Fernandes werknemers krijgen na 9 jaar strijd eindelijk gelijk

In juli 2006 heeft het Fernandes Concern, na een vakbondsactie, die ging over het uitbetalen van de overeengekomen lumpsum, aan 82 medewerkers die werkzaam waren bij de bakkerij ontslag op staande voet aangezegd. Dat ontslag is toen door de arbeidsinspectie afgewezen (bewaar aangetekend). Desondanks heeft de directie van het Fernandes Concern onder voorzitterschap van Brahim het ontslag gehandhaafd. Om het ontslag goedgekeurd te krijgen is er een rechtszaak aangespannen door het Fernandes Concern, tegen de staat Suriname en tegen de medewerkers, die allen lid waren van de Fernandes Werknemers Organisatie (FWO). Er is in de afgelopen 9 jaren op verschillende momenten een tussenvonnis geweest, waarbij de toenmalige rechter steeds weer in het voordeel van Brahim heeft beslist. Het bestuur van de FWO heeft naar aanleiding van het wegvallen van de bescherming van de werknemers in ons land door zo flagrante uitspraak van de kantonrechter, besloten om gesteund door de SWOS en andere vakbonden de fundamentele strijd te blijven voeren voor de vakbondsrechten in Suriname. Conform ILO conventies zou het niet moeten kunnen dat werknemers vanwege een vakbondsactie ontslag op staande voet (om dringend reden) krijgen. Het is kwalijk dat werkenden in dit land die ervoor moeten zorg dragen dat de staatshuishouding in stand gehouden wordt, die rechtsbescherming niet meer krijgen die ze jaren voor deze uitspraak wel hebben gehad. Na 9 jaren van strijd en geduld hebben de ontslagen werknemers het gelijk aan hun kant gekregen. De rechter heeft geoordeeld dat het ontslag nietig is en de werknemers dus nog steeds in dienst zijn van het Fernandes Concern. De rechter overweegt, dat een vakbondsactie geen reden oplevert voor ontslag om dringende reden, ook heeft de rechter overwogen dat het gegeven dat de directeur van ATM de beschikking heeft getekend geen reden is om de beschikking ter zijde te leggen, aangezien het besluit is genomen namens de Minister van ATM, hetgeen in de wet is bepaald. De rechter wijst niet alles wat door de advocaat van de werknemers gevraagd is toe, en komt tot de conclusie dat het niet billijk en redelijk zou zijn om ervan uit te gaan dat gedurende het verloop van deze bodenprocedure de respectieve werkplekken van de werknemers oningevuld zijn gebleven. Het oordeel van de rechter is dat het besluit van Fernandes, waarbij elk der werknemers met onmiddellijke ingang werden ontslagen, nietig is. Fernandes moet aan elk der eisers betalen hun restant loon, vermeerderd met de lumpsum en bijbehorende emolumenten. Verder heeft de rechter aangegeven dat de werknemers recht hebben op hun salaris en overige emolumenten totdat de arbeidsovereenkomst op rechtmatige wijze zal zijn beëindigd. Het vonnis is bij voorraad uitvoerbaar. “Het recht heeft gezegevierd, de werknemers in Suriname kunnen nu weer rekenen op rechtsbescherming bij vakbondsacties, zoals dat door Suriname is overeengekomen middels internationale (ILO) conventies. Wij zijn van mening dat verdere modernisering en vernieuwing van de magistratuur de rechtsbescherming in onze samenleving zal bevorderen. Het mag niet zo zijn dat recht wordt gesproken om het individuele personen naar de zin te maken, met als gevolg dat ons systeem krom en scheef wordt getrokken. De SWOS zal er op blijven aandringen om vernieuwing bij de magistratuur voortvarend door te zetten. Wij hebben begrepen dat de directie van Fernandes beroep heeft aangetekend tegen deze uitspraak, die natuurlijk verstrekkende gevolgen heeft voor het bedrijf, maar deze schade zal het Fernandes Concern moeten verhalen op de vroegere directieleden, met name Brahim, die er de veroorzaker van is”, stelt SWOS voorzitter Lloyd Read.

error: Kopiëren mag niet!