Assembleevoorzitter Jennifer Geerlings-Simons heeft de begrotingsbehandeling verdaagd naar dinsdag. Halverwege de vergadering van maandag constateerde zij dat er een indringende geur van een verdelingsmiddel hing in de vergaderzaal. Het was volgens haar onverantwoord om de vergadering onder deze omstandigheden voort te zetten en de gezondheid van een ieder in gevaar te brengen. Slechts minister Siegfried Wolff van Openbare Werken is maandag aan het woord gekomen. Al reeds bij het betoog van Wolff maakte Geerlings-Simons er gewag van dat het gebouw te kampen had met een of ander onbekend stank dat veelal de geur had van een verdelgingsmiddel. Zij constateerde toen dat plaat van het plafond los is geraakt door de aanhoudende regen van afgelopen weekend. Bovendien zou zij niet op de hoogte zijn dat er een of ander bespuitingswerkzaamheden in en rondom het gebouw werden uitgevoerd.
De ramen en deuren werden tijdens een uur lange schorsing opengezet, maar de stank is gebleven. De technische dienst heeft de geur niet kunnen verhelpen. Het lag in de bedoeling om maandag en dinsdag de ronde voor de regering af te ronden. Hierna zal het parlement in januari in tweede ronde ingaan op de beantwoorde vragen. Het parlement zal dan mogelijk weer op 12 januari 2016 bij elkaar komen.
