De internetbanken komen: dit moet je weten

Revolut, Loot, N26, Metro, Fidor: nooit van gehoord? Toch is er best een kans dat jij straks een rekening bij ze opent. Buitenlandse fintechbedrijven en onlinebanken komen naar Nederland. Maar is het goed, of gevaarlijk?
Revolut begint in de eerste week van oktober met een eigen kantoor in Nederland. Nou ja, voorlopig is het nu nog niet meer dan een werkplek in bedrijfsverzamelgebouw Spaces in Amsterdam. Daar gaan de countrymanager en twee collega’s aan de slag bij wat ze zelf ‘het digitale alternatief voor bankdiensten’ noemen.
Je kunt bij het Britse fintechbedrijf een rekening met IBAN-nummer openen, vanaf oktober een Nederlandstalige app downloaden en allerlei bankzaken via de app regelen. Voordelen voor de klant, volgens de Nederlandse countrymanager Evert van der Hoorn: “Je kunt overal ter wereld tegen de echte wisselkoers pinnen en betalen, zonder opslag zoals gewone banken wel rekenen.”
Maar je kunt met Revolut binnenkort ook handelen in cryptocurrencies en via de app beleggen. Dat soort diensten wordt overigens uitgevoerd door derden. “Kortom: we zijn echt de internetbank voor je global lifestyle”, zegt Van der Hoorn wervend.
Toch mag Revolut zich geen bank bank noemen. Want het bedrijf heeft geen bankvergunning, blijkt uit het register van DNB. Revolut staat geregistreerd als ‘elektronische geldinstelling’ en ‘betaalinstelling’, ze hebben een beperkte vergunning voor bepaalde diensten.
Toch mag Revolut zich geen bank bank noemen. Want het bedrijf heeft geen bankvergunning, blijkt uit het register van DNB. Revolut staat geregistreerd als ‘elektronische geldinstelling’ en ‘betaalinstelling’, ze hebben een beperkte vergunning voor bepaalde diensten.
En het bedrijf is in Londen geregistreerd, dus valt Revolut onder toezicht van de Britse Centrale Bank. Nog een nadeel: omdat Revolut geen volledige bankvergunning heeft, valt het niet onder het depositogarantiestelsel. Niet onder het Nederlandse, maar ook niet onder het Britse.
Toch is Van der Hoorn niet bang voor Icesave-toestanden. Nederlanders die hun geld op de IJslandse internetspaarbank hadden staan, waren het gedeeltelijk kwijt toen de bank in 2008 omviel. “De rekeningen van onze klanten zijn gescheiden van de boedel van Revolut. Zelfs als er wat gebeurt met Revolut, kunnen de klanten nog gewoon bij hun geld. Wij lenen de tegoeden ook niet uit. Dat mogen we niet eens volgens onze vergunning.”
Fintech-kenner Jacob Boersma van Deloitte vindt de bewering dat schuldeisers niet bij de klanttegoeden van Revolut kunnen, plausibel: “Bij dit soort bedrijven wordt je geld vaak op een derdenrekening gestort. Die staat los van het bedrijf”, zegt hij. “En ook op een vergunning voor een elektronische geldinstelling wordt toezicht gehouden. Nieuwe en bestaande Europese regelgeving zorgt voor bescherming van gebruikers.”
Revolut is niet de enige buitenlandse betaalapp die in Nederland actief is. Ook het Britse Loot en het Duitse N26 zijn inmiddels hier te gebruiken. En ook andere nieuwkomers als Atom, Metro en Fidor werken aan Europese expansie.
Van de digitale nieuwkomers op de Nederlandse markt hebben N26 en Fidor – een Duitse online only bank, inmiddels onderdeel van de Franse bank BPCE – een volledige bankvergunning. Wie zijn geld daar op een rekening zet, valt onder het Duitse depositogarantiestelsel, dat tot honderdduizend euro vergoedt, mocht de bank omvallen.
Mocht Metro Bank ook naar Nederland komen, geldt daar hetzelfde voor. Het is een echte bank, met traditionele bankdiensten, fysieke bankkantoren in Groot-Brittannië en een Britse vergunning. Dus vallend onder het Britse depositogarantiestelsel FSCS (tot 75.000 pond).
Loot is eigenlijk niet meer dan een prepaid betaalrekening, heeft wel een samenwerking met Barclays, maar valt niet onder het garantiestelsel. Maar zij hebben net als Revolut een zogeheten ‘hek’ om de rekeningen staan. Waardoor in geval van faillissement de klant dus bij kan.
Zijn er dan geen risico’s bij het gebruik van dit soort diensten? Sommige zaken zijn nog niet helemaal duidelijk, ziet kenner Boersma. “Wat als jouw account gehackt wordt, bijvoorbeeld vanwege een lek in de app. Wordt het dan wel vergoed? Of gaan betaalinstelling, bank en appmaker de vinger naar elkaar wijzen? Dat soort dingen zijn nog niet helemaal duidelijk in situaties waar meerdere partijen delen van de betaaldienst leveren, al moet nieuwe Europese regelgeving dat wel gaan regelen.”
De nieuwe online betaalapps en banken zijn populair, als je henzelf mag geloven. Revolut claimt zo’n achthonderdduizend Europese klanten te hebben, waarvan vijftienduizend in Nederland. En een groei van 2500 klanten per dag. “In Nederland willen we in een jaar wel groeien naar honderdduizend klanten”, zegt countrymanager Van den Hoorn.
N26 heeft inmiddels een half miljoen klanten in Europa. Nederlandse cijfers houden ze nog geheim. Het klantenaantal van Loot is onduidelijk. Fidor zegt op zijn website honderdduizend klanten te hebben, net als Metro Bank. Maar zo groot als traditionele banken zijn ze nog niet: ter vergelijking. Rabobank heeft in Nederland zo’n 7,5 miljoen klanten, ING acht miljoen, ABN zes miljoen.
Volgens kenner Boersma is ook maar de vraag of de digitale uitdagers van de traditionele banken ooit echt groot zullen worden in Nederland. “In Nederland is het betalingsverkeer door banken al heel goed geregeld. Dus waarom zou je overstappen? Of waarom zou iedereen in cryptocurrency als bitcoin gaan betalen als je een pizza bestelt. Het blijft voor velen toch een gimmick”, denkt hij.
Toch heeft de komst van al die nieuwe betaaldiensten wel een belangrijke functie, ziet Boersma. “Het zorgt dat de traditionele banken wel scherp blijven. Op dit moment ligt het betalingsverkeer tussen banken in het weekend en op feestdagen plat. Dan wordt je overschrijving pas dagen later behandeld. Dat is mede door de komst van felle fintechbedrijven aan het veranderen: banken zijn nu volop bezig met het invoeren van Instant Payments.”
Ilan Sluis

error: Kopiëren mag niet!