Wij moeten dan onze kinderen aansturen om in die richtingen te gaan studeren. Verder moeten wij onze onderwijsinstellingen sturen om in die richtingen studies aan te bieden en genoeg plaats in te ruimen daarvoor. Daarnaast moeten wij onze instellingen, die technisch en vakonderwijs verzorgen, zodanig begeleiden dat hun curricula voldoen aan de eisen van de verschillende sectoren. Daarbij moet rekening gehouden worden met de manier waarop er nu wordt geproduceerd en de eisen die de markt stelt aan de productie van goederen en diensten. De SNTA zal dus ervoor moeten zorgen dat we niet voor niemendal in een bepaalde richting mensen laten afstuderen, terwijl er in die richting geen werk is. Ze zal ervoor zorgen dat onze instituten, die werkers opleiden, over de juiste vaardigheden en kennis beschikken. Cijfers zijn in dit geval van enorm belang, met name van de arbeidsmarkt. Ook moeten de werkgevers steeds aangeven wat er nodig is aan werkers en hun niveau van kennis. Hier zal van Investsur ook informatie moeten komen, zodat we bij grootschalige investeringen de Surinaamse werkers kunnen leveren en niet mensen van buiten hoeven te importeren. Verder zal de SNTA samen moeten werken met het productiviteitscentrum, dat recent in DNA is goedgekeurd, omdat de training van werknemers zodanig moet plaatsvinden dat er een verhoogde productiviteit ontstaat.
De doelstelling van de SNTA is immers het versterken van de productiviteit en het
concurrentievermogen van Suriname, door het stellen van regionaal dan wel internationaal
geaccepteerde kwaliteitseisen en beroepsstandaarden op het gebied van technisch- en
beroepsonderwijs en trainingen. Internationaal is dat bekend als Technical and Vocational Education and Training (TVET). De discussie over een SNTA begon toen in het kader van vrij verkeer van personen binnen Caricom, het probleem van de uniformiteit van diploma’s en de competenties die daarmee gepaard dienden en behoorden te gaan, aan de orde kwam. Regionaal zou er aansturing moeten plaatsvinden en nationaal zijn dan de NTA’s de focalpoints. Suriname zou als Caricom-lidland en dus als lid van de Canta, gecommitteerd hebben het
technisch en beroepsonderwijs af te stemmen op de vraag van de
markt. Canta staat voor Caribische Associatie van Nationale Trainingsautoriteiten. Er is dan sprake van markt gestuurd (market – driven) of vraag gestuurd (demand – driven)
TVET. Om dit doel te bereiken, wordt er een kwalificatiestructuur met eindtermen (Qualification Framework with Occupational Standards, including Quality Standards) ontwikkeld en voortdurend onderhouden. Dit ontwikkelen en onderhouden geschiedt binnen het kader van de SNTA. De SNTA zal de kwaliteit van alle trainingen voortdurend monitoren. Competenties moeten onder andere vergelijkbaar en gelijkwaardig zijn aan de Caribbean Vocational Qualifications (CVQ). Elk lidland van de Caricom zo ook Suriname dient een National Training Authority op te richten, die als instrument dient om de nationale training en certificering volgens Canta receptuur te ontwikkelen en uit te voeren. De voornaamste taken van de SNTA zullen zijn het ontwikkelen, implementeren en onderhouden van een kwalificatiestructuur naar de
richtlijnen van de Canta, het erop toezien dat deze worden toegepast en het certificeren van instellingen. Hier moet door de regering nog duidelijk worden aangegeven wat het verschil is tussen het accrediteren volgens de Wet Nova. Het verschil tussen het certificeren door SNTA n het accrediteren door Nova moet duidelijk zijn. En door DNA moet streng gelet worden op de besteding van de lening en nagegaan moet worden of het per se nodig is om deze lening in deze omvang aan te gaan.
