Juspol heeft enorme taken

De president heeft de vacature die in zijn ministersteam was ontstaan door het ontslag van Jeniffer Van Dijk-Silos, gisteren ingevuld. De president heeft zelf beaamd dat hij iemand met een korte lont in de opengevallen functie heeft benoemd, maar dat hoefde hij niet te zeggen. Dat was al genoegzaam bekend in de samenleving. De voorganger van Van der San had ook een korte lont. In deze functie is een korte lont een gevaarlijke zaak. Van Van der San is bekend dat hij met name op de staatsradio enkele keren heeft ‘doorgetrapt’ bij het verdedigen van de president in bijvoorbeeld zaken aangaande het 8 decemberstrafproces. Hij ging gelijkbenig in het duel en is heel vaak persoonlijk geworden jegens enkele personen van de groep mensen die voorstander is van de berechting van de verdachten in het 8 decemberstrafproces. Van Van der San is ook bekend dat hij zijn juridische opvattingen brengt door andersdenkenden met minder juridische of met andere rechtsopvattingen te denigreren. Op de staatsradio is de huidige Juspol-minister heel grof geweest in zijn uitlatingen en charges. In de huidige functie zal veel meer tact vereist zijn en mag de minister rekenen op standvastige groepen die met onopgeloste issues bij hem gaan aankloppen. We denken met name aan de verschillende bonden zoals de politiebond, waar nu een andere wind waait, de bond van de pa’s, de griffiers, om er maar enkele te noemen. Met deze bonden moet met tact worden omgegaan. Voorkomen moet worden dat door grof taalgebruik steeds een polemiek ontstaat en zaken escaleren. De President heeft aangegeven dat aan de korte lont van de minister niet veel te doen valt, hij is dus kennelijk niet bereid of door (lichamelijke, geestelijke) omstandigheden niet in staat om meer tact en diplomatie aan de dag te leggen. Daarmee zegt de president dus impliciet dat anderen zich moeten aanpassen. Dan gaat het om het directieteam, partners uit de constitutionele groepen, de rechterlijke macht en de bonden bijvoorbeeld. De vraag is of dat moet worden verlangd van de partners. De Juspol-minister zelf wacht een enorme taak. Er is een ontwikkeling gaande waar er veel rovers op bromfietsen andere bromfietsers van hun vervoersmiddel beroven. Daarbij doet zich tweede on-Surinaamse ontwikkeling zich voor namelijk het kappen met een houwer. De laatste tijd zijn er gevallen gerapporteerd waarbij veel jongeren met houwers beginnen in te hakken en daarna beginnen aan berovingen. Een derde ontwikkeling is dat zelfs burgers die niets te geven hebben worden beroofd van kleine goederen en luttele bedragen. Er is een groep geürbaniseerde jongeren actief in Wanica en Paramaribo. Een ander fenomeen dat de kop opsteekt is dat bij de gewelddadige criminaliteit veel buitenlanders zijn betrokken uit de buurlanden. In het binnenland zijn er complete Braziliaanse kolonies die de lokale bevolking (Surinamers) terroriseren. Guyanezen zijn veel betrokken in gewelddadige crime in Suriname en veel zwaar huiselijk geweld. Een andere nieuwe ontwikkeling is dat jongeren uit de grootste bevolkingsgroep volgens de laatste census, vaker betrokken raken met gewelddadige criminaliteit waaraan leden van hun groep eerder nauwelijks meededen. Er is in het binnenland verder een behoorlijke erosie gaande van het staatsgezag door een rush van Surinamers uit de stad en buitenlanders om alles te roven en te plunderen, wat maar te plukken valt. In het binnenland schijnt een totale wild-west te zijn ontstaan, met zelfs ‘no go areas’ voor de politie en het leger. Uitbuiting en exploitatie door en van een mix van buitelanders, nieuwe en oude, is aan de orde van de dag. Het Surinaamse binnenland is totaal geëscaleerd en het is opvallend dat de president in het binnenland aan het toeren is geweest, maar dit alles niet heeft gezien. Van een man met een korte lont, wordt verwacht dat hij korte metten maakt en daadkracht zal tonen en dat hij onverbiddelijk de kolonisatie en verdeling van het binnenland onder Surinamers en buitenlanders een halt toeroept. Een groot obstakel hiertoe zou kunnen komen vanuit de belangengroepen binnen de top en de onderste regionen van zijn partij die aan de macht is. De minister is vanuit de taakomschrijving belast met de zorg voor de handhaving van de fundamentele mensenrechten en vrijheden. Deze staan vermeld in het voorgedeelte van de grondwet. Een van die rechten is het recht van de vrije pers en de vrijheid van meningsuiting. De minister gaat ook over de voorbereiding, totstandbrenging en herziening van regelingen betreffende constitutionele aangelegenheden, zoals bijvoorbeeld de verkiezingen en de verhouding tussen de staatsmachten. De minister zorgt verder voor het verlenen van juridische adviezen ten behoeve van de staat, de rechtelijke organisatie en de personele aangelegenheden van de Rechterlijke Macht. De minister zorgt voor de vertegenwoordiging van de Staat Suriname in rechte en de invoering van, de vervolging tot en de tenuitvoerlegging van straffen. Tot zijn taakgebied hoort aan het beleid ten aanzien van de delinquenten, waaronder begrepen de resocialisering. Verder is hij verantwoordelijk voor het beleid ten aanzien van de toelating, vestiging, uitzetting en uitlevering van vreemdelingen, de sociale rechtshulp en de justitiële kinderbescherming, waaronder begrepen de voogdijvoorzieningen. Verder behoort tot het takenpakket het beleid ten aanzien van de industriële en intellectuele eigendommen, de inwendige veiligheid van de Staat en de handhaving van de openbare orde en rust, het voorkomen van inbreuken daarop en de bescherming van personen en goederen. Ten slotte kunnen worden genoemd de opsporing van strafbare feiten en overtredingen, de brandbeveiliging en de brandbestrijding en het toezicht op de bewaking van staatseigendommen.

error: Kopiëren mag niet!