Ruben Rozendaal wil zelfmoord plegen

Ruben Rozendaal, lid van de Groep van 16, heeft het Openbaar Ministerie dinsdag een celstraf van 10 jaar tegen zich horen eisen voor zijn aandeel in de Decembermoorden. “Wat er is beslist, doet mij pijn. Ik denk niet dat ik tot 31 januari ga wachten, omdat ik niet ermee kan leven. Niemand moet mij kwalijk nemen als ik dit doorsnij! Misschien moet ik mezelf opofferen”, zei een emotionele Rozendaal verwijzend naar enkele shunten ten behoeve van nierdialyse op zijn linkerarm. Auditeur-militair Roy Elgin stelde dat Rozendaal schuldig is aan de moord van de 15 critici van het toenmalig militair bewind. Omdat hij spijt heeft betuigd en meegewerkt heeft aan het onderzoek, is de maximale strafeis met de helft verminderd. Rozendaal had samen met anderen de vermoorde André Kamperveen, directeur/eigenaar van Radio ABC, en vakbondsleider Fred Derby opgehaald. Hierna kreeg hij de opdracht om het gebouw van De Moederbond in brand te schieten en moest hij ook naar Radika gaan, die in brand stond, om de bluswerkzaamheden stop te zetten. Deze opdrachten voerde hij uit samen met Roy Esajas en Iwan Dijksteel. De verdachte blijft ontkennen enig aandeel te hebben gehad bij de moorden. Volgens hem zal zijn dood bewijzen dat ‘Rozendaal geen plannen heeft gemaakt en niet aanwezig was bij de moorden’. Elgin stelde in zijn strafvoorstel dat de verdachte zich beroept op een dienstorder. Echter is dit volgens hem helemaal niet relevant, omdat de Groep van 16 niet officieel tot het leger behoorde, maar een speciale groep was die bijeen kwam bij calamiteiten. Op 31 januari 2018 mag Rozendaal, die geen advocaat heeft, voor zichzelf pleiten. “Ik heb slechts een militair opdracht gehad om uit te voeren en dat is wat ik heb gedaan. Ik heb geen advocaat nodig. Indien ik het nog volhoud, zal ik mezelf verdedigen. Ik denk dat ik mans genoeg ben daarvoor”, aldus Rozendaal.
‘Men vertrouwde mij niet’
Rozendaal vindt dat de overige leden van de Groep van 16 hem nooit hebben vertrouwd. “Toen ik Kamperveen moest halen, stond hij bij de poort in zijn korte broek en vroeg mij om zich te verkleden. Ik geef de man de gelegenheid om zich te kleden, maar daarna waren plotseling andere militairen om mij heen. Deze militairen waren van tevoren daar geplaatst, omdat men ook wist dat Kamperveen een ver familielid van mij was. Dus men vertrouwde mij niet. Toen ik de politieagenten aan de Keizerstraat tijdens de coup in 1980 op hun buiken heb laten liggen, heeft men mij in de kazerne kwalijk genomen dat ik ze niet heb neergeschoten”, stelt hij. Volgens de verdachte hebben de overige leden van de Groep van 16 hem nooit vertrouwd. Hij vermoedt dat dit de reden is waarom hij niet erbij mocht zijn toen de slachtoffers werden vermoord. Volgens Elgin zou Rozendaal bij het vertrek van Derby uit het Fort de woorden “I habi koloku” aan hem hebben gezegd. Dit duidt volgens de vervolgingsambtenaar erop dat Rozendaal op de hoogte was van wat er met de anderen zou gebeuren.
‘Elke militair wil met een nieuw wapen oefenen’
Rozendaal heeft samen met de overige leden van de ‘Groep van 16’ op 7 december 1982 meegedaan aan de schietoefeningen met nieuwe wapens achter Zanderij. Deze wapens waren met een SLM-toestel stiekem vanuit Miami naar Suriname overgevlogen. Hierna is de hele groep naar de woning van toenmalige legerleider Desi Bouterse getogen voor verdere instructies. Gelijk hierna moest de hele groep zich bij Paul Bhagwandas aanmelden in Fort Zeelandia voor het uitvoeren van de plannen in het draaiboek. Op de vraag waarom hij zich niet heeft teruggetrokken van de schietoefeningen, zegt hij dat ‘elk militair met een nieuw wapen wil oefenen’. “We hadden een opdracht om met de wapens te oefenen. Niet alleen de Groep van 16, maar ook andere mensen waren daar. Wat in die mensen hun hoofd zat, daar weet ik niets van. Ik heb niet aan tafel gezeten om een moordpartij te organiseren”, stelt hij.
Coup was voor land en volk
Rozendaal voerde aan dat hij mee heeft gedaan aan de coup van 25 februari 1980, omdat hem voorgehouden was dat het land verder gestuwd zou worden naar betere tijden. “De coup was voor land en volk. Er was afgestemd dat er zo min mogelijk of helemaal geen doden moesten vallen. Dat is in mijn achterhoofd gebleven en daarmee zal ik sterven.” De Groep van 16 was volgens hem kort na 25 februari 1980 niet meer de groep van 16, omdat zij tegenover elkaar werden gezet. “Wij hadden ook niets te zeggen. Wij moesten uitvoeren. Ik zou mij nooit laten gebruiken om mensen op te halen om te vermoorden. Anders had ik dat op 25 februari al gedaan. Dan had ik de politieagenten en het volk allemaal neergeschoten”, aldus de verdachte.
‘Bouterse een bevlekte president’
Deze verdachte had in mei 2010 onder ede verklaard dat de toenmalige bevelhebber niet in het Fort Zeelandia was toen de moorden plaatsvonden. In maart 2012 kwam hij terug op deze verklaring en bezwaarde Bouterse. Die zou volgens hem Surindre Rambocus en Cyriel Daal persoonlijk hebben doodgeschoten. “De hoofdverdachte is zo laf. Hij moet zich terugtrekken als president. Hij is vanaf het begin een bevlekte president. Laat Bouterse zijn verantwoordelijkheid nemen en vertellen waarom dit moest gebeuren”, aldus Rozendaal.
FR

error: Kopiëren mag niet!