Van aanvang tot heden, onderwijs in het binnenland (deel 3 slot)

Ik heb het in de tweede aflevering onder ander gehad over de nucleuscentra welke thans ook wordt aangeduid als onderwijscoördinatiecentra. Het nucleuscentrumidee is praktisch bekeken een pedagogisch-didactisch vormingscentrum voor jong en oud. De twee pilot nucleuscentra hebben vanaf de openstelling tot 2012 hun bestaansrecht bewezen. In die periode hadden beide centra een redelijk goed functionerende begeleidingsunit, die de begeleiding van leerkrachten in een bepaald afgebakend gebied ter hand nam. Het is jammer dat de samenwerking tussen de coördinatoren en de inspectie-unit niet altijd positief was. Een belangrijk vereiste om de holistische benadering welke inherent was/is aan de nucleuscentrum gedacht, is dat de diverse diensten een zeer hechte samenwerking moeten hebben. Midden 2012 begon de werkzaamheden vanuit de nucleuscentra zienderogen achteruit te gaan. Thans functioneert het nucleuscentrum van Brokopondo heel erg slecht. Het kader (midden en hoge) heeft de brui aan gegeven. Het nucleuscentrum van Albina functioneert op bescheiden schaal. Dit alles vanwege onjuiste beleidsbeslissingen(wisselen van een coördinator)op instigatie van een persoon buiten het ministerie en de absentie van de noodzakelijke financieel materiële middelen. Pogingen mijnerzijds om de actie van buitenuit te neutraliseren, mislukte faliekant. Willen wij echt serieus, duurzaam en structureel de inhoudelijke kant van het onderwijs in het binnenland aanpakken, dan lijkt het mij prudent om, zij het na evaluatie, de nucleuscentrumgedachte verder vorm te geven. Een sterk functionerend nucleuscentrum biedt absoluut garantie voor de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs in het binnenland.
Verder heb ik in aflevering deel 1 gehad over bouwen van scholen en leerkrachtenwoningen. Het gaat in deze om de bouw van openbare scholen in alle hoeken van het binnenland.Ik moet hierbij stellen dat het primair ging om het onderwijs daar te brengen waar die afwezig was en niet in mindere mate het openbaar onderwijs in het binnenland te vestigen. Dit laatste vanwege de geschreven opvatting dat onderwijs staatszorg is. Deze opvatting, lees plicht, is terug te vinden in artikel 39 lid 1 en 2 sub a tot en met d van de grondwet. Er is bij de bouw van de nieuwe openbare scholen vanaf 1993 tot en met 2012 rekening gehouden met enkele factoren c.q. aspecten waaronder de groeipotentie van de school, de locatie, afstand van dorp/kamp naar de locatie, kleuterfaciliteit, verbeterde leerkrachtenwoningen. Aan de bouw ging derhalve altijd een schoolmapping vooraf. In bepaalde gebieden zijn er na overleg met onder ander de Baptisten gemeente overname plaatsgevonden. Ik mag vermelden dat het bouwen van nieuwe scholen en overname van een drietal schooltje van stichting, in gekaderd was binnen een conceptie die pas binnen hetgeen de grondwetgever in artikel 39 heeft aangegeven. Ook ten aanzien van het vervolgonderwijs op voj-niveau, is er een conceptionele benadering toegepast. Er is bijvoorbeeld gekozen voor regionalisering van de bouw van voj-scholen in het district Sipaliwini, dat tot 2006 geen enkel voj-school had. In west Sipaliwini werd in 2006 VOJ Apoero in gebruikgenomen.Vervolgens werden te Stoelmanseiland(oost)en te Atjoni(zuid) in 2009 de Voj-scholen in gebruikgenomen. Aan de scholen te Atjoni en Stoelmanseiland werden twee internaten gekoppeld. Dit vanwege de lange afstanden die leerlingen van bepaalde dorpen dagelijks te water zouden moeten afleggen om vervolgonderwijs te volgen. In de haalbaarheidsstudie aangaande de internaten, is vastgelegd dat het niet verantwoord zou zijn om leerlingen langer dan 1 uur middels schoolboten de school te laten bezoeken. Ook is gewezen op het gevaar van gevaarlijke soela’s(stroomversnellingen). De internaten te Stoelmanseiland en te Atjoni hebben een geplande capaciteit van respectievelijk 120 en 180 kinderen uitgaande van drie stapelbedden per kamer. De scholen die vanaf 1993 bijgebouwd zijn: OS Pikiensaron,OS Compagniekreek,OS Brownsweg, OS Afobakkaweg(overname),OS Duatra,OS Nw.Aurora, OS Goejaba 1, OS Goejaba 2, OS Grantatai, OS Godo, OS Bofokoele(overname), OS Tepu, OS Apetina, OS Kwamalsamutu(overname), OS Loka-Loka, OS Ampoematapu, OS Gakaba, OS Goninikreek-mofo, OS Ricanau-mofo, OS Alfonsdorp(dep), OS Albina 2, OS Pusugrunu(overname), OS Afobakka(dep), OS Bendikwai(dep), OS Manlobi(vanaf 2010 in aanbouw) en de voj-scholen Apoera, Stoelmanseiland en Atjoni.
Slotopmerkingen
In 1983 heeft de regering Errol Alibuks invulling gegeven aan het instellen van een speciaal orgaan binnen het ministerie van onderwijs. Dit orgaan heeft zijn bestaansrecht zichtbaar bewezen. Het orgaan, Bureau Onderwijs Binnenland, heeft tot op bepaald moment geheel buiten het partijpolitieke gezichtsveld kunnen opereren en successievelijk aan de gestelde doelen gewerkt. Op gegeven moment werd op instigatie van personen, die het vraagstuk onderwijs in het binnenland onvoldoende begrijpen, partijpolitiek ermee te spelen. Daarbij volledig voorbijgaand aan de vele wapen feiten, die voor een belangrijk deel door de instelling van dit speciaal orgaan bereikt zijn geworden. Met name na de vieze vuile binnenlandse oorlog waarbij alle scholen voor minstens vier jaar gesloten waren, om maar niet te spreken van de schade die aan gebouwen en leermiddelen aangericht waren. Het Bureau Onderwijs Binnenland heeft letterlijk en figuurlijk namens het ministerie een zeer cruciale rol vervuld bij de heropenstelling van de scholen in het binnenland vanaf 1990. Voorwaar geen gemakkelijke klus. Getuige de letterlijke bedreigingen van medewerkers van het bureau door de strijdende partijen. Daarnaast mag verwezen worden naar de eerder gestelde vestiging van het openbaar onderwijs, de upgraden van leerkrachten etc. De tragiek van het leven laat eens weer blijken dat de vernietiger beloond wordt. In elk geval moet de aanpak van het onderhavige vraagstuk niet met adhoc gepraat aangepakt worden. Het is aan te raden om doelgerichte en sustainable aanpak voor het vraagstuk in place te brengen. Verheffen van het Bureau tot een ontwikkelingsbureau c.q. directoraat, is sterk aan te bevelen. Dit idee of voorstel is vervat in het door Unicef gefinancierd onderzoeksrapport “ Visie en meer voor Onderwijs in het Binnenland” van drs. Mac-Donald. Dan pas zal er mijns inziens sprake zijn van hoge prioriteit geven aan achterstandsgebieden, in casu op onderwijsgebied.
Bert Eersteling

error: Kopiëren mag niet!