Ferrier: “Voortzetten aluinaarde-industrie enige kans voor Suriname”

Ferrier Voortzetten Aluinaarde industrie de enige kans voor Suriname1“Laat mij eens een keer zien waar een landbouwproject is gelukt in de afgelopen 100 jaar. Anders dan rijst is het er niets. De mensen die schreeuwen over de landbouw, vraag hen wie van hen in de landbouw zit. Zullen zij hun kinderen in de landbouw laten zitten? Zij willen hun kinderen naar de universiteit sturen om technologie te studeren. Waar zullen zij werken als er geen industrieën zijn? Het is hinken op een verkeerde knop.” Dit zegt Deryck Ferrier in gesprek met Dagblad Suriname over de toekomstperspectieven van Suriname.
Suriname heeft volgens hem vooral qua de dienstensector veel potentie. Hier is de toerismesector inbegrepen. Landbouw ziet hij echter niet als een optie. Wat schaal betreft, is Suriname volgens Ferrier niet alleen vanwege haar bevolking, maar ook vanwege haar fysieke condities om de productie opgang te brengen, te klein. De enige 2 grote producten die Suriname ooit heeft gehad, zijn bauxiet en rijst. “Wij hadden long grain rice. Wij hadden 6% van de longrain markt in de wereld in de jaren ’50, ’60 en ’70. Wij hebben het verwaarloosd. Wij zijn technologisch niet meegegaan met de internationale ontwikkeling van rijst en rijstgebruik. Als wij dat hadden gedaan, hadden wij in Nickerie misschien een moderne pre-cooked rijstfabriek gehad. De wereld wil geen harde long-grain rice meer hebben. Wij waren vanaf 1945 tot 1975 een toonbeeld voor de wereld qua technologische rijstcultuur. Vele mensen zijn vergeten dat een groot deel van de mechanisatie van de rijstcultuur in Suriname heeft plaatsgevonden.
Het was niet alleen de SML, maar ook gewone Surinaamse bedrijven die deze ontwikkeling hadden gerealiseerd”, stelt Ferrier. “Als wij in 1958 de Brokopondo Overeenkomst niet hadden getekend, had Suriname volgens Ferrier in 1975 minder dan 200.000 inwoners overgehouden. Je hebt de scholen, de radio en tv. Mensen leren van een ander bestaan en gaan weg. Dat is typisch Suriname geweest, vanaf Suriname bestaat. Mensen gaan weg. Onze bevolking sterft in. Toen de overeenkomst kwam, is er ineens een nieuwe vorm van werkgelegenheid gekomen. Dat heeft ons bij elkaar gehouden. Als dit ook verdwijnt, zitten wij met goud dat straks op is. Dan houdt Suriname ook op. Dat betekent dat wij steeds minder in staat zijn om onze onderwijs- en gezondheidsfaciliteiten te kunnen financieren”, meent Ferrier.
De enige kans die Suriname volgens Ferrier zou hebben, ook al wordt er olie gevonden, is het voortzetten van de aluinaarde-industrie. En dit keer liever met lange termijndoelen op het oog. Geld hoeft geen probleem te zijn en is volgens hem dat ook niet. “Als je weet dat er landen in de wereld zijn waar bedrijven loeren op een mogelijkheid om zich in Suriname te vestigen, ga met ze praten. Blijf niet achter een Venezuela aanlopen. Ga met de Brazilianen, Uruguayanen of Argentijnen praten. Suriname moet geen geld geven. Zij hebben belangen. Laten zij het geld investeren. Jij moet de mogelijkheden laten zien. Het is nog niet verloren”, aldus Ferrier.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!