SFB-zaak, infiltratie media en klassenjustitie

Leeftijdsarrest niet van toepassing op Suriname

Er is een zeer afkeurenswaardige en corrupte ontwikkeling gaande in de zogenaamde SFB-zaak, waarin drie bekende en vermogende rappers en een onbekende onvermogende tiener zijn betrokken. De advocaten voeren wanprestatie door te gaan vitten op ‘inconsistente’ verklaringen en het imago van de tiener te ruïneren. Zedenzaken met minderjarigen hebben een code waaraan in het belang van de jonge en kwetsbare mens, een ieder gebonden is. Dan denken we aan advocaten, vervolgers, rechters, maar zeer zeker ook de media. Maar eerst kort inhoudelijk. Over de inhoudelijke van de zaak het volgende. Inconsistente verklaringen horen bij verklaringen van jonge kinderen en tieners. Door de jurist Samantha Gadjradj is heel helder en wetenschappelijk in een afstudeerstuk en in de media uitleg gegeven over inconsistente verklaringen van kinderen die in strafzaken betrokken zijn. Dat is er altijd aanwezig. Deze verklaringen komen door de jonge leeftijd en een immense innerlijke strijd waarmee de kinderen zitten die hun verstandelijk vermogen te boven gaat. Zij zitten zelf met onterechte schuldvragen, vooral wanneer ouders, familie, vrienden en kennissen seksueel verraad hebben gepleegd. Het is een uiterst zwak optreden van advocaten om te gaan zitten op inconsistente verklaringen. De advocaten maken op hun beurt misbruik van de kinderen wanneer ze dit punt accentueren. Het is een wanprestatie, waarvoor de rechter niet moet vallen. Er zit een wezenlijk verschil wanneer het gaat om jonge mensen en kinderen tussen inconsistente verklaringen en valse verklaringen en leugens. Over de inhoud moet voorts gezegd worden dat het een grove leugen van de advocaten is om in de media te verklaren dat de verdachten vallen onder een arrest van de Hoge Raad. De verdachten vallen onder de Surinaamse wetgeving. In zedenzaken die gaan over de grenzen van de seksualiteit zijn arresten van de HR uiterst onbruikbaar, omdat de grenzen over de zeden en seksualiteit heel anders liggen in Nederland dan in Suriname. Het zogenaamde leeftijdsarrest is niet van toepassing op Suriname en het grootste bewijs zijn de 8 miljoen aan o.a. biologieboeken uit Nederland die niet in Suriname mogen worden gebruikt. Die Nederlandse biologieboeken zijn niet geschikt voor Suriname, omdat wij en onze kinderen seksualiteit anders ervaren dan in Nederland. De zedelijke en grenzen van seksualiteit liggen anders.
Het komt wel eens voor dat advocaten mediawerkers inpalmen en hun misbruiken voor hun zaak. Het gevolg is dat er eenzijdige voorgedicteerde berichten worden geschreven, nog erbij identiek in verschillende media. Tieners zijn op zichzelf kwetsbaar en mentaal zwak en dubbel als ze uit een lager milieu komen. Advocaten misbruiken mediawerkers om deze weerloze tieners af te maken. Er wordt dan in de media druk gelegd op de vervolging en rechters. In de zaak van SFB is duidelijk nu dat een ongelijke strijd aan de gang is. De mediawerkers die een link hebben met de showbizz, en zelf ook vaak een alternatieve levensstijl eropna houden waar bijvoorbeeld drugsgebruik en een bepaalde houding tegenover seksualiteit (groepsseks etc..) normaal zijn, die hebben vaak gepleit voor het loslaten van de artiesten. De nadruk ligt dan op hun carrière die even stil staat. De iets serieuzere ‘rechtbankjournalisten’ hebben de ruimte en de vaardigheid niet om dossiers te doorploegen en gebalanceerde analyses te presenteren. Die schrijven doorgaans oppervlakkige berichten, waarin ze het vermeende feit omschrijven, de eis en wat de verdedigers voor pleiten. Als het iets diepgaande berichten zijn dan is het meestal gestuurd door de advocaten, dus eenzijdig. De indruk bestaat dat advocaten berichten voorkauwen en influisteren en zelfs kant en klaar voor de pers presenteren. Hoe verantwoord is het voor rechtbankjournalisten om door advocaten geschreven berichten als hun eigen bericht via hun mediabedrijf te publiceren? Is men dan nog een verslaggever of een handlanger van het advocatenteam van de verdediging? Is men partijdig of onpartijdig in de zaak? De media worden aldus subtiel partij in een zaak in het voordeel van high profile verdachten en in het nadeel van de ‘sociaal zwakke’ daders en de vervolging die nagenoeg nooit de media misbruikt om een zaak te beïnvloeden. Met deze manipulatie van de media worden de mediabedrijven onderdeel van de klassenjustitie. Er is ettelijke keren tijdens mediatrainingen en ook op speciale sessie aan de mediabedrijven doorgegeven dat zedenzaken waarin kinderen en jongvolwassenen betrokken zijn als slachtoffer en dader, anders behandeld moeten worden dan zaken waarin volwassenen het slachtoffer en dader zijn. Deze berichten moeten in de eerste plaats niet gepubliceerd worden voor sensatie en in de vorm van een luguber seksverhaal. Mediawerkers hebben daar moeite mee, waardoor jonge slachtoffers voor een tweede en een derde keer door de media in hun berichten worden verkracht. Verder is het een zaak dat speciale mediawerkers afgestuurd worden op zedenzaken, waarbij het van belang is dat de antecedenten worden gescreend. Men is ongeschikt voor het verslaan van zedenzaken als men in de eigen kringen heel veel daders aantreft of als men zelf ooit slachtoffer is geweest van bijvoorbeeld kindermisbruik en dit niet in behandeld middels therapie. Het gevaar van dit laatste is dat men dan een ingebakken neiging heeft ontwikkeld om daders te beschermen, en dat zal ook blijken in de berichtgeving. In Suriname is er een groeiend probleem van incest en kindermisbruik. Bij internationale rapportages heeft Suriname het zwaar te verduren. De vraag is welke rol de media en de mediawerkers voor zichzelf zien in het bestrijden van kindermisbruik. Ten minste moeten journalisten gebalanceerde berichten kunnen publiceren, waarin vervolging en verdediging evenveel aandacht krijgen. Het principe in strafzaken is dat een verdachte onschuldig is, totdat zijn schuld wordt bewezen. In zaken waarin kinderen en jongvolwassenen betrokken zijn en waar kinderen slachtoffer zijn van misbruik, wordt met barmhartigheid opgetreden tegen die kinderen. Die barmhartigheid moet komen vanuit de media, maar ook van de advocaten. In de berichtgeving vanuit ten minste twee media is duidelijk de onbarmhartigheid en partijdigheid van de media te lezen. Dat geeft aan dat men mediawerk doet zonder codes die daarbij horen in acht te nemen. Dan praten we over onverantwoorde journalistiek.

error: Kopiëren mag niet!