Op verkiezingsdag bleek dat er nog ruim 60.000 oproepingskaarten op de hoofdstembureaus achter waren gebleven. Volgens Minister Edmund Leilis van Binnenlandse Zaken zou er een miscommunicatie zijn ontstaan, waardoor de districtscommissarissen, die tevens voorzitters zijn van de hoofdstembureaus, verzuimt zouden hebben om de stemkaarten naar de stembureaus door te sturen. Volgens de bewindsman is het de taak van de dc’s om deze zaken door te geleiden naar de nodige plekken. Inmiddels is in het district Para al opdracht gegeven om dit te doen.
Wie geen oproepingskaart heeft gekregen of deze verloren heeft, mag toch nog zijn stem uitbrengen. Op het stembureau waar de persoon moet stemmen, liggen de oproepingskaarten die niet konden worden afgegeven aan huis. Ongeveer 17% van de oproepingskaarten zijn niet besteld. Er zijn ruim 353.000 kiezers. Verschillende afdelingen van het Ministerie proberen om zoveel mogelijk mensen tegemoet te komen. Mensen die hun oproepingskaart verloren hebben, kunnen zich met hun identiteitskaart of paspoort aanmelden bij het stembureau waar ze moeten stemmen. Daar kunnen ze een duplicaat krijgen. Tot vandaag 19.00 uur kunnen kiezers ook een ID-kaart maken als ze geen rijbewijs of paspoort hebben.
FR
