Constitutionele crisis, welles nietes of het ei van Columbus?

Als burgers worden we dezer dagen weer gemangeld met allerlei juridische verhandelingen rondom wat wordt aangeduid als de ontstane constitutionele crisis in ons land, als gevolg van de voortzetting van het 8 decemberproces.
Na het beluisteren van zowel de pro- als contra-meningen en de daaraan ten grondslag liggende en de aangehaalde relevante Grondwetsartikelen, dringt zich een hamvraag op. Dit los van het feit in welke der aangevoerde juridische argumentaties men zich kan terugvinden. De hamvraag luidt: Waarom komt de Krijgsraad pas ná een procesduur van bijkans 16 jaren tot een dergelijk besluit? Immers, het Grondwetsartikel waarop hij zijn besluit tot voortzetting van het proces thans baseert, bestaat al sedert de aanvang van het 8decemberproces.
Deze feitelijke vaststelling moet dan ook leiden tot de conclusie, dat rechters óók kunnen falen. Van burgers wordt wel verwacht dat ze geacht worden de wet te kennen! Dit zou des te meer moeten gelden voor personen die met de vereiste juridische kennis zijn toegerust, waaronder rechters. De rechters die tot dusver bij dit megaproces betrokken zijn behoren toch te weten in welke crisissituatie ze onze rechtsstaat doen belanden, indien ze grove steken laten vallen? Het juridische vraagstuk rond de toetsing van de Amnestiewet door het Constitutioneel Hof (die helaas ná 40 jaar onafhankelijkheid, nog steeds niet is ingesteld), hebben ze kennelijk willens en wetens, zo lang voor zich uitgeschoven. Het besluit dat de President van de Krijgsraad nu heeft genomen had toch ook in een eerder stadium van het proces genomen kunnen worden? Waarom is dat niet gedaan? Dit nu lijkt mij als staatsburger onbetamelijk rechterlijk gedrag. In het privaatrecht wordt zo’n nalaten aangeduid als een onrechtmatige daad. Het gaat erom dat de rechter al die tijd een handeling heeft nagelaten waardoor de rechtsstaat Suriname op een onbehoorlijke wijze schade is toegebracht.
De gemeenschap is hierdoor geneigd de bekwaamheid der rechters, die tot dusver bij het proces zijn of waren betrokken, ernstig in twijfel te trekken omdat ze al die tijd het “ei van Columbus” niet hebben kunnen vinden, ofschoon het al die tijd helder en duidelijk in de Grondwet staat vermeld. Bewijst dit niet voor de zoveelste keer de ondermaatse kwaliteit van de rechtspraak in Suriname?
Constitutioneel evenwicht is niet goed mogelijk, indien de drie onafhankelijke machten (de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht) waarop het geheel steunt, grove steken laten vallen. Deze drie belangrijke machten dienen zich steeds voor ogen te houden, dat “I am I and you are you, in love, but independent we share our lives together in the interests of and to preserve the rule of law”.
G.R. Bijnoe ([email protected])

error: Kopiëren mag niet!