Adhin: “Zaken niet omwille van financiële verbetering veranderen”

Met de laatste herwaardering van de leraren zijn die uit de ambtenarencategorie gelicht en in een eigen categorie geplaatst. Hiermee is er een verschil gekomen tussen het ambtenarensalaris en lerarensalaris. De ambtenaren zitten nog steeds in het oud Fiso-systeem. De president heeft vaker aangekondigd dat het werk van leraren buitengewoon van belang is voor alle sectoren voor de ontwikkeling van Suriname. Daarom is er volgens raadsadviseur Eddie Jozefzoon voor en bezoldigingssysteem gekozen, waarin de uitspraak van de president tot uiting komt. “Je zou bijna kunnen zeggen: de leraren verdienen meer dan de ambtenaren. Zij hebben hun eigen systeem”, meent Jozefzoon.
Een directeur op een vos-school bijvoorbeeld had in 2012 in het Fiso-systeem als minimumsalaris SRD 3.787 en als maximum SRD 5.004. Na 6 jaar mag een VOS-directeur teren op minimaal SRD 6.524 en maximaal SRD 8.091. De groei van het minimumsalaris is 72,27% of wel SRD 2.737. Het maximum is gegroeid met 61,69% of wel SRD 3.087. Dezelfde directeur hoeft nu niet meer 12 jaar te wachten om naar zijn maximum te komen (zoals in het Fiso-systeem het geval is). Na 7 jaar mag die al opteren voor het maximum. Dat geld ook voor alle leerkrachten. De laagste aanpassing van het minimum is 76,97% voor personen met een Onderwijzersakte. De hoogste aanpassing van het minimum is gedaan voor personen met een Hoofdakte+ 1LO (120,54%). “Niemand zal mij kunnen wijs maken, dat wij hier niet spreken van een zeer riante/significante verhoging. Er is geen enkele categorie die met minder dan 50% is gestegen”, vertelt de raadsadviseur. Dit symboliseert volgens Jozefzoon het belang van het onderwijs. De leerkrachten zouden zich moeten inzetten voor de kinderen en daarmee de toekomst van het land.
Jozefzoon benadrukt dat de leerkrachten niet in een bevoorrechte positie zijn geplaatst. Andere sectoren, en ambtenaren worden naar zijn zeggen niet onderschat. Wel geeft hij mee dat er geen baan te noemen is in Suriname, waar onderwijs de voorwaarden niet heeft geschapen. In een herwaarderingstraject wordt meestal eerst gekeken naar de kwaliteit van het geleverde product. “Als je de kwaliteit geregeld hebt in de dagelijkse verantwoordelijkheden, wordt daaraan een salaris gekoppeld”, zegt Erik Banel, voorzitter van de presidentiele commissie Herstructurering Implementatie. Hij geeft toe dat er in beginsel omgekeerd is gewerkt. Er is door de regering vanwege omstandigheden gekozen voor een financiële herwaardering alvorens aan de kwaliteit te werken. “Het gaat er niet om dat onderwijsgevenden meer geld krijgen. Het gaat erom dat wij meer kwaliteit van hen zullen eisen”, meent Banel.
Vicepresident Ashwin Adhin gaf op een persconferentie afgelopen vrijdag aan dat er altijd rekening gehouden wordt met alle maatschappelijke groepen. “Er is een speciale onderraad voor dialoog met de vakbeweging. Zaken lopen nooit synchroon. Op het moment een behoefte in een sector aangetoond wordt (zoals achterstand in kwaliteit), werken wij daarnaar toe”, stelt Adhin.
Hij deelde mee dat er ook gekeken wordt naar een matrix voor ambtenaren. Functies en kwaliteitseisen worden momenteel al herbeschreven. Daar moet er nog dialoog op worden losgelaten. “Als men de kwaliteit kan garanderen, mag er zeker een financiële verbetering verwacht worden. Maar laten wij niet zaken omwille van een financiële verbetering veranderen”, aldus Adhin.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!