Jager Hira wordt prooi

Er is een heel interessante ontwikkeling gaande in de kwestie van ‘nabestaande’ Hira en de moord van zijn intellectuele broer. Het verlies van de familie Baboeram is op bijzondere wijze verwerkt door broer Hira. Wij begrijpen dat hij op gegeven moment in zijn verlies en het rechterlijk proces, zijn hulpeloosheid heeft willen omzetten in actieve participatie en inspraak. De manifestatie hiervan was de positie waarbij hij de vragen begon te stellen, dus enigszins op de stoel van de rechter ging zitten. Het wordt in de samenleving opgevat dat Hira een valstrik heeft willen zetten voor de daders, maar zelf in zijn net is gevangen. In de rollen die hij steeds omkeerde om zijn hulpeloosheid om te zetten, is hij naar het schijnt van slachtoffer verworden een dader. Dat kan in sommige rouwprocessen helend werken, maar daarmee zeggen we niet dat het gezond is. Om zover te komen, moet men bereid zijn om in eigen en andermans leugens te geloven. Ook is het niet uitgesloten dat het geliefde onderwerp van rouw, het gehate onderwerp wordt. Immers, een denktrant kan ook zijn dat niet alleen de moordenaar de familie pijn hebben gedaan, maar ook de vermoorde zelf ook. Door de moord op hem is de familie beschadigd. Concreet betekent het dus dat de aanvankelijke liefde voor een vermoorde broer verandert in haat jegens hem en alles rondom hem heen, dus ook het rechtsproces en eventuele vrienden van het proces zoals advocaten en rechters. In deze fase zou een moord dus weer kunnen worden gepleegd als het mogelijk was. Nu zouden niet de vijanden een moord plegen, maar een geliefde, een broer. In sommige theorieën is dat minder zwaar en plegen derden geen inbreuk in het geluk van een familie. Maar een moord op een persoon is maar een keer te plegen. De omslag van liefde naar haat, wordt ingegeven door de ingebakken neiging van de mens om egoïstisch te zijn dus te letten op de eigen pijn. Na zo lang hulpeloos en aan handen en voeten gebonden te zijn, kan de omslag bevrijdend zijn. Maar indien niet goed door psychologen begeleid, kan het doorslaan naar een mentale stoornis en misschien ook nog een uitspatting, waarmee men terugkeert naar de realiteit en de pijn weer ervaart, misschien heftiger. Het experiment van Hira, kan dus hem persoonlijk een gevaarlijke blijken, iets waarbij we hopen dat we ons vergissen. De volgende fase in het experiment van Hira is, is dat hij de haat jegens zijn familie en zijn hele familie uitspreekt. Jegens de familie heeft hij zich al op een bepaalde wijze uitgelaten, nu rest nog het uitspreken van de haat en veroordeling van de advocaat en docent, zijn broer. Er zijn satanistische aanhangers in de politiek die Hira willen helpen naar zijn eigen vernietiging. Dat zijn dezelfde mensen die open en bloot zeggen dat de moord op zijn broer nodig was, want hij was het waardig om zoveel gehaat te worden. Zijn broer moest dus worden opgeofferd, zijn bloed moest vloeien op de ‘sranang gron’. We weten het niet, maar Hira moet aangeven wat hij daarvan vindt. Verdiende zijn broer, die zoals wordt beweerd heulde met de buitenlandse geheime diensten en waarbij andermans bloed zou vloeien, om bij ontdekking op heterdaad te worden vermoord? Gelooft hij erin dat burgers die meehelpen aan het organiseren van een bloedige staatsgreep, bij ontdekking moeten worden vermoord? Er is een aantal feiten welke voor de Surinaamse burger als een paal boven water staan. John Khemradj Baboeram is rond 8 december 1982 om het leven gekomen op onnatuurlijke wijze. Het is door niemand betwist dat het gaat om minimaal enkele kogels die kwamen uit een militair schiettuig. Het is ook onbetwist dat hij samen met anderen op min of meer hetzelfde moment is vermoord: het leven is met geweld uit hem geperst. Een groep militairen hebben in rust en niet in chaossituatie zoals bij de binnenlandse oorlog, heel koel beschikt over het leven van John Baboeram. De uitslag was ‘afmaken’. Hij was toen maar 36 jaar. Zijn gezind werd vaderloos gemaakt, naar de halfwezen en de weduwe is nooit omgekeken. John Baboeram was een advocaat, het is moeilijk voor te stellen dat hij een geweer in de hand zou nemen en de Surinaamse jungle en moerassen zou trotseren om te schieten op de militairen en hun leider. Maar er is wel op John Baboeram, de broer van Hira geschoten, en niet toevallig. Hierboven hadden we het over leugens waarin personen beginnen te geloven. Een van die leugens is dat de 8decembermoorden niet geïsoleerd moeten worden bekeken. Hira is nu zover dat hij de 8 decembermoorden wil inbedden in de binnenlandse oorlog. Maar als we de zaak breed moeten trekken, waarom is hij dan zo selectief? Waarom nemen we de Brits-Indische en Javaanse immigranten in dezelfde eeuw niet mee die ook zijn gefusilleerd toen ze opkwamen? Waarom nemen we ook niet mee de honderden slaven die op wrede wijze en gesanctioneerd door de Staat om het leven zijn gebracht? En waarom ons lijden isoleren tot Suriname? Waarom nemen we niet mee al de mensen op het Zuid-Amerikaanse continent die op soortgelijke wijze om het leven zijn gekomen rondom dezelfde periode? Waarom nemen we ook niet mee de honderdenduizend Inheemsen en Inheemse volken die hier op ons continent zijn uitgemoord? Is hun pijn veel minder waard? Door de op zichzelf staande 8 decembermoorden op 15 opgepakte en gevangen gezette weerloze mensen samen te gooien op de hoop van de veel grotere groep binnenlandse oorlog slachtoffers, heeft Hira zijn broer proberen onzichtbaar te maken, te degraderen tot een nummer uit honderden. In 1982 was er geen oorlogssituatie in het Fort Zeelandia. Er is beschikt over het leven van zijn broer, het leven is hem afgepakt. John Baboeram zou dit jaar 70 jaar zijn geworden.

error: Kopiëren mag niet!