Voor Richard Kalloe, oud-minister, ondernemer en politiek analist, is het publiek geheim dat er al jaren sprake is van grootschalige corruptie bij het ministerie van Openbare Werken.Kalloe zegt aan Dagblad Suriname over stukken te beschikken, waaruit duidelijk blijkt dat er zwart op wit grootschalig geknoeid wordt bij de aanbesteding en gunning van werken. Tevens zegt hij dat er ook geknoeid wordt met vrijstelling van invoerrechten en andere belastingen bij de import van materialen en equipement en bij de uitvoering van het werk. Het één en ander wordt volgens hem verrekend middels een stelpost, terwijl het bestek enige vorm van vrijstelling voor dergelijke belastingen uitsluit. Uit de stukken en ervaringen die de analist heeft, komt hij tot de conclusie dat de inschrijvingen van het ministerie gewoon gerekend kunnen worden tot zogenaamde ‘tjoekoe-projecten’. ‘Hoeveel van dit soort tjoekoe-projecten zijn er nog meer? Kan dit zonder consequenties voor alle betrokkenen blijven? Worden we een ‘free for all’ samenleving?’, vraagt Kalloe zich af.
Kalloe baseert zijn conclusie op enkele asfalteringsprojecten van wegen in zowat alle belangrijke districten, zoals Paramaribo, Wanica, Para, Brokopondo, Commewijne, Marowijne, Saramacca en Nickerie. Wat hij hier ziet gebeuren, is dat een asfalteringscontract ter waarde van meer dan SRD 350 miljoen gegund wordt, terwijl het zeker is dat men in een paar maanden geen contract gaat kunnen uitvoeren, welke berekend was voor de uitvoeringduur van 12 maanden. De openbare inschrijving voor dit project is op 16 april 2014 gehouden.
De nieuwbakken VHP’er benadrukt dat de eenheidsprijzen allemaal met meer dan 50% toegenomen zijn ten opzichte van gangbare prijzen. Inschrijvingen dienen volgens Kalloe heel nauwkeurig te voldoen aan de vereisten gesteld in het bestek. Ook de gunning moet gebaseerd zijn op de bestekvoorwaarden, de nota van inlichtingen en op de inschrijving zelf. ‘Wat wij echter zien gebeuren, is dat aannemers gegund krijgen voor percelen, waarvoor zij niet ingeschreven hebben. Formeel is een dergelijke gunning dus niet legaal, niet rechtmatig en kan betaling van de aannemer geweigerd worden op formele gronden’, aldus Kalloe. Per inschrijver mag men volgens hem maximaal 70 kilometers dan wel voor 3 percelen inschrijven. De uitvoeringsduur bedraagt 12 maanden, ongeacht het aantal toegewezen percelen en/of kilometers. Tekenend voor de slechte staat van de financiën van de overheid is het feit dat men pas tot gunning en contractrekening is overgegaan in maart 2015 en dat op basis van 100% voorfinanciering door de aannemer. Opleverdatum is gesteld op oktober 2015.
Kalloe stelt dat de overheid over een periode van 5 jaar de aannemer terug zal betalen. De vigerende rente voor dit contract bedraagt volgens hem 5% en is de uitvoering met veel fanfare gestart begin mei 2015. ‘Een volgende regering kan dus heel gemakkelijk deze aannemers weigeren om te betalen op puur formele gronden. Er is onzekerheid over de percelen, waarvoor aannemers ingeschreven hebben die dan aan anderen gegund zijn. Aannemers zijn formeel in gebreke indien zij werken uitvoeren, waarvoor zij niet ingeschreven hebben’, stelt de VHP’er.
FR