Bitcoin

Lang geleden had een man vaak een moestuin bij zijn huis. Hij verbouwde er groente en hield wat varkens. Als er eentje vet genoeg was werd die geslacht. Het vlees werd gepekeld of gedroogd. Hij maakte ook zijn eigen kleren. Schoenen waren lastiger, maar het verbouwen van groente ging de man zo goed af dat hij er te veel van kreeg. Zijn buurman zag niet zo veel in dat wroeten in de grond – die was juist handig in het maken van schoenen. Na verloop van tijd had buurman te veel schoenen gemaakt om ze allemaal zelf te dragen. Ze spraken af dat buurman voortaan zijn schoenen zou maken en dat hij voor buurman groente zou telen. Een andere buurman zag niets in het telen van groente of het maken van schoenen. Hij was juist handig in het maken van gereedschap.
Ruilhandel
Er ontstond een levendige ruilhandel, maar je moest wel steeds verder lopen om je groente, schoenen of gereedschap te ruilen voor spullen die je zelf nodig had. De uitvinding van het geld als ruilmiddel maakte dat een stuk eenvoudiger. Wie bijzonder handig was in het maken van schoenen legde zich daar nu helemaal op toe. De arbeidsverdeling was geboren. Het in omloop brengen van het geld werd toevertrouwd aan de ‘overheid’ die via een speciaal instituut precies zo veel geld in omloop bracht als nodig was om de ruilhandel goed te laten verlopen. Het geld had op zichzelf geen nut: je kon het niet opeten of er kleren van maken. Het stond één op één tegenover de waarde van alle goederen die er geproduceerd werden.
Dat was de ideale toestand in zijn eenvoudigste vorm. Maar de tijd stond niet stil. Onze schoenenmaker werd zo handig in het maken van stevige schoenen dat velen die bij hem kwamen kopen. Het geld stapelde zich zo op dat hij een knecht in dienst nam en hij maakte nog meer en nog betere schoenen. Er kwam meer geld binnen dan hij nodig had. Hij leende het meerdere uit aan zijn vriend die een stuk grond wilde om daarop aardappelen te verbouwen. Met de verkoop van de aardappelen kon de vriend het geld weer teruggeven maar nu met wat extra geld erbij als beloning voor het uitlenen.
Wat zou er redelijker zijn dan dat degenen die de goederen hebben geproduceerd ook eigenaren blijven van het geld dat die geproduceerde goederen vertegenwoordigt? Geld is immers de tegenwaarde van al die goederen? En dat dus het instituut dat het geld in omloop brengt in handen is en blijft van de schoenmaker, de groenteteler en de gereedschapsmaker en al die anderen die daadwerkelijk goederen voortbrengen? Maar zoals we weten is het allemaal anders gelopen. Het geld is in de verste verte niet meer waarvoor het ooit bedoeld was: een middel om het ruilen van goederen te vergemakkelijken. Er is een klasse van lieden, zoals bankiers en handelaren, ontstaan die zelf geen enkel goed voortbrengen maar met handigheid, het een nog vernuftiger dan het ander, hoeveelheden geld weten te vergaren waarvan de eenvoudige voortbrenger van goederen – arbeider, boer of visser – in geen duizend jaar kan dromen.
Complex
Het moderne financiële systeem is heel ingewikkeld geworden, al heeft het er wel toe geleid dat de wereldwijde productie met sprongen is gestegen en dat her en der een behoorlijke welvaart is ontstaan. Maar dat systeem heeft ook grote risico’s met zich meegebracht, zoals de bankencrisis van enkele jaren geleden heeft laten zien. En het zorgt er nog steeds voor dat de mondiale welvaart zich steeds meer heeft opgehoopt in de handen van enkelen en dat de aan de primaire voortbrengers van goederen, bijvoorbeeld van grondstoffen uit de ontwikkelingslanden, maar een miniem deel van die welvaart ten deel valt. Zo laten statistieken zien dat een heel klein deel van de wereldbevolking het overgrote deel van het geld in handen heeft.
Digitale munt
Nog niet zo lang geleden is weer een nieuwe methode uitgevonden om rijk te worden zonder een hand uit de mouwen te steken voor het produceren van iets dat je kunt eten, drinken, aantrekken of er iets anders nuttigs mee doen. Het is nog een wonder dat het zo lang geduurd heeft voordat het internet, naast alle zegeningen die ons al van het wereldwijde web ten deel vielen, ook de ‘bitcoin’ baarde. Het gaat daarbij volgens de enthousiaste aanprijzingen in de media om een nieuw soort betaalmiddel, een ‘digitale munt’, die gebuikt kan worden om aankopen van goederen of levering van diensten te betalen zonder dat je daarvoor nog je portemonnee bij je hoeft te hebben of een bankoverschrijving te plegen. Een betaling per bitcoin lijkt volgens de berichten een beetje op het sturen of ontvangen van een e-mail behalve dat je een bitcoin niet stuurt naar een e-mailadres, maar naar een bitcoin-adres in een speciaal netwerk. Betalingen worden in dat netwerk opgeslagen in een openbaar transactie-logboek. Daarin staat hoeveel bitcoins er bij welk bitcoin-adres horen.
Alle lofzangen op de bitcoin ten spijt wordt niet duidelijk gemaakt welke voordelen het gebruik van bitcoins boven de reguliere betaalmiddelen heeft. De genoemde voordelen – anonimiteit, mondialiteit, snelheid, lage transactiekosten – ogen geen van alle erg overtuigend. Ze lijken met gemak ook toe te rekenen aan vigerende betaalmiddelen. Eerder lijken zij de ware aard en bedoeling van het bitcoin-systeem te verhullen: door speculatie op koersstijgingen of -dalingen zo snel mogelijk veel geld vergaren zonder daar iets productiefs tegenover te stellen.
Maar de ‘Scientific American’, mij toegezonden door een goede vriend in Thailand, is positiever en kopt: ‘New financial networks could stop the concentration of wealth and increase participation in the economy, but only if used with care’. Samengevat: ‘het moderne financiële systeem is gevaarlijk complex geworden. Meer transparantie kan die risico’s verkleinen maar dat vereist zo’n gedetailleerd model van het monetaire circuit dat dat volgens de huidige stand van de technologie nog niet gemaakt kan worden. Digitale betaalmiddelen kunnen nu elke handel en elke transactie zichtbaar maken. Zij kunnen de controle daarover decentraliseren en men kan direct zaken doen zonder tussenkomst van een bank. Maar er zijn nog veel onzekerheden en ze kunnen evengoed leiden tot extreme opeenhoping van geld en macht’, aldus de Scientific American.
Naar de mening van dezelfde Thaise vriend kan een verbeterde opvolger van de bitcoin misschien die positieve verwachtingen op termijn waarmaken. Hij schrijft: ‘Weg met de banken met z’n geleende geld, z’n woekerrente en z’n bubbles, waardoor uiteindelijk vrijwel al het kapitaal bij de handigste 1% van de bevolking terecht kwam. Maar ja, het blijft een strijd om de macht, dus de superieure technologie zou ook hier best weer het onderspit kunnen delven tegenover de gevestigde orde, waardoor de arme werknemers gewoon aan het lijntje blijven lopen van het grootkapitaal. We zijn niet veel opgeschoten sinds de slavenhandel is afgeschaft. Alles gewoon in een andere vorm gegoten en uit een ander vaatje getapt. Er zit bijna een verhaal voor Heer Bommel en Tom Poes in deze beschrijving. Of een volgende revolutie zoals in Frankrijk in1789 of Rusland in 1917. Maar niet vanuit de Verenigde Staten, waar Donald Duck, van oorsprong ‘dealmaker’ of handelaar, de mensen kwakend van de wijs houdt en intussen de gevestigde orde nog rijker maakt’.
Anton van den Broek (jurist/bioloog)

error: Kopiëren mag niet!