Omslag van consumptie- naar productiemaatschappij niet eenvoudig

Gisteren zijn door de regering aan DNA verschillende maatregelen gepresenteerd om de situatie die er heerst en op handen is het hoofd te kunnen bieden. De maatregelen betreffen sociale maatregelen en productiemaatregelen. De sociale maatregelen zijn er om voornamelijk de meest zwakke groepen in de samenleving bij te staan, zodat ze toch het hoofd boven water kunnen houden. Binnen korte tijd is er veel veranderd in de Surinaamse samenleving. De stroom- en watertarieven zijn verhoogd, een deel van de burgerij moet nog zien hoeveel de nieuwe rekening zal zijn. Er zijn al bedrijven die enorm klagen en betalingsregelingen hebben voorgesteld aan de nutsbedrijven. Alsof dat alles niet genoeg was, begon er op het koersenfront zich ook een enorme afkalving te vertonen, waardoor de gap tussen de formele en de actuele koers behoorlijk werd. De regering was genoodzaakt de Surinaamse munt met circa 20 % te devalueren, hetgeen op den duur zal neerkomen op een prijsverhoging van nagenoeg alle goederen en ook de vele aflossingen, die vaak gekoppeld zijn aan de dollar bij de verschillende banken. Vanwege de devaluatie zullen ook de telefoontarieven op den duur stijgen. Kortom de burgerij krijgt opeens te maken met een enorme verhoging van de prijs voor levensonderhoud. De regering heeft voor zichzelf berekend hoeveel huishoudens tot de sociaal uiterst behoeftige huishoudens behoren en volgens de president zou het gaan om circa 7.000 huishoudens. Dat lijkt ook enigszins aan de lage kant. Nu wordt in de media geopperd of er niet een structureel aanpassingsprogramma volgens het concept van een of andere donor of internationale financiële instelling moet plaatsvinden. De financieel-monetaire autoriteiten vinden dat de tijd hiervoor nog niet rijp is. Er zijn politieke krachten die er politiek baat bij hebben dat een structureel aanpassingsprogramma (SAP) weer aan de orde is. Dat zou het bewijs zijn dat de huidige en de vorige regering het te bruin hebben gebakken. Aan de ene kant van het politieke spectrum is een SAP doorgevoerd, nu is het de beurt aan de andere kant. Doorvoering van een SAP is niet eenvoudig, omdat doorgaans het spel gedicteerd wordt van buiten. Dat brengt enorme interne politieke spanningen met zich mee. De spanningen maken dat het voor regeringen moeilijk wordt om het complete pakket aan maatregelen door te voeren. Op den duur kan een SAP een debacle worden en worden afgewezen door zowel tegenstanders als de aanvankelijke voorstanders. De volgende rapporten van het IMF zullen interessante gegeven hebben en aangeven wat de staat van de economie is en wat de vooruitzichten zijn. De regering heeft naast sociale maatregelen ook productiemaatregelen aangekondigd, die op korte termijn moeten worden aangevangen. Deze productiemaatregelen dienen ervoor te zorgen dat de werkloosheid geen ongekende proporties aanneemt. Suriname moet een beeld hebben wat de omvang van de informele economie is en van daaruit komen tot geloofwaardige werkloosheidscijfers. Er zijn weinig data over het algemeen bekend over Suriname. Het werkloosheidspercentage was tot voor kort ongeveer 12% en met de ontslagen bij Suralco en andere mijnbouwbedrijven kan dit percentage eventueel omhoog gaan. Productiemaatregelen kunnen het pre-crisis-cijfer zelfs omlaag brengen. Regeringen van Suriname zijn nooit echt goed bezeten geweest van de productiespook. Het is steeds met de mond beleden. Nu hebben wij een HI-minister aan het roer, die vanwege haar eerdere betrekking precies weet waarom we al die tijd niet hebben kunnen produceren. Zo af en toe komt er prachtig nieuws vanuit HI, maar het is allemaal nog niet voldoende. Een zo een maatregel dat internationaal behoort te appelleren, is het instellen van een ‘one stop window’, waarbij startende ondernemers op 1 plek geholpen worden aan alle vergunningen en waar aan alle formaliteiten kan worden voldaan. Grote productiebottlenecks zijn nu de beschikbaarheid van zachte leningen, die misschien wel hier en daar beschikbaar zijn maar niet genoegzaam bekend zijn bij startende ondernemers. Bij de banken is er geen productie stimulerende programma’s. Transport en opslag in het kader van de export zijn ook grote problemen. Soms hebben landen in de regio beletsels, die het exporteren naar die landen onmogelijk maakt. HI moet dan eerst vechten voor de ondernemers voordat ze hun producten op de regionale markten kunnen afzetten. Wij hebben deze barrières niet voor producten van bijvoorbeeld Caricom-lidlanden. Nu is er een ondernemers startfonds aangekondigd met SRD 10 miljoen. De vraag rijst hier hoeveel startende ondernemers met dit bedrag geholpen kunnen worden. Maar soms zijn goed advies en begeleiding veel meer waard dan het aanbieden van baar geld. Voor de hierboven genoemde transport- en andere problemen is aangekondigd het opzetten van opkoopcentrales, die vraag en aanbod bijeen kunnen brengen. Met bijstellen van invoerrechten wil men inputs uit het buitenland goedkoper maken. De maatregelen van LVV gericht op vrouwen is pure theorie en onduidelijk. Er zijn nooit projecten door LVV landelijk gedraaid om gezinslandbouw te stimuleren. LVV zou niet eens p de hoogte zijn wat met gezinslandouw precies wordt bedoeld en bijvoorbeeld hoe het stimulerend moet werken op schoolprestaties. Ook dat van schooltuinen is een symbolisch project zonder enige bewezen output. De omschakeling van een consumptie naar een productiemaatschappij gebeurt niet in een paar weken. De regering moet ook hier een cultuur van productie gaan vestigen door niet-productieve praktijken af te wijzen.

error: Kopiëren mag niet!