Op dinsdag 05 juni was het exact 145 jaar dat de eerste Hindoestaanse contractarbeiders vanuit India naar Suriname kwamen. Zij werden voornamelijk voor landbouwactiviteiten ingezet. Als contractarbeiders hadden ze de keus om na het verloop van hun contract terug te gaan naar India, echter kozen zij ervoor om in Suriname te verblijven. Zij die ervoor kozen om hier te blijven, kregen een groot areaal, welke aangewend werd om landbouw uit te oefenen. En zo ontstond de agrarische sector in Suriname. Het is eveneens niet verbazingwekkend dat deze sector anno 2018 grotendeels door Hindoestanen in stand wordt gehouden, merkt de landbouwkundige Soedeshchand Jairam, tevens leider van PV 2020, op. In gesprek met Dagblad Suriname stelt hij dat de Hindoestaanse immigratie niet alleen gezien moet worden als een dag om te feesten, maar vooral om aandacht te besteden aan de agrarische sector. “In die 145 jaren hebben de Hindoestanen een enorme bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van Suriname, in het bijzonder de landbouwsector. Zij zijn degenen die Suriname de dag van vandaag voorzien van hoofdvoedsel. Ondanks hun vele offers zien we dat er weinig aandacht wordt geschonken aan de agrariërs.”
Jairam heeft vaker gesteld dat de voedselvoorziening de basisvoorwaarde is voor de ontwikkeling van een land. Dit is bijvoorbeeld te zien aan de ontwikkelde landen, waar de autoriteiten de agrarische sector als een prioriteit beschouwen. Hij betreurt het dat deze sector thans geen aandacht krijgt in Suriname. Als politieke partij ligt de focus van PV 2020 voornamelijk op het faciliteren van de agrariërs. “De landbouwsector is een sector met de meeste risico’s. Als we alle bevolkingsgroepen vergelijken, zien we dat de Hindoestanen veel durf getoond hebben om in de landbouw te investeren. Al gaan ze soms failliet, toch geven ze niet op. Daarom zijn wij van PV 2020 trots op de Hindoestanen van Suriname”, aldus Jairam.
KSR
