Getallen misleiden

Wat is zo bijzonder aan getallen? Wat moeten wij weten wanneer ons allerlei getallen worden voorgehouden? Getallen zijn op zich neutraal en ontwapenend eerlijk, zo wordt gezegd. Maar niet wanneer zij door personen worden gehanteerd. Met gepresenteerde getallen moeten wij voorzichtig zijn. Het getal, zoals het in de bekende getallenreeks voorkomt, is inderdaad objectief, zonder verdere betekenis. Waarom zijn de saldobiljetjes uit de geldautomaat voor derden nietszeggend? Omdat zij slechts voor de rekeninghouder interessant zijn. Niet meer dan dat. Het biljet bevat gegevens, geen informatie, omdat wat op het strookje staat genoteerd, door derden niet tot iets begrijpelijks kan worden herleid. Vandaar dat niemand acht slaat op al die papiertjes in de directe omgeving van de geldautomaat. Zonder een context heeft een getal immers geen waarde. Wanneer iemand ons een getal voorhoudt, kunnen wij daarmede op twee manieren omgaan: wat de verkondiger van het getal presenteert, is werkelijk, het raakt de realiteit. Maar juist hier is voorzichtigheid geboden. Want het komt heel vaak voor dat degene die het getal aanhaalt, een onderliggende bedoeling heeft. En dat is dan de tweede manier. Daarom zijn gepresenteerde getallen niet zelden misleidend.Cijfers alleen zeggen niets, aangezien zij op verschillende wijzen kunnen worden opgevat of uitgelegd. Zo bestaat de ‘wet van de verkeerde betekenisgeving’. Volgens deze wet moet verder gekeken worden dan naar de cijfers alleen. Wanneer ons de aantallen verkeersongevallen gedurende zekere priode worden voorgehouden, dan moet daardoor de indruk gewekt worden alsof wij als weggebruikers onverantwoord verkeersgedrag vertonen. De schuld ligt altijd bij de verkeersdeelnemers. Maar zo simpel ligt de zaak ook weer niet. Want een objectieve verkeersvoorlichter gaat ook na, hoeveel verkeersongevallen, vaak met dodelijke afloop, gedeelde schuld betreffen (overheid en verkeersdeelnemer) of volledige schuld van het openbaar bestuur als gevolg van geen of weinig aandacht voor verkeerstechnische voorzieningen. Slechts die weergave van zaken kan als betrouwbaar worden aangemerkt. De overheid zal zich overigens niet zo eenvoudig in de kaart laten kijken. Wanneer tijdens de persbriefing mededelingen worden gedaan over het toenemende aantal arrestaties, wordt dat gepresenteerd als ‘succesvolle arbeid’. Maar de omgekeerde benadering is deze: hoe minder arrestaties, hoe succesvoller het politieoptreden. Hoe meer strafinrichtingen er bijkomen, hoe sterker het bewijs van de effectiviteit van de misdaadbestrijding. Aldus de misdaadbestrijders. Ook dat klopt niet. Juist de afname van het aantal arrestanten in cellenhuizen en gedetineerden in strafinrichtingen bewijst het succes van overheidsbeleid. Daarna het beleidseffect, dat later tot uiting komt, wanneer burgers met toenemend gevoel van veiligheid hun woning kunnen verlaten of ‘s nachts naar bed gaan. De beidsmaker die streeft naar meer en betere gevangenissen en cellenhuizen gaat ervan uit dat de criminaliteit gestaag zal toenemen, terwijl tijdens de begrotingsdebatten bewindspersonen juist het tegendeel als bruikbaar argument voor de beleidsgoedkeuring aanvoeren. De hotelmanager praat met gepaste trots over de hoge bezettingsgraad van zijn hotelkamers. Maar overvolle ziekenhuizen daarentegen wijzen op steeds meer patiënten. Daar ligt de zaak juist andersom. Effectief overheidsbeleid werkt uiteindelijk kostenverlagend, omdat voortzettingsbeleid minder kost dan steeds weer nieuwe strategieën te moeten bedenken en toepassen. Tenminste, in de opvattingen van degenen die met diepgang kunnen denken en praten over beleidsontwikkeling en –uitvoering. Terzijde zij hier erop gewezen dat alle getalsmatige voorstellingen in de ontwerpbegrotingen na de goedkeuring daarvan verder niet meer aan de orde komen, aangezien zij voor het parlement in het vervolgtraject geen aandachtspunt meer uitmaken, terwijl ook ministers geen jaarrekeningen hoeven op te maken die door de accountant van de Rekenkamer (zo die er is) wel of niet van een goedkeurende verklaring worden voorzien. Daarom is het budgetrecht van ons parlement niet meer dan een staatsrechtelijk pronkstuk.
Ook dit is interessant
Voor de bedrijfsmanagers speelt het referentiekader van de getallen een wezenlijke rol. Deze managers nemen hun besluiten op basis van betrouwbare cijfers, waarbij vooral de vergelijkingen met het voorgaande cijfermateriaal ( bv over de afgelopen maand of het kwartaal) onmisbaar blijven. Maar toch, ondanks alle betrouwbare getallen, zal de bedrijfsmanager zich bij het nemen van zijn eindbeslissingen wel degelijk ook laten leiden door zijn eigen opvattingen over de werkelijke gang van zaken, over het vaststaande of verwachtbare. Waarom? Omdat deze topman zich niet laat (mis)leiden door slechts de getalsmatige voorstellingen. ‘Uit zeer betrouwbare bron verneem ik, dat intussen meer dan 100 handelszaken over de kop zijn gegaan”. Recentelijk nog uitgesproken door een partijleider. Het misleidende schuilt zo vaak in de woorden: ‘uit welingelichte kring, of ‘uit betrouwbare bron”, of “uit de eerste hand”, als het om aantallen gaat. Want die accenten zijn nooit te verifiëren. Daarom zijn zij in principe onbetrouwbaar. De resultaten van enquetes vinden allen interessant om te vernemen. Maar let op: gaat het om enquetes op weg naar de periodieke verkiezingen, dan zegt de onzekere partijleider: ‘opiniepeilingen zijn voor mij nonsens vertoningen”. Ook al is de wetenschappelijke acceptatie van goede enquetes een gegeven. Waar personen benedenmaats presteren poetsen zij hun werkresultaten graag op met mooie cijfers. Voor deze persoonlijke vertekeningen waarschuwt dan de ‘wet van de risicovertekeningen’. Zowel in het bedrijfs-als overheidsbeleid spelen risico’s een belangrijke rol. Een nieuwe operatie in projectvorm uit te voeren, een innovatie, een fusie, zij hebben veel te doen met het vermogen van managers de daaraan verbonden risico’s zo juist mogelijk te kunnen inschatten. Zo veel mogelijk, omdat het nieuwe, het onbekende, het onzekere zich doorgaans niet helemaal doet kennen. Kundige beleidsadviseurs zijn daarom voor zowel bedrijfs- als publieke managers en bewindslieden onmisbaar.
Stanley Westerborg
Organisatieanalist
[email protected]

error: Kopiëren mag niet!