Bauxietindustrie in Suriname (deel 1 van 8)

Bauxietindustrie in Suriname 1De Harrypersad Boedjawan Foundation heeft in verband met honderd jaar bauxietindustrie in Suriname het boek ‘De Man van Aluminium’ uitgegeven. Het relaas is opgetekend uit de monden van meerdere personen en laat het werk en de zienswijze van de Surinamer zien. Zij vertellen de historie zoals zij die hebben ervaren, vanuit hun beleving, over een periode waarin gedurende honderd jaar zo veel veranderde. Dagblad Suriname presenteert een samenvatting van deze publicatie in acht delen:
Bauxietindustrie in Suriname
Na de afschaffing van de slavernij in 1863 bleef Suriname vertrouwen op de landbouw. Na 1873 werden uit China, India en uit Nederlands Oost – Indië, contractarbeiders naar Suriname gehaald om het arbeidspotentieel te versterken. De landbouweconomie sukkelde en de tuinbouw kwam op gang. Aan het eind van de negentiende, begin twintigste eeuw, werd de aanwezigheid van bauxiet in Suriname aangetoond door de mijnbouwkundig ingenieur G.C. Dubois, die geologisch onderzoek deed in de kolonie. De ‘Aluminum Company of America’ (Alcoa), toonde in 1914 interesse voor de bauxietvoorkomens in Suriname.
Surinaamsche Bauxiet Maatschappij
De Eerste Wereldoorlog speelde een doorslaggevende rol in de belangstelling van het bedrijf voor Suriname. Voor de oorlogsindustrie was er aluminium nodig en die werd uit bauxiet gewonnen. De eerste persoon die in 1914 uit Amerika, onder de naam van Thomson, hierop afkwam, was een zekere Morest. De onderneming vestigde zich hier op 19 december 1916 als de Surinaamsche Bauxiet Maatschappij (SBxM).
Suriname rond 1916
Vanaf 1900 heeft het ontwikkelingsbeleid van Suriname zich toegelegd op de mijnbouw en de landbouw. De kleine landbouw werd gestimuleerd en bloeide. Toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak, stortte de economie van Suriname in elkaar. Suriname was, en is nog steeds, sedert de koloniale tijd een importeconomie, maar vanwege de oorlog waren de toevoerroutes afgesneden. De invoer kwam zo goed als stil te liggen. Er kon weinig geïmporteerd en geëxporteerd worden door de duikbotenoorlog. De plantage-economie was op haar retour, maar een gunstig gevolg van de oorlog was dat er een sterke toename van de plaatselijke productie van rijst, kokos, cassave en andere gewassen plaatsvond.
Natuurlijke hulpbronnen
Het gouvernement concentreerde zich echter op de natuurlijke hulpbronnen. Ondernemers, waaronder Nederlanders, Amerikanen, Fransen, Noren en anderen, kwamen hun geluk beproeven in de goudvelden en de houtkap. In 1903 werd er een begin gemaakt met de aanleg van een spoorweg naar het binnenland, ter ondersteuning van de goudwinning. In 1915 werd de weg Paramaribo-Saramacca aangelegd.
Onderzoek naar de aanwezigheid en het ontginnen van bauxiet
De kolonialen werkten ernaar toe om het land financieel zelfstandig te maken van Nederland. Er werd gewerkt aan een doelmatig bestuursstelsel. Er kwam een nieuw belastingstelsel. Uit de handelingen van de Koloniale Staten van Suriname, blijkt dat in 1917, bij de opening van het 52ste zittingsjaar van het college, de behandeling van de verordening, houdende bepalingen omtrent het doen van onderzoek naar de aanwezigheid en omtrent het ontginnen van bauxiet, werd aangekondigd. Op 16 maart werd het eindverslag van de ‘Bauxietverordening en de Bauxietbelasting’ uitgebracht. Het verslag werd in de vergadering van 26 maart behandeld en goedgekeurd. De vereiste goedkeuring van Nederland liet op zich wachten, pas toen Suriname de door het moederland opgelegde wijzigingen doorvoerde, kwam de goedkeuring. Uiteindelijk trad de Bauxietverordening en de Bauxietbelasting op 1 januari 1920 in werking.
(Wordt vervolgd)

error: Kopiëren mag niet!