Alhoewel de landelijke ontwateringswerkzaamheden in de afgelopen maand werden aangekondigd, merkt het VHP-assembleelid Jitendra Kalloe niet op dat de Oost-Westverbinding op een adequate wijze wordt onderhouden. In gesprek met Dagblad Suriname licht Kalloe toe dat het onderhoud van wegen niet alleen inhoudt om tijdens het regenseizoen kleine werkzaamheden te verrichten; het betreft ook aandacht besteden aan de bermen. De volksvertegenwoordiger typeert de bermen van de Oost-Westverbinding, ter hoogte van de afdamming vanuit Wageningen naar Coronie, als een ‘tunnel’. De bomen vertonen namelijk aan weerzijden namelijk wildgroei, de boomtakken steken zodanig uit dat het uitzicht op deze weg belemmerd wordt. Vooral bij het beschrijven van bochten is dit enorm gevaarlijk, accentueert Kalloe. “Zo verliezen autobestuurders gemakkelijk de controle over het stuur. Dit zien we elke week gebeuren. Als je een truck als tegenligger hebt, waar moet je dan uitwijken? Bij grote windsnelheden kunnen de bomen bovendien op het wegdek terechtkomen.” De volksvertegenwoordiger ziet om die reden graag dat er een aanvang wordt gemaakt met het snoeien van de bomen.
Wat de afwatering betreft, is er nog veel werk aan de winkel. “Als het flink heeft geregend, stapelt het water zich op. En uiteindelijk krijgen we met wegverzakkingen te maken. Dus met welke landelijke aanpak is de regering bezig? Het is niets anders dan water naar zee dragen.” De parlementariër is van oordeel dat de tijdelijke aanpak meer uitgaven met zich meebrengen voor de autoriteiten, terwijl het regulier onderhoud van wegen kostenbesparend werkt. In de crisisperiode is het dus rationeel om zorgvuldig om te gaan met staatsfinanciën. “Als er geen bermen en afwateringssleuven zijn, worden de wegen uiteindelijk vernietigd. Wanneer er gelapt wordt, is het net voor enkele dagen. Daarna komen die wegverzakkingen weer. Hoe lang zal de regering bezig zijn om slechts lapwerk te verrichten?”, aldus Kalloe.
KSR
