Grondenrechtenverklaring Inheemsen ondertekend maar niet goedgekeurd

Frontfoto2Niettegenstaande de instelling van een presidentiële commissie, die zich volgens alle partijen behoorlijk heeft ingezet ten aanzien van de realisatie van de grondenrechtenverklaring, kon deze gisteren tijdens de ondertekening niet goedgekeurd worden door de regering. De officiële ondertekening zou in dit kader door de president van de Republiek Suriname, Desi Bouterse, en de vertegenwoordiger van het traditioneel gezag, in deze Lesley Artist, getekend moeten worden. Echter verontschuldigde de president zich voor het feit dat hij dit stuk onmogelijk zou kunnen ondertekenen zonder eerst de vicepresident en het ministerkorps ervan op de hoogte gesteld te hebben. “Ik kan het niet maken een document hier te tekenen namens de regering en de vp en de minister van Justitie en LVV weten het nog niet”, stelde de president. Uiteindelijk werd de ondertekening voltrokken door de minister van Regionale Ontwikkeling, Edgar Dikan. De voorzitter van de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (Vids), Lesley Artist, gaf aan dat de organisatie gehoopt en verwacht had dat deze documenten niet alleen ondertekend zouden worden, maar gelijk goedgekeurd door de regering. “Er is door de regering gevraagd meer tijd te bieden om zich erover te buigen. We hebben hiervoor begrip opgebracht, omdat ook wij onze mensen tijdens dit proces hebben gezegd hen goed te zullen informeren over deze zaken. Dit blijft echter een wettelijke stap in de goede richting van erkenning van de grondenrechten. We vertrouwen er volledig op dat het product van de presidentiële commissie in zijn geheel en ongewijzigd wordt goedgekeurd en we verder kunnen met het proces.” Volgens Artist markeert dit moment ook het vertrouwen getoond in de regering om samen met het inheems volk als gelijkwaardige partners een bevredigend model van erkenning van hun rechten in Suriname te vinden. Ook minister Dikan gaf aan blij te zijn met de stappen die zijn genomen. Volgens hem hoeft men niet meer bij punt 0 te beginnen, omdat er concrete voorstellen zijn gedaan door de commissie verwoord in het stappenplan waarvan hij tevens de voorzitter van was. Deze zullen helpen de juiste richtlijnen te geven aangaande het verloop van dit proces.
Erkenning grondenrechten moet breed gedragen worden
Na maandenlang hard werken in commissieverband zijn de resultaten aan de president van Suriname aangeboden. Deze betreffen de gezamenlijke verklaring en een bijbehorend stappenplan. “Als oorspronkelijke bewoners en inheemse volken zullen onze plaats en rechten erkend worden zodat onze dorpen rechtszekerheid zullen kennen. Nu is dat nog niet het geval”, verklaart Artist. De Vids wenst verder als bondgenoten gezamenlijke doelen middels dialoog en consensus op te lossen. Dialoog heeft uiteindelijk geresulteerd in de constructie van deze twee documenten. In de gezamenlijke verklaring staat vastgesteld het hoofddoel met daarin de wettelijke erkenning van grondenrechten van inheemse volken in Suriname die breed gedragen zullen moeten worden. Het Surinaams model zal tevens moeten voldoen aan standaarden van internationaal recht. Er zijn tevens twee subdoelen aan vastgesteld, ten eerste het maken van wetsvoorstellen over de andere collectieve rechten van inheemse volken onder andere de wettelijke erkenning van het traditioneel gezag en het recht op zelfbestuur en ordening en participatie en inspraak in besluitvorming in het bijzonder het recht op Free Prior Informed Concept (FPIC). Ten tweede moet er een brede voorlichting komen naar de gehele samenleving toe. In het stappenplan zijn de activiteiten opgenomen om te komen tot de wetsproducten die nodig zullen zijn om te komen tot de wettelijke erkenning van onze rechten. Deze zullen aan de DNA worden aangeboden. De drie grote activiteiten die in het stappenplan staan opgenomen zijn het maken van wetsvoorstellen, de verdere demarcatie van inheemse gebieden en de eerdere genoemde voorlichtingsactiviteiten.
President Bouterse gaf in zijn toespraak aan dat sinds de komst van regering Bouterse 1 er concreet is aangegeven dat deze zaak binnen het beleid een serieuze speerpunt is. Derhalve zijn er verwoede pogingen genomen in formele zin. “Doordat men soms heel ver van elkaar was in de besprekingen en men zich in bepaalde zaken niet terug kon vinden was er een zekere vorm van wantrouwen ontstaan. Hoewel we allemaal begrijpen wat we willen doen, gaan we samen moeten werken zonder dat de eenheidsstaatsgedachte in gevaar gebracht worden vooral als we willen werken aan een Surinaams model. Echter kunnen we tijdens Bouterse 2 het niet maken dit niet van de grond te krijgen. We kunnen eraan werken in Bouterse 3 maar proberen het toch af te ronden voor het einde van deze regeringsperiode”, aldus de president.

error: Kopiëren mag niet!