Minister Soewarto Moestadja van Arbeid heeft gistermorgen theses in ontvangst genomen van twee afgestudeerden die hun bachelor-opleiding Rechten hebben afgrond aan de Anton de Kom Universiteit van Suriname. Beide theses hebben betrekking op het arbeidsrecht. De onderwerpen van de theses zijn: āHet recht op arbeid voor mensen met een beperkingā en āDe rechterlijke ontbinding van de arbeidsovereenkomstā. Moestadja die zich inzet voor een welzijnssamenleving, waarvan decent work (menswaardig werk) een geĆÆntegreerd onderdeel van is, bekeek de themaās van beide theses vanuit die invalshoek. Hij ziet arbeid als het fundament van elke welzijnssamenleving en zal het ministerie van Arbeid zich daarom onvermoeid inspannen om elk volwassen individu het recht op arbeid te laten beleven, ongeacht de geestelijke en lichamelijke gesteldheid van de persoon. In lijn met deze gedachtegang kan volgens de minister het niet zo zijn dat een werknemer met lege handen naar huis wordt gestuurd bij beĆ«indiging van een dienstbetrekking, ook wanneer er sprake zou zijn van ontbinding van de arbeidsovereenkomst door de rechter.
Het ministerie zal zich sterk blijven maken voor voldoende rechtszekerheid en waarborging voor met name de economische zwakke partij bij het arbeidsproces, namelijk de werknemer. De theses van de afgestudeerden zullen bestudeerd en beleidsmatig benut worden door het ministerie. De thesis over āHet recht op arbeid voor mensen met een beperkingā kan dienen ter ondersteuning van het arbeidsmarktbeleid, gericht op mensen met een beperking. In de nieuwe beleidsnota van het ministerie is een onderdeel hieraan besteed. De thesis over āDe rechterlijke ontbinding van de arbeidsovereenkomstā geeft handvatten aan het ministerie voor de berekening van ontslagvergoedingen. De afgestudeerden die hun theses hebben aangeboden, zijn Sulakshana Sewkaransing (āHet recht op arbeid voor mensen met een beperkingā) en Sinatra Soekhradj (āDe rechterlijke ontbinding van de arbeidsovereenkomstā).

