Coöperaties aanmoedigen

Coöperaties zijn belangrijke productie-eenheden die kleine producenten van goederen en diensten kunnen maken tot een grote organisatie. Coöperaties zijn een uitkomst voor kleine producenten in Suriname, maar daarvan wordt heel weinig gebruik gemaakt. Producenten blijven verdeeld en blijven elkaar zien als vijanden en concurrenten. Veel van deze producenten weten niet dat ze zich kunnen verenigen en men is zich niet bewust van het belang van het gezamenlijk ondernemen van een aantal activiteiten. Er is wetgeving gemaakt recent om de oprichting van coöperaties te vergemakkelijken, maar heeft dat geleid tot de oprichting van meer coöperaties? Dat lijkt niet het geval te zijn. Coöperaties moeten opgericht worden in gebieden waar de overheid niet aanwezig is. De aanwezigheid van de overheid is belangrijk om het bewustzijn te vergroten en daarvoor is soms fysieke contact met de producenten noodzakelijk. Dat betekent dat de overheid in contact treedt met de producenten en hen motiveert en bijstaat bij het oprichten van coöperaties. Dat geldt vooral voor de coöperaties die goederen produceren, zoals landbouwproducten. Doorgaans is de scholing van deze groep producenten laag en moeten ze begeleid worden om administratieve zaken af te handelen. Feit is nu dat het theoretisch mogelijk is om coöperaties op te richten, maar dat praktisch er geen zichtbare acties zijn om ervoor te zorgen dat coöperaties inderdaad worden opgericht. De meest succesvolle coöperaties in Suriname zijn de spaar- en kredietcoöperaties, waarvan een zelfs omgezet is tot een bank. De minst succesvolle zijn de landbouwcoöperaties en dat heeft te maken met corruptie binnen de organisaties en wanbestuur. Bovendien heeft het falen van deze organisaties ook te maken met een zeer laag democratisch gehalte binnen de organisaties; leden participeren niet, er worden geen vergaderingen gehouden. Als er vergaderingen worden gehouden, komen de leden niet opdagen. Als ze er zijn dan voeren ze het woord niet omdat ze het woord niet krijgen, niet op correcte wijze weten te communiceren of omdat ze schromen om te zeggen waarop het op aankomt. Dan wordt er geklaagd buiten de vergaderingen voor de winkels. Er rust ook een stigma op de coöperaties in Suriname en dat komt door het wanbestuur van de coöperatiebesturen. Er zijn coöperaties waarvan de besturen de bevoegdheid hebben gehad om binnen een toegewezen gebied (een ‘project’) grond toe te wijzen aan leden van de coöperatie. Daarbij wordt er veel corruptie gepleegd en er is geen instantie die toezicht houdt op deze coöperaties. Dit is een van de redenen waarom de leden dan op gegeven moment niet participeren en coöperaties niet kunnen uitgroeien tot bedrijven die ook zouden kunnen exporteren. Op de dag van de coöperaties vandaag merken we op dat terwijl de samenleving de productie wil diversifiëren, er heel veel ruimte is om de productie te organiseren via coöperaties. Er dient vanuit de regering meer gedaan te worden richting de daadwerkelijke oprichting van coöperaties in alle districten van Suriname. In principe moet de regering in elk district een districtsteam zetten dat zorgt voor de aanpak in de polders en de streken. De coöperatie is een Britse uitvinding, wordt gezegd. In 1760 zouden coöperatieve meelfabrieken geopend zijn in Woolwich en Chatham. De arbeiders zelf waren eigenaren van de fabriek en konden niet alleen meel, maar ook brood, boter en zelfs thee en suiker van de fabriek kopen. Robert Owen (1771-1858) werd door het idee geïnspireerd. Deze man heeft als ondernemer een heel belangrijke rol gespeeld, ook in het uiteindelijk tot stand komen van arbeidsverdragen en dat deze verdragen wereldwijde toepassing werden bestemd. In 1816 stelde Owen aan het Britse parlement voor coöperatieve gemeenschappen op te richten. Ook in Suriname zijn coöperaties verenigingen en is het allemaal geregeld in wetgeving uit de jaren ’40, die recent is aangepast. In de 19de eeuw werden ook voor de massa’s instructies uitgevaardigd voor het oprichten van coöperaties en het besturen van deze organisaties. De coöperaties hadden ook hun winkels en die winkels zijn er nog steeds in de wereld behalve in Suriname. Wat de bijdrage van coöperaties kunnen zijn, blijkt uit de volgende cijfers. In Frankrijk zijn er 21.000 coöperaties, die zorgen voor meer dan 1 miljoen banen. Dat is ongeveer 3.5 % van de beroepsbevolking in dat land. In Kenia is het levensonderhoud van 63% van de bevolking gerelateerd aan coöperaties. Ongeveer 250.000 Kenianen onttrekken hoofdzakelijk hun inkomen aan een coöperatie. In Colombia worden door het coöperatiewezen 137.888 directe banen gecreëerd en aanvullend 559.118 jobs als werker-eigenaar in werkerscoöperaties. Dit alles komt neer op 3.65% van de werkgelegenheid in het land. In de USA komen er in totaal 30.000 coöperaties voor die zorgen voor meer dan 2 miljoen banen. Hoeveel banen zijn verbonden aan de coöperaties in Suriname en hoeveel zou dat kunnen zijn?

error: Kopiëren mag niet!