Het UN MDG schoolpakkettenproject werd gisteren officieel gelanceerd op het Indramaju Complex. Districtscommissaris Jerry Miranda van Noord-Oost gaf aan dat binnen het regeringsbeleid het past dat beleidsmakers een steuntje in de rug geven. Met dit project wordt het juiste signaal gegeven om het kind te helpen. Waarnemend DNA-voorzitter Melvin Bouva gaf aan dat de regering heeft doorgezet en dit project voortgang heeft gevonden, ondanks een moeilijke economische periode. De voormalige jeugdparlementarier keek terug naar de periode toen men begon met het schoolpakkettenproject. Het project begon in 2007 waarbij kinderen uit gezinnen die het minder goed hadden, een schooltas met inhoud en schooluniform kregen. Dit project begon met 250 schoolpakketten en is uitgegroeid tot een jaarlijks, landelijk project met nu ruim 25.000 schoolpakketten. Bouva gaf aan dat met dit project van de regering er een goede stap gedaan wordt om kinderen te stimuleren hun best te doen en hij sprak de hoop uit dat de schoolprestaties beter worden. “Het enige dat jij moet doen, is heel hard je best doen.”
De minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur voegde eraan toe dat het niet moet stoppen bij het schoolpakkettenproject. Minister Robert Peneux wees de ouders erop dat het in principe niet gaat om een schooltas met inhoud, maar dat de kinderen de juiste begeleiding krijgen. En dit krijgen ze alleen van de ouders. “Wanneer de school een oproep stuurt om de prestaties van je kind te bespreken, moet je op school aanwezig zijn. Zo kan er tijdig achterhaald worden als er problemen zijn ten aanzien van de prestaties of het gedrag en kunnen er tijdig maatregelen getroffen worden. Praat met je kind in plaats van gewoon die Ipad te geven.” De Onderwijs-minister gaf ook aan dat men het kind niet moet dwingen om een bepaalde richting op te gaan. “Laat het kind zelf beslissen wat hij wil worden. Wanneer het kind niets wordt, kan hij zeggen dat hij niet wilde worden wat hem opgedragen werd.”
