Abop- parlementariër Marinus Bee hekelt de lakse houding van de regering om conform het vonnis van het Inter-Amerikaans Hof voor Mensenrechten overlevenden en nabestaanden van de Moiwana-slachting te compenseren. Bee voerde tijdens de begrotingsbehandeling donderdag in De Nationale Assemblee aan dat de regering onder leiding van ex-president Ronald Venetiaan in 2006 een aanvang had gemaakt met het naleven van het vonnis. “Maar daaraan is in een klap einde aan gekomen. Er zijn in 2009 huizen gebouwd die nog steeds niet zijn voorzien van elektriciteit en water, terwijl het gebied ook nog niet is afgebakend. Verder is niet iedere nabestaande gecompenseerd.” De politicus vindt dat de regering het parlement omstandig moet informeren wat de exacte planning is met betrekking tot het uitvoeren van dit vonnis.
Berechten daders
Op 29 november 1986 zijn er 39 mannen, vrouwen en kinderen door het Nationaal Leger op brute wijze gedood. In het dorp zou de leider van het Jungle Commando, Ronnie Brunswijk, thans politicus en zakenman, zich ophouden. De militairen zouden op zoek zijn geweest naar de guerrillaleider die zich volgens hun informatie in het dorp bevond. Er volgde een bloedbad. Mannen, kinderen, vrouwen, ook zwangere, zijn door militaire kogels en messen op gruwelijke wijze om het leven gebracht. Velen zijn het bos ingevlucht. Het Nationaal Leger stond toen onder bevel van Desi Bouterse, nu president. In 2005 is de overheid door het Inter-Amerikaans Hof veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding, excuses aanbieden, een fonds opstarten voor de wederopbouw van het dorp, onderzoek en berechting van de daders. President Ronald Venetiaan heeft in 2006 namens de Staat excuses aangeboden en aan de wederopbouw wordt gewerkt. Bee vindt ook dat gewerkt moet worden aan het berechten van de daders.
FR
