Op 12 augustus is door president Bouterse het startschot gegeven aan een vijfjarige periode met een kabinet waarop hij later de schuld kan schuiven en dat hij halverwege zal moeten reshufflen. De president van Suriname erkent de hoofdoorzaak van de problematiek (corruptie) in Suriname niet, derhalve zal hij wellicht wel in staat zijn fundamenten te leggen, maar tot duurzaamheid zal hij niet komen. De samenstelling van het kabinet laat zien dat Bouterse geen lessen meer leert. Het draait nu om hem en zijn survival. Dat bleek ook uit zijn slappe eerste spreekbeurt in deze periode. Corruptie bij het NF kon hij wel erkennen en herkennen, maar in zijn eigen beleid niet. Wanneer wij de speech van de president in 2010, een emotionele, vergelijken met die van enkele dagen terug, dan zijn opmerkelijke overeenkomsten en verschillen te constateren. Ten eerste sprak de president in beide jaren over consultaties en samenwerking, waarbij ook de oppositie werd erkend. Beide keren had de president het over een ruimer dan tripartiete samenwerking. Opmerkelijk daarbij is dat hij de NDP etniciteit ziet als bron van rijkdom en dat anderen (dus NF) etniciteit zien als bron voor verdeeldheid. Ondanks de erkenning van de samenwerking met de oppositie, is dit een verwijt aan de oppositie. De president sprak na zijn uitverkiezing over donkere wolken en turbulente wateren. Dat deed hij enkele dagen terug bij zijn inauguratie ook waarbij hij aanhaalde dat tegenstrijdigheden tussen machtsblokken leiden tot ontwrichting, gewapende conflicten en terrorisme. In 2010 sprak hij ook over de turbulente wateren waarin de wereld was terecht gekomen. In beide jaren sprak de president over inclusief beleid waaraan iedereen kan meedoen en gelijke kansen voor een ieder, maar nu verzuimt hij wel de Inheemsen en de Marrons bij naam te noemen. Zoals altijd had de president het beide keren ook over ons koloniaal verleden die onze vooruitgang hindert en over de natuurlijke hulpbronnen die ten dienste staan van buitenlandse belangen. Die moesten zowel in 210 als in 2015 meer in het belang van het volk zijn. In beide jaren noemde Bouterse land en goed water als belangrijke componenten voor de ontwikkeling. De president praat in 2015 over emancipatie van het volk, maar zegt niet hoe. Naar onze mening kan dat alleen via onderwijs, maar het risico is dan dat verkiezingsuitkomsten anders verlopen. Het belang van onderwijs werd in beide jaren genoemd, maar in 2015 duideijker qua de richting. In 2010 kregen het buitenlands beleid (regio, zuid-zuid (BRICS) en regionale integratie) en de shift die zou komen ruime aandacht. Ook in 2015 is de focus hetzelfde, maar er wordt minder afstand genomen van Nederland. In de Nederlandse media kregen de uitnodiging en aanwezigheid van de Nederlandse ambassadeur bij de inauguratie ook aandacht en werd gesteld dat de relatie tussen beide landen in vergelijking tot 2010 nu is hersteld. De nadruk lag overall in 2010 veel op weerstanden (vijanden) die onze ontwikkeling in de weg staan. De president noemde in 2010 uitdrukkelijk werkgelegenheid en arbeidsomstandigheden (inclusief goede beloning en pensioenen), een eerlijke pers, wetgever en rechterlijke macht, grensbruggen, huisvesting en een sociaal contract. Ruim was de aandacht voor de shifting van het buitenlands beleid in 2010. Het meest spraakmakend was de aankondiging van de kruistocht tegen corruptie. 2015 is het derde jaar waar de president dit woord totaal vermijdt. Een aantal opvattingen zijn totaal onbegrijpelijk zoals de stelling dat we voor het eerst de kans hebben om duurzame sectoren te ontwikkelen. Waarom kon dit eerder niet? Ook wil Suriname niet meer onafhankelijk zijn van wereldmarktprijzen en zijn economie in eigen handen hebben. De vraag rijst hoe dat mogelijk wordt en binnen welke periode dat gerealiseerd zal zijn. Zijn wij in staat in een bepaalde sector de wereldmarktprijs mede te bepalen? Kan onafhankelijkheid van wereldmarktprijzen wel na aanpassingen in de sectoren zoals de industrialisatie? In welke mate en hoe snel is dat door te voeren? De regering wil industriële verwerking in de mining, bosbouw, landbouw, veeteelt en visserij en aquacultuur. De president heeft het over de BRICS, maar gesteld wordt dat deze landen zelf in problemen zitten. Zo wordt bericht dat het ‘Chinese groeimirakel’ voorbij is. Soortgelijke berichten verschijnen ook regelmatig over Brazilië en India. De president praat over mogelijkheden om ongekende welvaart te creëren (in deze regeerperiode), hetgeen betekent dat wij van een middeninkomensland een hogerinkomensland kunnen worden. Waar en vooral voor wie die mogelijkheden zullen ontstaan is onbekend. Beweerd wordt dat in de afgelopen periode in de kringen van de president wel mogelijkheden zijn uitgebuit door personen om ongekende rijkdommen te ervaren. Tegelijkertijd praat de president over het komen uit een (moeilijke) ‘monetaire situatie’. Dat is een enorme tegenstrijdigheid. Nieuw is de bezorgdheid over klimaatsverandering en onze hoge kwetsbaarheid wat betreft de zeespiegelstijging en de regionale samenwerking op dit vlak. Ook nieuw is de aankondiging wat betreft schone energie. De president noemt nu wel milieubeleid, maar benoemt de thema’s en oorzaken niet. Opvallend is ook dat de regering nu voor kleine en middelgrote ondernemingen exportfaciliteiten wil creëren. Uiteindelijk heeft het er veel weg van dat 2015-2020 een voortzetting wordt van 2010-2015. Het grote verschil tussen 2010 en 2015 is dat de president eerder zin had en enthousisast was en in 2015 niet. Hij lijkt gegijzeld door zijn eigen kring.