Enkele dieptepunten onder ministerschap Niermala Badrising

In augustus 2015 werd het Ministerie van Buitenlandse Zaken verrast met het nieuws dat Minister Lackin niet werd aangehouden als Minister maar werd vervangen door Mw. Niermala Badrising. Minister Lackin had het niet onverdienstelijk gedaan, indien er gelet wordt op de uitvoering van het buitenlandsbeleid. Hij heeft Suriname op de wereldkaart geplaatst, werkte met zijn staf, participeerde in belangrijke vergaderingen en gaf de staf ook in gezond vertrouwen de kans te participeren in vergaderingen, werkgroepen, commissies en hij gaf de staf ook de kans te groeien, o.a. middels het optimaal gebruikmaken van aangeboden trainingen. Alhoewel Minister Lackin niet perfect was, was het dus onbegrijpelijk dat hij werd vervangen.
Minister Badrising trad aan en haar maidenspeech was zeer hoopgevend. Dienstbaar leiderschap was haar motto. Spoedig zou blijken dat het een farce was en dat ze het motto dienstbaar zou maken aan zichzelf. Daarnaast zou blijken dat zij geen inzicht had in geo- en wereldpolitiek en dat het haar totaal ontbrak aan sociale en communicatieve vaardigheden. etc. Het multilaterale dat haar een beetje zou moeten liggen, vanwege haar achtergrond met de OAS, bleek ook een utopie te zijn, gezien de manier waarop zij omging met de integratie processen in en buiten de regio.
De aanwijzing van deze vrouw als minister is dus ook het diepste punt geweest in het bestaan van het ministerie. Een functionaris geeft aan dat de theorie van de terugwijkende bodem van toepassing is geworden op het Ministerie. Als je denkt de bodem bereikt te hebben in het met razendsnel tempo vallen naar beneden, dan raak je de grond, die grond wijkt terug en val je verder. Hierna volgen enkele punten die zullen tonen hoe catastrofaal deze minister is geweest voor het Ministerie en in sommige gevallen voor Suriname. Deze punten zijn alleen aan het gevoerde “beleid” van mevrouw Badrising toe te schrijven en raken niet de functionarissen op het Ministerie.
– De jaarrede van de President in 2015. Vanwege het verbod opgelegd aan personen die waren aangesteld om de jaarrede te schrijven, om te spreken met de staf, was de jaarrede voor wat het deel van Buitenlandse Zaken betrof niet geheel juist en zeer incompleet. Als voorbeeld kan genoemd worden de mededelingen die zijn gedaan dat de grenscommissie nog moest worden ingesteld en dat er nog onderhandeld moest worden met Frans-Guyana over de oostgrens. Dit terwijl de grenscommissie in 2013 was ingesteld door Minister Lackin en dat er sinds april 2015 een akkoord lag met de Franse autoriteiten m.b.t. de oostelijke grens. Deze informatie was reeds ettelijke malen schriftelijk doorgespeeld aan de Minister.
– Het buitenspel zetten van een speerpersoon van het Ministerie met behoorlijke inhoudelijke kennis waardoor er geen follow-up kon plaatsvinden van belangrijke issues, omdat het institutioneel geheugen ontbreekt bij de Minister en haar jaknikkend kabinet.
– Het ontnemen van de diplomatieke paspoorten van de staf. Zonder opgaaf van redenenen konden ervaren stafleden van de een op andere dag geen gebruik meer maken van hun diplomatieke paspoorten bij de uitvoering van officiële missies, terwijl de meeste paspoorten nog geldig waren. Er is geen moment gedacht aan de kosten die deze maatregel zou betekenen voor de begroting van het land. Aangezien de minister de staf toch niet in staat zou stellen dienstreizen te ondernemen, was het totaal niet nodig om de diplomatieke paspoorten te laten vervangen door dienstpaspoorten. Overigens heeft zij wel geprobeerd haar zoon van een diplomatiek paspoort te voorzien tegen de achtergrond wat op zich al een diplomatieke blunder was, aangezien dit paspoort gebruikt zou worden voor zijn studie in China op basis van een aangeboden studiebeurs.
– Het regelmatig beledigen en onheus behandelen van het personeel en hen aanduiden als onbekwaam en ongeschikt. Scheldkanonnades op haar kamer, dus zogenaamd in privé sfeer, die door personeel kon worden gehoord en of opgevangen.
– Het buitenspel zetten van de Grenscommissie belast met het vasstellen van grenzen in het oostelijk maritiem gebied, de westgrens etc. en het daarna niet verlengen van het bestaan van de commissie. Naar verluidt had deze commissie belangrijk werk verricht dat geen follow-up kon vinden. In navolging hiervan kan Suriname heel veel vierkante kilometers aan grondgebied in zee verliezen.
– Het wegwerken van Directeur Ellen Naarendorp en Directeur Henry MacDonald op vernederende wijze. In de overgangsperiode werd Ambassadeur MacDonald, met een impressieve staat van dienst, belast met het beheer van de website van het Ministerie. Een totaal onbegrijpelijke werkwijze. Voorts werden de nodige afspraken met deze topdiplomaat op basis van redelijkheid, waardoor hij zijn post als Ambassadeur enthousiast verliet om haar te komen ondersteunen op wrede wijze gewoon aan de kant gezet.
– Omdat bleek dat deze minister niet kon werken met vak gerichte en inhoudelijk sterke functionarissen werd Mw. Gladys Relyveld, een onbekwame en niet academisch geschoolde persoon belast met het waarnemen van de functie van directeur. Een ja-knikker en klikspaan van ongekend formaat. Dit wordt gezien als een totale verachting van het intellect van het kader dat aanwezig is en was op het Ministerie. Een persoon die haar links niet van haar rechts kan onderscheiden en geen kaas heeft gegeten van het buitenlands beleid. In interacties met het corps diplomatique werd het inhoudelijke dan ook helemaal overgelaten aan de desbetreffende onder directeur en of deskundige.
– Het terugroepen van collega’s op de buitenposten zonder vooraf het kostenplaatje tot zich te nemen. Dit had tot gevolg dat containers op de haven bleven omdat de Minister weigerde te betalen voor de inklaring, met weer als gevolg dat er rechtzaken werden aangespannen tegen de Staat, die zij glansrijk verloor, omdat de Staat de kosten van een teruggeroepen diplomaat moet dragen. Het heeft de Staat tienduizenden SRD’s en US dollars gekost, totaal onnodig.
– Het terugroepen van functionarissen die nog korte tijd nodig hadden om een studie af te ronden. Hierdoor zouden de huurcontracten onnodig verbroken worden, hetgeen de Staat onnodig duizenden dollars zou kosten. De desbetreffende functionarissen hebben dit kunnen voorkomen. Omdat de werkwijze van de minister onbegrijpelijk is, kan geconcludeerd worden dat de minister uit jaloezie gehandeld heeft. De Staat heeft tienduizenden dollars geïnvesteerd in deze functionarissen. Vanwege de behandeling die de minister een der functionarissen heeft gegeven is betreffende functionaris niet meer verbonden aan het Ministerie. De middelen die zijn geïnvesteerd zullen geen vruchten afwerpen voor Suriname.
– Met de handelingen van de Minister die totaal niet stroken met de beginselen van Behoorlijk Bestuur begon de exodus van BuZa. Zo zijn in korte tijd ongeveer 55 functionarissen naar andere instanties vertrokken. Hieronder waren zeer gekwalificeerde functionarissen waaronder ook een Onder Directeur met een zeer goede werkervaring ( inclusief internationale werkervaring).
– Zonder zich te laten informeren door de desbetreffende staf heeft de Minister aan de Ambassadeur van Indonesie het voorstel gedaan om de gemengde samenwerkingscommissie Suriname-Indonesie te tillen naar Ministerieel niveau, terwijl er een overeenkomst bestaat waarin het niveau is bepaald op het technische. De Ambassadeur vroeg het voorstel te doen toekomen op een nota. Na de informatie te hebben verkregen dat het eigenlijk niet mogelijk was de commissie te tillen naar een hoger niveau werd de schuld in de schoenen van de Ambassadeur geschoven.
– De Minister heeft de relatie met Frankrijk enorm beschadigd. Tussen beide landen bestaat er een samenwerkingsmechanisme de River Council genaamd. Dit orgaan moet 1 a 2 keer per jaar bijeenkomen. De Fransen hebben telkenmale aangedrongen op het houden van de Rivercouncil, die stuitte op een nee van de Minister vanwege de zogenaamde te hoge kosten. Maar er waren wel middelen om voor de Directeur de duurste aple iphone aan te schaffen voor 1300 US dollar rond diezelfde periode.
– De Minister kwam toen op het idee om een nieuw organogram op te stellen voor het Ministerie. Van 1 directoraat wordt overgaan tot het instellen van 2 directoraten, van 3 Onder Directoraten gaat het naar 5 en worden er meer dan 15 afdelingshoofden geaccomodeerd. Gezien de priveleges die behoren bij Directeuren en Onder Directeuren betekent dit een verzwaring van de staatsbegroting, wat heden niet gedragen kan worden door het land.
– Hieraan verbonden een nieuwe taakomschrijving van o.a. afdelingshoofden. In de nieuwe omschrijving is deze functie totaal illusoir gemaakt en verwordt een afdelingshoofd tot een pure bureau-ambtenaar zonder enige bevoegdheid.
– In 2016 werd de toeristenkaart opengegooid voor o.a. China, Turkije, Haiti, de Dominicaanse Republiek, Colombia en andere risicovolle landen. Alhoewel deze maatregel vanuit het Kabinet van de President is doorgedrukt, heeft de Minister daar geen vakkundige en overtuigende weerstand tegen kunnen bieden, terwijl het Minister Lackin wel was gelukt deze maatregel tegen te houden. Er hoeft niet uitgelegd te worden dat o.a.Turken, Chinezen, Colombianen het land vrijelijk kunnen binnenkomen en er totaal geen veiligheidscontrole is op een toeristenkaart, waardoor deze reizigers vrij makkelijk in Suriname zouden kunnen onderduiken. We kunnen ons de perikelen rond Haiti nog levendig voor de geest halen.
– Bij binnenkomst heeft de Minister een familielid “geregeld” op haar secretariaat en laatstelijk haar zusje geholpen aan een baan op de Ambassade van de Republiek Suriname te Den Haag. Dat zusje is belast met secretariële en logistieke werkzaamheden. Wat ongekend is, is dat de Arbeidsovereenkomst voor 2 jaar wordt ondertekend en dat er een loonsverhoging van elk jaar 2 procent aan gekoppeld is. Ook heeft de Directeur haar dochter mogen “regelen” aan een baan voor een salaris van 2600 Euro. Zij is belast met diaspora aangelegenheden.
– De Minister heeft ook nog een prikkloksysteem ingevoerd middels “fingerprint” hetgeen illegaal is, omdat er in Suriname geen wet op het beschermen van de privacy bestaat.
– Het is alom bekend dat de Directeur en een medewerker zijn betrapt op ongewenst gedrag op de werkvloer. Waar bij een beleid van Behoorlijk Bestuur wordt verwacht dat men getuchtigd wordt, is de medewerker in kwestie beloond en moesten functionarissen op BuZa zich verweren, als zouden zij de informatie naar buiten hebben gebracht.
– Het is ook ongekend dat een Minister zo vaak onuitgenodigd naar Washington D.C. afreist, door al haar dienstreizen zodanig te regelen dat ze er steeds een paar dagen kan doorbrengen. Van een minister van Buitenlandse Zaken wordt uit hoofde van de functie een zekere diplomatieke zelfbeheersing verwacht. Het siert een minister van Buitenlandse Zaken niet om zo vaak onuitgenodigd Washington D.C. aan te doen. Ministers van Buitenlandse Zaken brengen de belangrijkste feestdagen in het eigen land door. Hoe kan je Suriname promoten door als minister van Buitenlandse Zaken rond kerst en oud op nieuw steevast in Washington D.C. te vertoeven? En dat op staatskosten.
– Het is deze zelfde Minister die veel functionarissen van het Ministerie heeft gehinderd om gebruik te maken van volledig betaalde, door China gesponsorde trainingen, uit vrees dat dezen van de gelegenheid gebruik zouden maken om na de training een kleine vakantie elders te houden. Dit terwijl deze trainingen totaal geen druk uitoefenen op de Staatsbegroting.
Er zijn genoegzaam punten opgenoemd die aantonen dat de Minister totaal niet geschikt is geweest voor deze functie. Eigenlijk onverwachtbaar van deze mevrouw die toch wel het ambtelijke heeft doorlopen, heeft gewerkt op het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het reilen en zeilen kent van het Ministerie. Dan is het toch wel raar dat zij zelfs het Corps Diplomatique tegen zich gekregen heeft omdat ze geen open oog en oor voor voor ze had en de Staf eigenlijk indirect verboden had in contact te zijn met het Corps Diplomatique.
Het is dan des te meer onbegrijpelijker dat de geruchtenmachine bericht dat deze mevrouw wederom tot Ambassadeur in Washington benoemd zal worden. Zij heeft het Ministerie vernietigd en wordt daarvoor wederom beloond. Hopelijk komen de beleidsmakers na het lezen van dit bericht tot inkeer en herzien zijn hun besluit haar te belonen middels de benoeming tot Ambassadeur. Het is een wens van de functionarissen aldaar dat een zeer kundig diplomaat wordt benoemd in de functie van Minister van Buitenlandse Zaken. Er kan ook “inhuis” worden gekeken naar een geschikte kandidaat.
I.B.

error: Kopiëren mag niet!