Dit zegt de ressortcommandant van Leiding, RieknathKalloe, in reactie op het artikel in Dagblad Surinameomtrent de verklaring van een voorbijganger bij de dodelijke aanrijding te Koewarasan. Kalloe gaf de aan dat de betreffende mevrouw haar burgerplicht heeft gedaan. Hij is haar heel dankbaar. Zij heeft de politieagenten van Leiding vrijdagmorgenomtrent de aanrijding gevraagd. De mevrouw had gedacht dat de politie gelijk daarop actie zou ondernemen, wat volgens haar niet zou zijn geschied.De aanrijding had vrijdagochtend rond 06.15 uur plaatsgevonden in een ander politieverzorgingsgebied. Kalloe was op dat moment de verantwoordelijke piketofficier. Hij had donderdagmiddag tot vrijdagochtend 07.00 uur piket. “Wat de mevrouw niet weet, is dat de tweede prowagen van Leiding onderweg was naar de plaats van de aanrijding om assistentie te verlenen. Via de politieradio werd vernomen dat Santo Dorp, Leiding en de surveillance van Wanica ter plekke waren. Er werd assistentie gevraagd van forensische opsporing en een lijkenwagen. Er waren al drie prowagens op de locatie aanwezig. Dit gebeurde waarschijnlijk nadat de mevrouw voorbij was gereden”, zegt de ressortcommandant.
“Ik weet dat toen de mevrouw het station aandeed, er drie prowagens op de plaats van het delict aanwezig waren en toen heeft men assistentie gevraagd van specialistische diensten en een lijkenwagen.” Inspecteur Kalloe vindt het jammer dat deze informatie gedeeld werd met de gemeenschap, terwijl het informatie betreft die de politie niet moet delen. “Als ressortcommandant ben ik verantwoordelijk. Ik had gelijk gereageerd op de informatie. De geografische indeling van politieverzorgingsgebieden mag geen enkel beletsel vormen om op te treden. Al is het geval bestemd voor Santo Dorp, een ander station dat dichterbij is, mag alvast eerstelijnhulp aanbieden in afwachting op de komst van andere collega’s. Vooral wanneer het gaat om ernstige gevallen, waarbij er mensenlevens in gevaar zijn, moet men onmiddellijk inspelen.”
Saskia Bandhan
