Oproep aan de marrongemeenschap

Jaarlijks wordt op juli de afschaffing van de slavernij in Suriname herdacht en gevierd. Maar nog was het leed niet ten einde. De verplichte transmigratie en de daarop volgende verwaarlozing van deze burgers in hun nieuwe woongebieden blijft in de Surinaamse geschiedenis geboekstaafd als een schandelijke afgang van achtereenvolgende heersers over ons land. Het is daarom niet misplaatst onderscheid te maken tussen de externe en interne ‘katibo’. De boslandbewoners is door mensen van eigen bodem immers ook veel leed aangedaan. Niemand die dit aan de orde stelt. Alle pijlen worden gericht op de blanke man, omdat wij door lafheid gedreven onze ogen sluiten voor de eigen miskenning en marginalisering van de boslandcreolen. In de aanloop naar de periodieke verkiezingen werden deze mensen ernstig misleid door machtzwemers in Paramaribo. Tot heden heeft geen regime ooit spijt betuigd over de schandvlek die nog altijd rust op de vernedering die de transmigratie van weleer een groot aantal binnenlandbewoners heeft bezorgd. Nog minder is ooit verontschuldiging aangeboden aan de marrongemeenschap over de wijze waarop velen onder hen aan hun lot werden overgelaten na de verplichte trek naar de optrekjes in de aangelegde transmigratiedorpen. De onlangs op gang gebrachte energietoevoer naar een aantal dorpen in het binnenland had kort na de onafhankelijkheidsdatum moeten zijn gerealiseerd. De verharding van de weg naar het stuwmeer was als voorgenomen bestuursdaad misschien keurig aan het papier toevertrouwd, doch daarbij bleef het. Deze weg bleef een ramp voor de gebruikers. De middelen waren er, de politieke wil ontbrak echter. Het ging immers om mensen die als bijverschijnselen werden beschouwd.
Opvallend genoeg worden geluiden over het slavernijverleden vanuit kringen van boslandcreolen steeds minder. Dit is een goede ontwikkeling. Gestadig door het leven gaan onder de geestelijke druk van een ongelukkig verleden van de eigen voorouders is niet goed voor de integratie en ontwikkeling van deze burgers. Immers, ook nakomelingen van toenmalige contractarbeiders hebben nu andere zaken aan hun hoofd dan een aanhoudende treurzang aanheffen over het leed van hun voorouders. De boslandcreolen moeten er trots op zijn dat nu velen onder hen goede posities bekleden in uiteenlopende sectoren van onze maatschappij. Onder de boslandcreolen zitten ook intelligente personen die de maatschappij een goede dienst bewijzen. Er zitten nogal wat jongeren van boslandcreoolse afkomst in het middelbaar, hoger beroeps- en universitair onderwijs. Zij moeten dit pad vervolgen op zoek naar steeds meer kennis en vaardigheden voor een zinvol arbeidsleven. Uit hun gelederen moet goed partij- en politiek leiderschap voortkomen. Want ook dat missen zij. De marron-jongeren missen nu eenmaal voorbeeldfiguren die werkelijk aanspreken. Iemand die zichzelf ziet als de onbetwiste leider onder de boslandcreolen, doch die bij herhaling schofterig gedrag in het openbaar vertoont, kan en mag nimmer een voorname plaats onder deze burgers innemen. Er zullen voorbeeldfiguren moeten opstaan om de stigmatisering van deze categorie burgers een halt toe te roepen. De Marrons doen er goed aan op afstand te blijven van het gepeins over een of andere vorm van compensatie voor het aangedane leed door de slavendrijvers van toen. Sla de hand aan de ploeg, Marrons van Suriname, leer uw kinderen te arbeiden voor een inkomen.
Stel uzelf als voorbeeld in de vervulling van de dagelijkse taken en verplichtingen als ouders of verzorgers. Houd niet de hand op voor niets en niemand. Wil de voormalige kolonisator compensatie of herstelbetaling bieden voor het leed dat voorouders ooit is aangedaan? Prima. Laat echter elke smeekbede aan u voorbijgaan. De hardwerkende marronvrouwen op de kostgrondjes en plaatselijke markten, bij schoonmaak-, onderhouds- en andere activiteiten zijn dagelijks de zichtbare getuigenissen van personen van boslandcreoolse afkomst die weigeren met de bedelstaf in de hand door het leven te gaan. Van deze zwoegers mag de blanke slavendrijver van weleer zijn geld houden. Zij hebben geen tijd voor de knieval die moet leiden tot een compensatie voor aangedane leed. De plotselinge trek van duizenden boslandcreolen in de tachtiger jaren naar verschillende delen van het land als gevolg van verstoring van hun traditionele rust heeft ernstige vormen van sociale ontworteling met zich meegebracht.
Sociologen hebben zich niet of nauwelijks druk gemaakt over dit verschijnsel. Onderzoek op dit gebied is tot heden niet merkbaar verricht. Anderzijds wordt generaliserend gesproken van de ‘marron als crimineel’ met als décor ‘de voorbeeldige stedeling’. Dat verhaal klopt niet meer. Ook Paramaribo en wijde omgeving heeft een eigen bestand aan criminelen. Blijven treuren en wenen over een bloederig verleden brengt de kinderen in huis geen stap verder. Gelukkig doen de Marrons dat niet of nauwelijks meer. De nazaten van de contractarbeiders gedenken ook hun voorouders met alle leed hen aangedaan, doch stellen reeds tijden andere punten centraal in hun aandacht. Hun compensatie is hun verheffing naar steeds betere burgers. Laat dit ook gelden voor de boslandcreolen in Suriname.
Stanley Westerborg

error: Kopiëren mag niet!