Het FEP en rij- en voertuigenbelasting

Er is veel maatschappelijk verzet tegen de verhoging van de brandstofprijs die recent door de regering is ingezet. De government take werd ingevoerd nadat de rij- en voertuigenbelasting was afgeschaft. Door de huidige politieke constellatie die nu aan de macht is, was voor de verkiezing in 2010 beloofd dat de government take zou worden afgeschaft en dat rijstboeren en landbouwers en andere ondernemers het gemakkelijker zouden krijgen. Toen men aan de macht was werd de government take juist verhoogd en inmiddels gebeurt dat al ettelijke keren. In 2015 heeft men de vakbonden en de werkgevers benaderd middels het Financieel Economisch Platform 2015 (FEP) om de verhogingen door te voeren. In het rapport van het FEP zijn drie ‘hoofdmaatregelen op korte termijn’ opgenoemd namelijk ‘de government take op brandstof’, verhoging van de energietarieven en verhoging van de watertarieven. In het FEP participeerden de politieke partijen Bep, Doe, Palu, NDP, PL-overlopers en de VHP, Ravaksur, BvL en Fols, KKF, VSB en Asfa en de ‘agrarische sector’ en ook nog het NJP, CUS, universiteit en Kabinet President.
Door het FEP is voor de brandstof als maatregel tot vergroting van de onmiddellijke liquiditeit van de staat, besproken een ‘flexibele government take op brandstof, die niet voelbaar is voor de consument’. De oppositie heeft in het parlement een motie ingediend om de laatste verhoging onmiddellijk terug te draaien. Ook Ravaksur vraagt hetzelfde en nu praten de ontevreden leraren in BvL ook over hetzelfde. Wat wel opvalt, is dat deze organisaties de adviezen die ze in FEP-verband schriftelijk hebben gegeven, niet herhalen en daarnaar verwijzen. De regering heeft het FEP nu niet gehoord. De voorgestelde maatregel aangaande de verhoging van government take werd in 2015 bediscussieerd door het FEP. Er werd toen door FEP een verhoging voorgesteld op brandstof met SRD 0,25 tot SRD 0,35 per liter die in werking zou treden bij 1 voorwaarde: slechts indien er sprake is van dalende internationale marktprijzen. Men ging ervan uit dat als die daling komt, de ‘take’ gerealiseerd wordt, zonder dat de prijs aan de pomp stijgt. Het FEP adviseerde dat bij verdere daling van de wereldmarktprijs de consument het maximum van SRD 0,35 aan government take in rekening zou worden gebracht. Het FEP verwachtte toen voor de overheid een inkomstenverhoging met SRD 0,25 – 0,35 per liter en voor de consument een stabiele en wellicht zelfs een dalende prijs. Dat blijkt nu niet het geval te zijn. Het FEP benadrukte in het rapport dat de maatregel niet moet leiden tot hogere brandstofprijzen in vergelijking met de prijzen van afgelopen jaren. Er zou geen inflatoire druk ontstaan, niet in transport, niet in kosten van levensonderhoud noch in enig ander gebied. “Er is geen aanleiding voor sociale onrust”, zei FEP. Het FEP adviseerde de regering wel om de gemeenschap te informeren en in de communicatie i.p.v. ‘government take’ een andere benaming te kiezen, bijvoorbeeld solidariteitsheffing. Op dit laatste hebben we onze kanttekeningen toentertijd gemaakt. Het FEP adviseerde dat deze extra heffing onmiddellijk zou moeten komen te vervallen na herintroductie van de rij- en voertuigenbelasting (een verhoging in de sfeer van indirecte belastingmiddelen). Het advies van het FEP is dus geweest om de extra heffing van toen te laten vervallen na het wederom invoeren van de rij- en voertuigenbelasting. Als naar dit advies van het FEP wordt gekeken, dan lijkt het erop dat het FEP zelf heeft geadviseerd om en government take (op een lager niveau) te blijven heffen en om weer rij- en voertuigenbelasting in te voeren. De partijen in het FEP hebben toen niet duidelijk gezegd dat de government in zijn totaliteit weg moet als rij- en voertuigenbelasting wederom wordt ingevoerd. Sterker nog, het simultaan bestaan van die twee heffingen/belastingen komt van het FEP, de herinvoering van de rij- en voertuigenbelasting komt zoals blijkt uit het rapport ook van de participerende partijen in het FEP. De Ravaksur komt nu in het geweer tegen de verhoging maar is vergeten dat zij zelf ‘getekend’ hebben voor en een government take (verlaagd) en rij- en voertuigenbelasting. De ondertekenende politieke partijen van het FEP hebben een beter geheugen en praten in hun motie van gisteren niet over de herinvoering van rij- en voertuigenbelasting. Vermeldenswaard is dat de NPS en Abop niet meededen aan het FEP in 2015 en ook niet de PL, Doe en VHP wel. Samenvattend kan dus gesteld worden dat de Ravaksur, BvL en de oppositiepartijen (met uitzondering van de Abop, PL en de NPS) in 2015 in een bepaalde sfeer, zelf het advies hebben gegeven om met vermindering van de government take naar het niveau van voor de verhoging in 2015, de rij- en voertuigenbelasting in te voeren. Inmiddels is de regering in de startblokken om dit advies aangepast door te voeren. De organisaties die toen voor akkoord tekenden, willen nu geen ‘en en’ maar ‘of of’.

error: Kopiëren mag niet!