Gobind vindt het een kwalijke zaak dat de kandidaten, die oprechte interesse tonen voor het NJP, betiteld worden als ‘groentjes’. “Men moet meer gaan investeren in het NJP door onder andere begeleiding te geven.” Gobind vindt dat de kandidaten geheel aan hun lot worden overgelaten. “Alsof dat niet voldoende is, worden wij ook nog blootgesteld aan zoveel kritiek vanuit de samenleving.” Zo worden zij onder andere verweten gebrekkig taalgebruik te hanteren. “Niemand is volmaakt. Een ieder maakt weleens taalfouten, zelfs leden van het parlement. Wil dat zeggen dat ze groen achter hun oren zijn?” Gobind zou het prettig vinden als de fouten die de jongeren maken, gecorrigeerd worden in plaats van kritiek te leveren. “We zijn jong en durven toe te treden binnen deze maatschappij. En juist daarom hebben we de tools van de ouderen nodig.” Een ander verwijt is dat de kandidaten meestal niet te zien zijn binnen de sociale instellingen. “We hoeven niet speciaal lid te zijn van een organisatie om sociale projecten uit te voeren. Wij van Power Youth bijvoorbeeld hebben ook sociale projecten uitgevoerd, waaronder het schenken van aandacht aan een kindertehuis in Wanica. Power Youth ey wroko gi ala jongu wang.”
Gobind merkt op dat de leerlingen/stemgerechtigden niet volledig op de hoogte waren van de voorwaarden om te kunnen stemmen. Daarnaast waren zij in de meeste gevallen gedemotiveerd om naar het stembureau te gaan. “Als kandidaat is het onze taak om hen te motiveren.” Dat de jeugdparlementariërs in het verleden niet veel hebben kunnen betekenen, wil niet zeggen dat de jongeren geen gebruik moeten maken van hun stemrecht. Integendeel moeten ze anderen juist een kans geven om zich te bewijzen, stelt Gobind. “Gaat men niet stemmen op 25 mei 2021? Ondanks dat Suriname bijzonder achteruit is gegaan?”
KSR
