Patrick Kensenhuis: “Regering moet blijven praten”

Er is een duidelijk verschil te merken tussen de houding van de verschillende vakorganisaties jegens de maatregelen, die door de regering worden getroffen en nog volgen. Bepaalde vakorganisaties hebben een heel andere benadering in de zin van het geven van het voordeel van de twijfel aan het beleid, terwijl andere organisaties er gewoon radicaal tegenover staan. De progressieve Vakcentrale C-47 wijst er telkens op dat de regering faalt in haar communicatie met de samenleving, terwijl vanuit De Moederbond, de Centrale voor Landsdienaren Organisatie (CLO) soortgelijke klachten zelden gehoord worden.
Volgens volksvertegenwoordiger Patrick Kensenhuis, die voorzitter is van de vaste commissie van Arbeid in de DNA, is de verdeeldheid binnen de vakbeweging momenteel duidelijk zichtbaar. Er is geen eenheid en eenduidigheid en er worden verschillende standpunten ingenomen in relatie met de situatie in het land. CLO als de grootste vertegenwoordiger van de ambtenaren heeft een totaal andere zienswijze. De organisatie wenst acties van de regering in plaats van telkens met nieuwe documenten te komen. De Moederbond aan de andere kant staat ook apart.
Daartegenover staan C-47, PWO en BVL, die een heel ander standpunt aanhangen. “Wij hadden gehoopt dat de situatie toch anders zou zijn”, stelt Kensenhuis. Het is duidelijk dat C-47, PWO en de BVL niet staan achter de overeenkomst met het Internationaal Monetair Fonds en zich ook niet terug kunnen vinden in het herstelprogramma van de regering, zoals dat is opgesteld. Men wenst graag onmiddellijke versterking van de koopkracht van de werknemers, iets dat volgens hen met de aanwezigheid van het IMF niet mogelijk zal zijn.
“De Moederbond geeft de regering toch het voordeel van de twijfel met het programma. Zij kunnen wel leven met de IMF-overeenkomst. CLO kan ook met het programma werken. Zij zijn in ieder geval geen directe voorstaanders van loonsverhogingen”, stelt Kensenhuis. Kijkende naar de wijze waarop de tegenstanders van het IMF-programma zich opstellen, ziet Kensenhuis een politiek gewicht daarachter. Naar zijn mening is er sprake van een stukje politieke beïnvloeding, dat in beginsel achterwege gelaten zou moeten worden. De politicus is ondanks de houding van dit deel van de vakbeweging van mening dat de regering moet blijven praten. “Natuurlijk zul je die tegenwerking hebben, maar men heeft de ondersteuning van de andere kant van de vakbeweging. Ik blijf er echter bij dat de groep die nog geen geloof heeft in het programma, alsnog betrokken wordt in de benadering van de regering”, aldus Kensenhuis.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!