Robby Naarendorp: “Minimumuurloon brengt lichte verbetering”

De invoering van het laatste wettelijk vastgestelde minimumuurloon is op 1 januari 2017 ingegaan. Voor een deel van de werknemers in Suriname brengt dit gegeven zachte verlichting. Vanuit een werknemersoptiek bekeken ziet vakbondsvoorman Robby Naarendorp een lichte verbetering voor de mensen die inderdaad afhankelijk zijn van het wettelijk vastgestelde minimum. Voor deze werknemers ziet Naarendorp dus wel volgens de wettelijke verplichting wat ademruimte. Hij legt de nadruk op lichte verbetering, want aan de andere kant betekent de aanpassing voor de mensen die veel meer verdienen dan de wet voorschrijft niet veel.
De vakbeweging betreurt het bij deze ook dat dit wettelijk vastgesteld minimumuurloon bij bepaalde bedrijven ertoe heeft geleid dat er werd getorpedeerd in toekomstige arbeidsovereenkomsten met werknemers.
Bij de inwerkingtreding van deze wet werd het minimumuurloon vastgesteld op SRD 4,29. Per 1 januari 2016 werd het SRD 5,22. Momenteel staat het op SRD 6,14. Dit systeem houdt een stelsel in, dat gebaseerd is op een minimumuurloon met een algemene werking en is toepasselijk op een ieder die arbeid verricht of een dienst tegen betaling verleent. Daarnaast wordt voor bepaalde sectoren of beroepsgroepen een specifiek minimumuurloon vastgesteld. Voor de eerste keer werd voor de vaststelling van het minimumuurloon uitgegaan van de door het Algemeen Bureau voor de Statistiek vastgestelde geldswaarde van een basis voedingspakket van 2000 kilocalorie per persoon per dag. De huidige cijfers werden berekend via de Engel coëfficiënt en uitgaande van een 6-daagse werkweek en 200 werkuren. Het systeem op zich doet geen kwaad, echter doen de gehanteerde prijzen die zijn gebruikt om tot deze bedragen te komen al het kwaad.
Akmos-voorzitter Sham Binda praat wat minder positief over de wet. Binda stelt heel concreet dat de huidige Wet op Minimumuurloon niets voorstelt voor de doorsnee werknemer. Dit baseert hij op inflatiecijfers die niet mals zijn. “Het vervelende is dat deze aanpassing geworden is tot een druppeltje op een gloeiende plaat. Het stelt voor de werkende klasse niets voor”, stelt Binda.
Voor een deel van het bedrijfsleven is dit echter de zoveelste verhoging in uitgaven. Echter zal volgens Binda het bedrijfsleven geen poeha van maken. Degenen die het kunnen dragen, zullen de lasten dragen, terwijl de anderen die het niet kunnen dragen hun zaakje sluiten. Binda merkt echter op dat dit laatste geval niet bij veel ondernemingen zal afspelen, aangezien vele ondernemingen vanwege de inflatiecijfers enkele aanpassingen hebben aangebracht aan hun loonuitgaven. “Mensen zullen niet voor je willen werken als je hun dit minimumuurloon uitbetaalt. Zelfs de interieurverzorgster vraagt voor 3 tot 4 uurtjes minimaal SRD 70 – SRD80”, stelt Binda. De inflatiecijfers zouden volgens Binda bepalend moeten zijn voor een minimumuurloon. De bij wet vastgestelde bedragen zijn niet toereikend om een gedegen huishouding te kunnen draaien.
Het minimumuurloon is indertijd bewust met een fasering van 3 jaren vastgesteld. Echter is op te merken dat de wetgever toen misschien niet wist wat de huidige situatie precies zou zijn. “De bedragen die bij de wet zijn vastgesteld, zijn inderdaad achterhaald. De wetgever had geen glazen bol wat betreft de hoogte van de bedragen. Ik geef dus toe dat er hier een vraagstuk ligt”, stelde arbeidsminister Soewarto Moestadja eerder in gesprek met Dagblad Suriname. Moestadja was dus ook de mening toegedaan dat de Wet op Minimumuurloon aandacht vergt.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!