Het parlement heeft onlangs de regering naar meer duidelijkheid gevraagd over het beleid rond de benzineprijzen. Concreet werd aan de minister van Handel, Industrie en Toerisme gevraagd naar duidelijkheid over de opbouw van de prijs. Op een gegeven moment wordt de situatie volgens Raymond Sapoen onduidelijk als de minister, ondanks de vaste formule, stelt dat hij tegelijkertijd bezig is met de oliemaatschappijen om te geraken tot een prijs die acceptabel is voor de samenleving. Er werd door de regering wel wat gezegd over de opbouw van de prijs, maar nog steeds niet in cijfers uitgedrukt. De consumptiebelasting is SRD 1,30 voor gasoline, SRD 0,70 voor diesel en SRD 1,40 voor super unleaded. Er zijn geen andere kosten die van overheidswege worden betaald voor brandstof. Asiskumar Gajadien vroeg de minister duidelijkheid over andere componenten, zoals consentrecht, statistiekrecht en invoerrechten. Als die zijn afgeschaft, moet dat volgens DNA-voorzitter Jennifer Simons aan het parlement worden meegedeeld.
“Andere heffingen worden ingecalculeerd in de governement take. De governement take is een gecalculeerd bedrag. Dat is vanaf 29 maart 2017 ingegaan. Daar is er geen wijziging ingegaan”, stelde Welzijn. Hij verwees voor de verdere beantwoording van deze vraag naar zijn collega van Financiën, die een beter beeld zou hebben over de calculatie. Gillmore Hoefdraad gaf aan dat een aantal rechten zijn verbonden aan de prijs. Echter werd benadrukt dat de extra heffing niet meer schommelt. “Het is jammer dat men dacht dat wij om geld te zoeken de governement take hadden verhoogd. Dat is absoluut niet het geval”, besloot de Financiënminister. Verder is ook gesproken over de voorspelbaarheid van de prijzen aan de pomp, in het kader van ordebewaking.
DOE-parlementariër Carl Breeveld haalde het voorstel van de pomphouders aan om de prijzen bij de pomp niet abrupt aan te passen. De pomphouders willen dat zaken ordelijk verlopen. Ook moeten de burgers kunnen anticiperen op deze orde. “Als burgers bij de pomp staan en binnen een minuut de prijs omhoog slaat, dan begrijpt u wat voor ellende de pomphouder zal moeten doorstaan”, zei Breeveld. Melvin Bouva adviseerde om te kijken naar een model dat meer rust en stabiliteit in zich heeft. Hij denkt hierbij aan een benzineprijs, die vast is voor een maand of twee. “Ik hoor dat er wat voorstellen van de mensen uit de sector op tafel liggen”, zei Bouva. Hij voerde een pleidooi op voor meer controle op de prijs. Het verschil is bijna onverklaarbaar. “Als het bij onze eigen maatschappij dan bij SOL op een bepaald niveau is, verwachten wij dat het maar met een paar centen verschilt, maar niet met bijna hele halve guldens”, voerde Bouva aan.
Het heeft volgens minister Welzijn allemaal te maken met de rust die de regering probeert te creëren. “Wij beseffen in ieder geval dat de situatie zoals die zich nu voordoet, niet acceptabel is. Daarover zijn wij in overleg met de oliemaatschappijen, met wie wij een directe relatie hebben. De oliemaatschappijen hebben een relatie met de pomphouders. Zij dienen dus de prijs die zij aan ons opgeven, en wij verifiëren en goedkeuren, te communiceren met hun distribiteurs”, meent Welzijn. Het zou de overheid volgens de minister te ver voeren om met alle distribiteurs te communiceren. Hij beseft dat het gevaar bestaat dat het moment het om een prijsverhoging gaat, er een rush ontstaat. “Dat heb je niet onder controle. De pomphouders kunnen ons mooi vertellen dat zij het zullen controleren, maar het zijn de consumenten die op de pomphouders staan. Dan heb je de poppen aan het dansen”, stelt hij. Welzijn weet niet in hoeverre de pomphouders weerstand kunnen bieden. Hij probeert in de toekomst de situatie zoals die nu geldt, weg te maken. Het voorstel van een vaste prijs voor een bepaalde periode nam Welzijn in overweging mee.
Kavish Ganesh
