Meer buitenlandse valuta, meer betastingopbrengst, meer werkgelegenheid

In onze vorige bijdrage gingen wij in op de mogelijkheid om de belastingopbrengst te maximeren, zonder dat per saldo gemiddeld van lastenverzwaring voor bestaande binnenlandse belastingplichtigen (die zich thans aan hun fiscale verplichtingen houden) sprake is.
Door (snelle) introductie van fiscale maatregelen, die specifiek ten doel hebben buitenlands beleggingsvermogen naar Suriname te laten komen, kan een hele nieuwe categorie aan (belasting)inkomsten voor Suriname worden gecreëerd, die een welkome aanvulling op (en zoals we later zullen bespreken, mogelijk zelfs – gedeeltelijke – vervanging van) bestaande belastingopbrengsten kan vormen.
Het streven is niet zozeer om het bestaande Binnenlands Inkomen anders tussen overheid en burger te verdelen of – door tussenkomst van de overheid – tussen burgers (op een andere wijze dan tot nu het geval is) te herverdelen, maar veeleer om door gerichte (fiscale) wetgeving ervoor zorg te dragen dat er een belangrijk hoger Binnenlands Inkomen komt, waaruit zelfs een procentueel gelijkblijvend (of wellicht zelfs lager) aandeel voor de overheid tot een (substantieel) hoger bedrag aan staatsinkomsten uit belastingheffing leidt.
Anders geformuleerd: het gaat niet om herverdelen van de bestaande koek waardoor sommigen meer krijgen en anderen minder, maar om het vergroten van de koek, waarbij iedereen meer krijgt.
Eensdeels kan de verhoging van het Binnenlands Inkomen worden bereikt door, veel meer dan tot heden toe het geval is geweest, de bestaande voordelen van Suriname beter internationaal onder de aandacht te brengen:
– ligging naast de Europese Unie (Frans Guyana);
– politieke stabiliteit;
– een bankensector waaraan de financiële crisis ongemerkt voorbij is gegaan (getuigend van prudent beleid van de banken en effectief toezicht op die banken);
– hoge rentevergoedingen
– ligging aan en bereikbaarheid over het water.
Daarbij dienen te worden gevoegd een aantal middels te introduceren regelgeving nieuw te creëren faciliteiten, waardoor voor Suriname, in combinatie met de eerder genoemde bestaande pluspunten, een belangrijke toename van de instroom van buitenlands investeringskapitaal en beleggingsvermogen kan worden bereikt. Gedacht kan daarbij onder meer worden aan:
– inrichting van vrijhandelszone(s) bij Paramaribo, Albina (naast EU), Nickerie, Zanderij;
– beperking en vereenvoudiging van de regelgeving, de administratieve verplichtingen en bureaucratie met betrekking tot markttoetreding, waardoor het starten en drijven van een onderneming wordt vergemakkelijkt;
– versterking economisch aandeel financiële sector door schepping facilitair regelgevingskader voor buitenlandse pensioen- en verzekeringsfondsen, zomede beleggingsfondsen;
– schepping van zodanige (fiscale) faciliteiten voor internationale beleggers, dat beleggen in Suriname voor niet ingezetenen eenvoudiger en aantrekkelijker wordt.
Wanneer financiële instellingen zoals pensioen- en verzekeringsfondsen, alsmede beleggingsfondsen zich in Suriname vestigen (zetel of feitelijke leiding) en wanneer banken meer vermogen van internationale beleggers kunnen aantrekken, dan brengt dit voor Suriname voordelen op een aantal niveaus:
– meer vermogen dat zich in Suriname verzamelt en waarvoor een aanwending dient te worden gevonden, kan voor een deel binnen Suriname nuttig worden gebruikt: een vrijstelling van rente op Surinaamse staatsleningen kan bewerkstelligen dat dergelijke fondsen er voor kiezen een deel van hun vermogen daarin te beleggen. Publiek-private samenwerkings-projecten kunnen eveneens als renderende belegging van aan de fondsen toevertrouwde gelden functioneren;
– over de winsten die de fondsen zelf maken kan worden geheven (maar niet over de winsten op hun toevertrouwd vermogen);
– over de (extra) loonsommen van personeel van de fondsen en banken en perifere werkgelegenheid (fiduciair- c.q. trustkantoren, advocaten, accountants en dergelijke) kan worden geheven;
– er komt meer hoogwaardige werkgelegenheid;
– Suriname diversifieert haar economie en schuift verder op richting kenniseconomie.
Door het douanegebied (in de haven) van Paramaribo, Albina, Nickerie en Zanderij te vergroten, dan wel elders naar wens te vormen, kunnen aldaar zones worden gecreëerd waar zich met name bedrijven kunnen vestigen die lokaal te bewerken producten anders (omslachtig en kostbaar) in- en uit zouden dienen te voeren.
Vrijhandelszones laten zich op verschillende manieren vormgeven, uiteenlopend van uitsluitende bevrijding van in- en uitvoerheffingen, alsmede van omzetbelasting tot volledige belastingvrijdom van de aldaar gevestigde ondernemingen. In alle gevallen is het voordeel voor Suriname gelegen in de opbrengst van heffingen over lonen en salarissen van aldaar werkzaam personeel (dat, wonend in het buiten de tax free zone gelegen deel van Suriname, over haar inkomsten afkomstig uit de tax free zone belasting verschuldigd is) , ontvangst van jaarlijks vastrecht voor het behoud van de tax free status van de aldaar gevestigde bedrijven, huursommen voor de bedrijfsterreinen, werkgelegenheid – in de bedrijven gevestigd in de tax free zone en in hun toeleveranciers en dienstverleners, zomede in de bouwsector.
Naar het voorbeeld van Ierland, kunnen overigens ook financiële dienstverleners c.q. instellingen in een dergelijke vrijhandelszone worden ondergebracht. In onze eerdere bijdrage over de creatie van fiscaal gefaciliteerde financiële instellingen, werd reeds aangegeven dat betreden van de lokale Surinaamse markt voor dergelijke instellingen aan banden moest worden gelegd, omdat anders van oneerlijke concurrentie met lokale, wél aan belastingheffing onderworpen financiële instellingen sprake zou zijn. En als een dergelijke, fiscaal gefaciliteerde financiële instelling toch de lokale Surinaamse markt niet mag betreden zonder zijn fiscale faciliteiten kwijt te raken, dan is er niets op tegen om ze zich in de vrijhandelszone te laten vestigen.
Het succes van anderen zou voor Suriname een aanmoediging moeten zijn. Onder de landen met het hoogste inkomen per hoofd van de bevolking, scharen zich Singapore, Luxemburg, Liechtenstein, Vanuatu, Kaaiman Eilanden, Uruguay, Allemaal landen die zich met resultaat gericht hebben op een stuk van de internationale vermogensmarkt. Ook Suriname heeft het potentieel zich te ontwikkelen tot financieel centrum van formaat.
Hoe goed dat recept kan werken, indien het op de juiste manier wordt gedaan (waardoor het land niet op Caricom, EU of OECD zwarte lijsten eindigt) moge blijken uit een voorbeeld als de Kaaiman Eilanden. Ga naar dit internetadres om te zien hoeveel geld er daar verdiend wordt:
> https://en.wikipedia.org/wiki/Cayman_Islands. Lees het stukje getiteld “Financial services industry”. Al in 2007 verdienden ze ruim 1.3 miljard Euro (1.2 miljard Cayman Islands dollar) uit financiële dienstverlening aan buitenlandse beleggers. Een bedrag waar Suriname ook goed mee geholpen zou zijn.
De Kaaiman Eilanden zijn een volledig geïsoleerd liggende groep eilanden. Zij moeten het dus stellen zonder de geografische voordelen die Suriname kent. De mogelijkheden van Suriname zijn derhalve wellicht nog groter dan die van de Kaaiman Eilanden, die het met slechts 56.000 inwoners tot het land met het 14de inkomen per hoofd van de bevolking ter wereld hebben gebracht.
Volgens de President is het thans alle zeilen bijzetten om Suriname financieel weer gezond te maken. Echter bestedingen afremmen in tijden van een neergaande economie kan leiden tot een verdere verslechtering van de conjunctuur. In plaats van hier wat te bezuinigen en daar ingezetenen van Suriname wat zwaarder te belasten (government take omhoog), is er dus – zoals voren geschetst – nog een andere manier, namelijk drastisch meer (belasting)inkomsten van buiten het land genereren, waardoor bezuinigen dan wel binnenlandse lastendruk verhogen minder noodzakelijk of zelfs overbodig wordt.
Ondanks de mogelijkheden die er zijn om door het nemen van een paar gerichte fiscale maatregelen een substantiële bijdrage aan de economische ontwikkeling van het land te leveren, lijkt Suriname zich daarvan niet bewust. Een paar artikelen gewijd aan specifiek deze mogelijkheden, zijn daarom op dit kruispunt in de ontwikkeling van Suriname opportuun en zouden een bijdrage kunnen leveren aan de discussie over de richting van de groei, van zowel de economie van het land in bredere zin als van de staatsfinanciën meer in het bijzonder. Misschien dat daarmee een reactie onder u, lezers en belanghebbenden, wordt teweeggebracht. Daarnaast willen wij op deze wijze simpelweg een bijdrage leveren aan de toekomst van het mooie land dat Suriname is.
Volgende keer: meer doen met (minder) begrotingsgeld.
Mr. Indra Jharap en mr. Vincent Moes
(Internationaal) fiscaal- en wetgevingsadvies
Reageren? [email protected]

error: Kopiëren mag niet!