Geen overeenstemming over herwaarderingsprogramma

Geen overeenstemming over herwaarderingsprogrammaDe onderwijsvakbond en de overheid hebben nog steeds geen compromis kunnen bereiken over de inhoud van het herwaarderingsprogramma. De onderwijsvakbond, onder leiding van Wilgo Valies, is het er niet mee eens dat er een eind gemaakt moet worden aan de Fiso-regeling, alvorens over te gaan tot het implementeren van het herwaarderingsprogramma. “Men moet alles weer op een rijtje zetten, want we willen niet dat de leerkrachten in een situatie terechtkomen, waarbij de bestaanszekerheid niet gegarandeerd is.” Dit zei Valies woensdag tijdens de persconferentie in Stichting Mata Gauri. De vakbond eist dat er een onderzoek wordt ingesteld om de nadelige gevolgen voor de werknemers in kaart te brengen, voordat het herwaarderingsprogramma bekrachtigd wordt. “Wij zijn van oordeel dat de overheid ons niet op een blauwe maandag kan zeggen dat we geen lantiman meer zijn.” Valies beklemtoont voor de zoveelste keer dat het niet alleen om de salariscomponenten gaat, maar ook om het bestaansrecht. “Niets kan worden opgelegd aan de leerkrachten.”
Het bestedingsinkomen van de leerkrachten is een ander issue binnen deze kwestie. “Dit moet op peil gehouden worden. Wij hebben dit in onze benadering benadrukt.” Valies beweert dat er niet alleen gekeken moet worden naar de brutobedragen, maar naar de reële verbetering van het bestedingsinkomen. Hiermee is er geen rekening gehouden, vindt Valies. “We willen aanpassing van het loon. Echter willen we geen situatie, waarbij we nu een hoop geld willen hebben. Het moet verspreid worden over een bepaalde periode, bijvoorbeeld een jaar of twee. Wij kennen onze verantwoordelijkheid en wij weten ook wat de consequenties zijn als er in één keer veel geld in de economie terechtkomt.” Daarom wil de vakbond dat dit gefaseerd moet plaatsvinden. Valies merkte op dat ook de 6% tot 8% permanente educatie afgeschaft zal worden. “Zogenaamd is dit verwerkt in de nieuwe bezoldiging. Wij weten niet op welke wijze de berekening is gemaakt. Dit zijn verworvenheden van de werkers. Dit zullen wij niet accepteren!” Valies beschrijft dit als achteruitgang in salariëring. Daarom vindt de vakbond dat dit behouden moet worden, aangezien de permanente educatie veel voordelen biedt aan de onderwijsgevenden.
Een ander knelpunt is de gradatie van de functiewaardering. Zo is de functiewaardering onderverdeeld in vier gradaties van bevoegdheden. Onder de eerste gradatie bijvoorbeeld worden zij die in het bezit zijn van een MO-B diploma gerekend. Deze categorie krijgt bovendien de hoogste waardering. Valies merkt op dat iemand met een masteropleiding ook in dezelfde categorie wordt geplaatst. De vakbond vindt dit niet acceptabel. “Wij hebben voorgesteld, wat de eerste graad betreft, dat er twee categorieën ingebouwd moeten worden.” Deze onderverdeling moet een functiescheiding van de mastertitels en de MO-B graad tot stand brengen. Echter wil de overheid deze onderscheiding niet toekennen. “Het model dat aan ons is gepresenteerd, is niet eens volledig.” Dit, terwijl de vakbond verweten wordt dat zij niet consistent is in haar meningsvorming. Dergelijke verwijtingen zijn niets anders dan een verzinsel, stelt Valies. “Op alle mogelijke manieren trachten wij redelijk en billijk te zijn om te werken naar een solide oplossing, waarin beide partijen zich kunnen vinden.” Echter vindt de vakbondsleider dat hij ieder keer geconfronteerd wordt met autoritaire beslissingen waarmee de leerkrachten geen genoegen kunnen nemen.
KSR

error: Kopiëren mag niet!