VN wordt ongeduldig over mensenrechten Suriname

Sommige beleidsmakers in Suriname begrijpen nog onvoldoende dat Suriname onderdeel is van de internationale gemeenschap en dat mensenrechtenverdragen daarbij een belangrijke rol spelen. In eerste instantie werd alleen gedacht aan mensenrechten wanneer het ging om levensbedreigende situaties, de laatste decennia is dat drastisch veranderd. Veel rechten bijvoorbeeld gericht op specifieke groepen worden inmiddels ook gerekend tot de mensenrechten. Vaak wordt op grote internationale fora in formele verklaringen door de internationale gemeenschap aangenomen dat specifieke rechten, mensenrechten inhouden. Groepen en organisaties die de nadruk leggen op mensenrechten moeten serieus worden genomen. De houding moet er breed binnen de regering niet zijn dat deze mensen en organisaties slechts kijken naar een zijde van de medaille. Er moet sprake zijn van een evenwichtige groei van alle sectoren in de samenleving. Voor specifieke gebieden zijn specifieke overheidsonderdelen nodig. Er dient coördinatie te zijn, zodat men elkaar niet tegenwerkt of elkaars vorderingen niet onrechtmatig teniet doet. Bij ons is de raad van ministers een forum bij uitstek om de beleidscoördinatie te plegen. Maar hoe bereik je de evenwichtige groei van alle sectoren (lees: beleidsgebieden)? Dat kan door ervoor te zorgen dat minder hard lopende sectoren hun tempo opvoeren of dat hard lopende onderdelen hun snelheid naar beneden bij stellen. Soms neigt het in Suriname naar de tweede. Goed presterende en ambitieuze beleidsmakers komen dan in problemen. In Suriname moet men juist de andere werkwijze hanteren. In Suriname weten wij al lang wat gedaan moet worden, maar we worden altijd gedwongen om de snelheid naar beneden bij te stellen, omdat iemand het tempo niet wil bijhouden. Suriname wordt al geruime tijd slecht genoteerd op een aantal mensenrechtengebieden. De ‘aantijgingen’ zijn consistent, Suriname kan niet met tegenbewijs komen. Er verandert zelf heel weinig aan de situatie. Uiteindelijk krijgt men de burgerij zover om te geloven dat de mensenrechtensituatie een complot is van de rijke landen tegen de arme landen. Bewindslieden gaan niet zover om te zeggen dat er leugens worden verkondigd, de feiten die aan de orde zijn, laat men onaangeroerd. Ook wijzen we vaak de vinger naar andere landen, waar het veel slechter zou zijn. Enkele dagen terug is een Surinaamse delegatie bij de VN geweest om het land te verdedigen bij de VN Mensenrechtencommissie. De indruk bestaat dat de VN ongeduldig wordt met de wijze waarop wij antwoorden geven: we zijn altijd ‘constant bezig’, maar aan het eind van de dag blijkt dat niet genoeg. Uiteindelijk werd door de VN-expert aangegeven dat de vele antwoorden die onze delegatie gaf onbevredigend (‘unsatisfactory’) waren: ze waren te anekdotisch niet zakelijk. Deze expert liet blijken dat het publiek informatie wordt onthouden. Onze delegatie heeft verklaard dat er voornemens zijn om de inheemse en tribale volken te compenseren voor land dat ze opgeven, maar dat kon tot ergernis van de experts niet worden geconcretiseerd. Er is ettelijke keren ook teruggekomen op de 8 december strafzaak en de Amnestiewet, die een doorn in het oog is van de experts, omdat het een teken zou zijn van straffeloosheid. De experts vinden ook dat de straffen voor ‘belediging’ (defamation) zwaar zijn (tot zelfs 7 jaar). Deze muilkorfwetten kunnen ook leiden tot verlies van sommige burgerrechten. Aan Suriname wordt gevraagd om de muilkorfwetten (smaad/laster) te heroverwegen. De experts haalden aan dat er meldingen zijn van intimidatie van de pers door voormalige leden van het voormalige ‘militaire leiderschap’. De experts zijn voorstander van het Constitutioneel Hof, omdat volgens hen dit hof kan maken dat de Amnestiewet ongrondwettelijk wordt verklaard, hetgeen een boost zou kunnen geven aan de 8 decemberstrafzaak. De staatloosheid van hier geboren maar niet geregistreerde kinderen van illegale vreemdelingen, mensenhandel en arbeids- en sexuele exploitatie kwamen ook aan de orde. Een expert duidt de mensenhandel situatie in Suriname aan als te zijn ‘ernstig’. Gesteld werd dat 80% van de mensen die intern slachtoffer zijn van mensenhandel, inheems is. Voor enkele zaken werd verwezen naar het Nieuw Burgerlijk Wetboek dat bij DNA ligt. Dit wetboek herbergt honderden oplossingen en kan onze wetgeving in een keer in lijn brengen met zoveel mensenrechtenverplichtingen, maar het ligt er sinds 2007/2008. De vraag is of het zin heeft eraan te refereren, omdat het onduidelijk is welke plannen deze regering heeft met dit belangrijk wetsproduct. Er zijn ook vragen gesteld over het elimineren van de slavernij(achtige praktijken) in Suriname en wij zouden ook op dit stuk bezig zijn. Wat er precies gebeurt, weet de civil society en dus ook de VN niet. De experts hebben verschillende keren melding gemaakt van ook seksueel misbruik in de Surinaamse gevangenissen en in opvanginstellingen. Op dat stuk is er in Suriname geen beleid te melden. De delegatie heeft willen doen overkomen bij de VN dat er geen discriminatie is in Suriname, omdat er geen dominante bevolkingsgroepen zijn, maar daarmee waren de experts niet tevreden. Deze omstandigheid sluit discriminatie, die overigens ook op andere dan etnische gronden kan bestaan, niet uit. Suriname heeft een heel zwak antidiscriminatiesysteem, waar de burger genoegdoening kan halen en dat is een feit. Uit de rapportage vermeld op de website van de VN Mensenrechtencommissie blijkt dat de tekortkomingen van Suriname legio zijn en aanhoudend over een lange periode. Surinaamse autoriteiten maken zich niet druk om de tekortkomingen, wij doen onze dingen op onze manier en hoeven het ‘witman systeem’ niet te volgen. De vraag rijst dan wel of het zin heeft om nog lid van de VN en haar instituten te zijn.

error: Kopiëren mag niet!