Mijnbouwstatistieken zeggen niet alles

Door Financiën zijn recent de cijfers vrijgegeven van de mijnbouwinkomsten van Suriname. De mijnbouwsector is voor de korte en middellange periode nog de belangrijkste sector voor onze economie. Er wordt beweerd dat de kleinschalige mijnbouw, waartegenover een vijandige houding wordt waargenomen vanuit de optiek van de goudzoekers zelf, een grotere bijdrage levert aan het bbp dan de industriële grootschalige goudmijnbouw. Dat, terwijl de multinationals wel in aanmerking komen voor investeringsincentives en de kleine goudzoekers niet. De klein-goudmijnbouw heeft een zware prijs wat betreft de onomkeerbare aantasting van het milieu en het voortbestaan van de inheemse volkeren. De grootmijnbouw heeft ook een milieuprijs dus een invloed op het voortbestaan van de natie. De Suralco lijkt zo een beetje klaar te zijn met de activiteiten in Suriname, maar nu moeten het chemisch afval worden gesaneerd (opgeruimd) en dient ook het milieu, voor zover haalbaar volgens de beschikbare technische standaarden, te worden gerehabiliteerd. Hoe zal de rehabilitatie van de mijnen geschieden? Zullen de enorme gaten en kraters worden dichtgegooid of er is er daarvoor een andere bestemming eventueel in relatie met (duurzame) sectoren die nog actief zijn? Hoeveel bomen zullen er worden geplant en in welke periode? Cijfers zeggen dus op zich niet alles, de sociale offers moeten ook worden becijferd. De natuurlijke hulpbronnen van de mijnbouwsector raken op, bedrijven vertrekken, maar de kunst is om de winst of verlies per saldo over de afgelopen periode te bespreken. Er zijn nooit buffers opgebouwd, althans ooit wel opgezet maar de middelen zijn opgemaakt. Uit de statistieken blijkt dat de ontvangsten van de staat in 2016 uit de niet-mijnbouwsectoren op kasbasis 5 maal meer is dan uit de mijnbouwsectoren (olie, bauxiet, goud en steenslag). Als gekeken wordt naar de verdeling tussen de grote en de kleine bedrijven dan zien we dat in het totaal van de inkomsten uit de mijnbouwsector van SRD 565.6 miljoen de groot- en mediumgroot bedrijven 429.7 miljoen opbrachten en de kleinschalige goudbedrijven 135.9 miljoen. Kijken we naar de belastingsoort dan zien ze dat de directe belastingen en de niet-belastingopbrengsten in de mijnbouw het meest opbrengen. De laatste is groter dan de eerste. De directe belastingen uit de mijnbouw bedroegen 205 miljoen in totaal waaraan de groot- en mediumgroot bedrijven 202.6 miljoen bijdroegen en de kleinschalige goudbedrijven 2.4 miljoen. De indirecte belastingen brengen het minst op namelijk 1.7 en wel alleen door de groot- en mediumgroot bedrijven. In 2016 bedroegen de niet-belasting opbrengsten SRD 358.9 miljoen waaraan de groot- en mediumgroot bedrijven 225.4 miljoen bijdroegen en de kleinschalige goudbedrijven 133.5 miljoen. Onder de directe belastingen vallen inkomstenbelasting, loonbelasting en AOV, terwijl onder de indirecte belastingen vallen de omzetbelasting en invoerrechten. De grootste categorie niet-belastingopbrengsten omvat statistiek- en consentrecht, retributie en royalty’s. De royalty’s en loonbelasting en AOV behoren tot de grootste belastingcategorieën. De vraag rijst uiteraard of de mijnbouwsector in Suriname wel genoeg opbrengt voor de prijs die wij ervoor betalen. Het antwoord neigt meer richting ontkennend dan bevestigend. Er zijn in de debatten in DNA voorbeelden gegeven hoe meer uit de mijnbouw en ook de kleinschalige mijnbouw kan worden gehaald. De mijnbouwsector is volgens enkele ontwikkelingstheorieën alleen goed als het de ontwikkeling van duurzame sectoren faciliteert. Suriname is daarmee nog in het geheel niet begonnen. Over de groene economie heeft Suriname, los van enkele geïsoleerde bedrijven, niet veel te melden. De groene economie als sector binnen de totale economie is nog niet erkend in Suriname als een bron om bbp te genereren en dus om banen te creëren. Dat komt omdat een zeer belangrijke ministerie om dit stuk als NH een beleid voert dat tegen de groene economie is. NH verdedigt ondernemers die de Surinaamse kustbescherming kapot maken en vraagt burgers die in opstand komen om maar met bewijzen te komen. Zelf gaat het ministerie niet op onderzoek uit, maar daagt burgers om een defensieve manier uit om video’s aan te leveren. Dat is een zeer schandalige houding van het ministerie. Bedrijven die alternatieve energieopwekking faciliteren worden ontmoedigd en bijna weggejaagd uit het land. De groene economie heeft enorm veel potentie in het groenste land van de wereld en dat is volgens de Wereldbank Suriname. De groene economie kan veel opbrengen, maar botst tegen belangen van individuen die gaan voor fossiele brandstoffen. Opvallend in de cijfers is dat in 2016 per kas de niet-mijnbouwsectoren 5 maal sterker waren dan de mijnbouwsector. De verhouding in de ontvangsten is dus 16% om 84% als onze benadering niet simplistisch is. Kunnen we dan niet praten al van een gediversifieerde economie? Dat kan het geval zijn als de 84% uiteenvalt in verschillende even grote sectoren. Verschillende bronnen zijn echter niet genoeg, die bronnen moeten ook genoeg samen opbrengen en dat is niet het geval.

error: Kopiëren mag niet!