Sjat’lont chapter 2

De reshuffling saga duurt voort, namen verschijnen aan het firmament en het wordt steeds bevestigd dat de opties uitgeput schijnen te zijn. Er zijn twee cruciale ministeries die belangrijk zijn voor de welzijnsbeleving in Suriname en voor de ontwikkeling van Suriname die al maandenlang niet geleid worden door een fulltime minister. Er is gisteren een naam geopperd van een Surinaamse die de garantie niet geeft dat de rust bewaard zal blijven op Onderwijs. Dit ministerie is groot en door de jaren heen bezet door personeel dat afkomstig is van een aantal politieke partijen. Er zijn altijd spanningen op Onderwijs en het wordt ministers niet gemakkelijk gemaakt op dit ministerie. Het is niet gemakkelijk om het personeel gemotiveerd te krijgen om de minister dienstbaar te zijn en in het gareel te lopen. Het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur bestaat uit een grote hap ‘Onderwijs’, het grootste onderdeel van het ministerie. Ministers die aangesteld worden op dit departement zullen het bijzonder zwaar hebben vanwege de grote achterstanden die er bestaan in het vernieuwen van ons onderwijs en de misstanden in het onderwijs bijvoorbeeld in het binnenland. Het drop-out-probleem is het grootste probleem in het onderwijs en het heeft een landelijk karakter. Het ministerie heeft in deze regeerperiode de tijd niet gehad om beleid gericht op het oplossen van de kernvraagstukken van het departement aangaande onderwijs op te lossen. Het ministerie heeft een persoon nodig die lichamelijk en geestelijk fit is. Het ministerie heeft een persoon nodig met een groot stressbestendig vermogen en een persoon die altijd boven partijen kan staan en de rust in de tent kan bewaren. Onderwijs heeft een persoon nodig die ruzies kan vermijden en bereid is om met een paar vasthoudende en lastige bonden in conclaaf te zijn en dat voor langere periodes. Onderwijs heeft een deskundige nodig die al draagvlak geniet van het ruime veld en bovenal een persoon die bekend staat om een duidelijke agenda. De laatste minister van onderwijs heeft wat betreft de sociale vaardigheden enorm tekort geschoten, daarom heeft hij zijn portefeuille ingeleverd. De minister heeft bovendien niet kunnen bewijzen dat het over de specifieke technische vaardigheden beschikt die nodig zijn om voorgeschoteld beleid op zijn waarde te schatten of zelf onderwijsbeleid te maken. Zo ver zijn we niet gekomen op Onderwijs, het is een periode geweest van roddelen, neerhalen, ruzie zoeken en wraak nemen. Het enige wat de ministerie heeft verricht is dat hij heeft aangegeven steeds dat hij gaat voor ‘competentiegericht onderwijs’. Vraag de gemiddelde man van de straat wat ‘competentiegericht onderwijs is en men zal het je niet kunnen vertellen. Deze term wordt gebruikt door zogenaamde deskundigen om indruk te maken, terwijl ons onderwijs altijd het streven heeft gehad om ‘competentiegericht’ te zijn. Met de mond belijden van deze wens zal ons echter niet op het punt brengen waar wij willen zijn. Er dient gesleuteld te worden aan ons onderwijs, aan de manier waarop wij vorming van jonge burgers beoordelen, wat wij aan onze kinderen leren en hoe wij dat aan onze kinderen leren. Bovendien is er internationaal de trend om verplicht basisonderwijs te verhogen van 12 naar 16 jaar. Het ministerie heeft geen centimeter vordering gerapporteerd in het zetten van stappen om verplicht onderwijs te verhogen naar 16 jaar en het onderwijs tot 16 jaar gratis toegankelijk te maken. Op Onderwijs is jong kader nodig dat onbevooroordeeld het veld kan tegemoet treden en met de zuivere intentie om bruggen te bouwen. Er is deskundigheid aanwezig in Suriname maar niet altijd gaat het om bruggenbouwers. Het onderwijsbeleid kan onmogelijk worden uitgevoerd zonder partnerschappen met de onderwijzers, de onderwijsbonden en de ouders en ook de kinderen. De periode van de minister die zijn portefeuille heeft ingediend heeft genoeg lessen opgeleverd hoe het niet moet. De onderwijsminister moet geen politicus zijn en ook geen showman die er zit om populair te doen. De onderwijsminister moet niet gaan voor zijn populariteit en voor bijnamen als Rambo. Op Onderwijs is er geen behoefte aan een bluffer, maar aan een oprechte en integere deskundige die het vermogen heeft om te ontwijken dat hij onderdeel wordt van ordinair modder gooien. Suriname heeft een kleine bevolking, waardoor de kansen groot zijn dat geschikt kader niet in het eigen politieke huis aanwezig is, maar politiek neutraal is (dus geen lid van geen enkele politieke partij) of lid is van een andere politieke partij. Er zijn zogenaamde onderwijsdeskundigen die in de eerste plaats politicus zijn, dus gevoelig voor het uitvoeren van een partijpolitieke agenda, in de tweede plaats een onderwijsdeskundige geïnteresseerd in het vooruit helpen van het Surinaams onderwijs, niet alleen met de mond maar met maatregelen. We wensen de regering wijsheid bij het uitzoeken van een minister van onderwijs. We hopen niet dat de regering een tweede sjat’lont posteert op een lastig departement. Anders blijven we op dit belangrijke ministerie aan de gang. We leven nu in maart 2018 en het is al technisch meer dan 2½ jaar zonder dat er een begin is gemaakt met het uitvoeren van het echte onderwijsbeleid.

error: Kopiëren mag niet!