OM persisteert bij strafeis

Het Openbaar Ministerie heeft maandag haar tweede beurt gepresenteerd in de strafzaak tegen de verdachten Surindra A. en Jeraitel V. Beide verdachten worden ontvoering en beroving van het slachtoffer Kries Kalipdewsing verweten. De vervolgingsambtenaar, Shanta Mahadew, bleef erbij dat beide verdachten zich schuldig hebben gemaakt aan hetgeen hen verweten wordt. Tegen elk heeft de vervolging een strafvoorstel van 4 jaar gedaan. In haar tweede beurt gaf de vervolging te kennen dat de raadsman van Jeraitel in het pleidooi aangaf dat de verdachte nimmer met opzet heeft gehandeld. Het was slechts om vrees aan te jagen bij het slachtoffer. De volharding van de benadeelde en de handeling welke het slachtoffer heeft ondergaan waren gewelddadig. De verdachten hebben niet geschroomd om geweld aan te wenden en zij hielden geen rekening met de leeftijd van het slachtoffer. Zij hebben de benadeelde gekneveld en hebben zijn geld en andere persoonlijke spullen weggenomen. Volgens de vervolging was het niet slechts om de benadeelde bang te maken.
De advocaat van Surindra heeft de rechter gevraagd om het OM niet ontvankelijk te verklaren. Volgens de advocaat is de tenlastelegging voor hem onduidelijk. “Onduidelijkheid voor de raadsman levert geen niet onafhankelijkheid van het OM op. Het is een socialisatie op zich, merkte de vervolging op. Het OM achtte vier feiten tegen Surindra wettig en overtuigend bewezen en persisteerde bij haar strafvoorstel. Op 9 juli dupliceren de advocaten. Beide verdachten zijn eerder in vrijheid gesteld. Tijdens de behandeling was de verdachte Surindra alleen aanwezig.
Saskia Bandhan

error: Kopiëren mag niet!